TERUG naar Overzicht van Vc 2000 en Vc 2013
In onderstaande tabel staat in de linker kolom de tekst van de bepaling zoals die op 31 maart 2013 luidde in Vc 2000.
In de rechter kolom staat de HUIDIGE tekst zoals die OP 1 april 2013 in de Vc 2013 voorkomt.
Vc 2000

Vc 2000 Deel C - 24 / 24.6. Categoriale bescherming

Asielzoekers uit Somalië komen niet op grond van artikel 29, eerste lid, onder d, Vw in aanmerking voor een verblijfsvergunning asiel (zie C2/5).

Uit het in maart 2009 verschenen algemeen ambtsbericht van de Minister van BuZa over de situatie in Somalië blijkt dat de situatie in het land nog immer zorgwekkend is. Het categoriaal beschermingsbeleid is evenwel ongeschikt geworden om te bewerkstelligen dat aan de juiste personen bescherming wordt geboden in Nederland. De oorzaken hiervan zijn de effecten van het beleid van andere Europese landen op de instroom van Somalische asielzoekers in combinatie met geconstateerde fraude en misbruik door Somalische asielzoekers. Gelet hierop wordt doorslaggevend gewicht toegekend aan de derde indicator van artikel 3.106 Vb, het beleid in andere landen van de Europese Unie.

Op 19 mei 2009 heeft de Tweede Kamer ingestemd met de voorgestelde beëindiging van het categoriale beschermingsbeleid voor Centraal- en Zuid- Somalië. Het categoriale beschermingsbeleid voor asielzoekers uit Somalië is daarom met ingang van 19 mei 2009 beëindigd.

Gelet op de aanleiding om het beleid te beëindigen en de datum dat het voorstel tot beëindiging door de Tweede Kamer is aangenomen, kunnen asielzoekers uit Somalië die een asielaanvraag hebben ingediend vóór 19 mei 2009, ongeacht de datum van besluit, in beginsel in aanmerking komen voor een vergunning op grond van artikel 29, eerste lid, onder d, Vw. Asielzoekers uit Somalië die een asielaanvraag hebben ingediend op of na 19 mei 2009 komen niet langer in aanmerking voor een vergunning op grond van artikel 29, eerste lid, onder d, Vw. Hoewel in het ambtsbericht van mei 2011 een zorgwekkende situatie geschetst wordt, vormt dit geen aanleiding om terug te komen op het besluit om het d-grondenbeleid af te schaffen.

Herbeoordelen van reeds verleende vergunningen en verlenen van vergunningen voor onbepaalde tijd

De hoofdregel is dat een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd wordt herbeoordeeld, dan wel een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd wordt geweigerd, indien de grond voor verlening is komen te vervallen. Ten aanzien van Somalië wordt vanwege bijzondere omstandigheden van deze hoofdregel afgeweken. Deze bijzondere omstandigheden zijn gelegen in de hierboven genoemde redenen om het categoriaal beschermingsbeleid te heroverwegen en te beëindigen.

Bezien in samenhang met de nog immer zorgwekkende situatie in het land van herkomst, vormt vorenstaande een rechtvaardiging voor afwijking van de hoofdregel en aanleiding tot de volgende uitgangspunten.

In afwijking van het beleid zoals opgenomen in C5/4.6, worden vergunningen voor bepaalde tijd, die reeds aan Somaliërs zijn verleend op grond van artikel 29, eerste lid, onder d, Vw, niet herbeoordeeld op grond van artikel 32, eerste lid onder c, Vw, om de enkele reden dat de grond voor verlening is komen te vervallen. Noch staat de enkele reden dat de grond voor verlening is komen te vervallen verlenging van vergunningen voor bepaalde tijd, die reeds aan Somaliërs zijn verleend op grond van artikel 29, eerste lid, onder d, Vw in de weg.

Evenmin wordt deze grond tegengeworpen bij het beoordelen van aanvragen voor een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd.

Gezien de bovenbeschreven omstandigheden geldt als beleidsregel dat herbeoordeling van de vergunningen voor bepaalde tijd, die reeds aan Somaliërs zijn verleend op grond van artikel 29, eerste lid, onder d, Vw, dan wel afwijzen van aanvragen voor vergunningen voor onbepaalde tijd, is gerechtvaardigd in de gevallen waarbij:

a. sprake is van een andere intrekkingsgrond als bedoeld in artikel 32 Vw; of

b. blijkt dat sprake was van fraude en misbruik in het kader van de toelatingsprocedure, zoals vingermutilatie; of

c. blijkt dat de hoofdpersoon misbruik maakt van het beleid om (gestelde) gezinsleden te laten overkomen.

Ad b.

Het enkele feit dat sprake is van fraude of misbruik is voldoende om de vergunningop grond van artikel 32, eerste lid, onder c, Vw in te trekken, dus ook indien er alsnog geen sprake is van eerder verblijf in een ander land.

Ad c.

Misbruik in het kader van nareis in relatie tot de beëindiging van het categoriale beschermingsbeleid voor Centraal- en Zuid-Somalië biedt grond om de vergunning, verleend op grond van artikel 29, eerste lid, onder d, Vw, van de hoofdpersoon in te trekken op grond van artikel 32, eerste lid, onder c, Vw.

Voorts zullen de betreffende (gestelde) gezinsleden niet worden toegelaten op grond van het nareisbeleid. Voor minderjarige kinderen die reeds in Nederland zijn is het gestelde in C2/6.1 en B14/2 van toepassing.

In alle Somalische zaken is het gebruikelijke openbare ordebeleid zoals neergelegd in B1/4.4 van toepassing.

Vc 2013
C7/23.723.7 Categoriale bescherming in de zin van paragraaf C2/4.2 Vc

top

Vc 2013 Deel C - 7/ 23.7 Categoriale bescherming in de zin van paragraaf C2/4.2 Vc


Vreemdelingen uit Somalië komen niet in aanmerking voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder d, Vw.

Aanvragen tot een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, ingediend voor 19 mei 2009.

De IND verleent een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder d, Vw, indien:

  • de vreemdeling de aanvraag tot een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft ingediend vóór 19 mei 2009;

  • de vreemdeling vóór 19 mei 2009 in aanmerking kwam voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder d, Vw.

    Herbeoordelen van verleende verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd en verlenen van verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd

    Herbeoordeling van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, die is verleend op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder d, Vw vindt plaats, indien tenminste één van de volgende situaties zich voordoet:

    a. er is sprake van een intrekkingsgrond als bedoeld in artikel 32 Vw;
    b. er is sprake van fraude en misbruik tijdens de aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, zoals vingermutilatie;
    c. er is gebleken dat de hoofdpersoon misbruik maakt van het beleid om (gestelde) gezinsleden te laten overkomen.
    In deze gevallen wijst de IND ook de aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd of de aanvraag om verlenging van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd af.

    De verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd die is verleend op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder d, Vw, wordt niet herbeoordeeld om de enkele reden dat de verleningsgrond is komen te vervallen. De aanvraag om verlenging van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, of de aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd, wordt niet afgewezen om de enkele reden dat de verleningsgrond is komen te vervallen.

  • top
    top