TERUG naar Overzicht van Vc 2000 en Vc 2013
In onderstaande tabel staat in de linker kolom de tekst van de bepaling zoals die op 31 maart 2013 luidde in Vc 2000.
In de rechter kolom staat de HUIDIGE tekst zoals die OP 1 april 2013 in de Vc 2013 voorkomt.
Vc 2000

Vc 2000 C4/3.9.2. Voorwaarden voor afwijzing

Een asielaanvraag kan op grond van deze bepaling worden afgewezen, indien:

- de asielzoeker niet rechtstreeks naar Nederland is gekomen en voor zijn komst in een ander land genoegzame bescherming genoot of had kunnen genieten tegen refoulement; en

- hij naar het oordeel van de Minister in dat land verbleef of had kunnen verblijven onder ter plaatse niet als abnormaal aan te merken omstandigheden; en

- gebleken is dat dit land hem zal toelaten totdat hij elders duurzame bescherming zal hebben gevonden.

Aan de hand van onderstaande vragen wordt bepaald of een derde land, waar de asielzoeker heeft verbleven, kan worden aangemerkt als land van eerder verblijf en of artikel 31, tweede lid, onder i, Vw van toepassing is.

Vc 2013
C2/6.2.56.2.5 Land van eerder verblijf

top

Vc 2013 Deel C - 2/ 6.2.5 Land van eerder verblijf


Nadat de IND heeft vastgesteld dat artikel 31, tweede lid, onder h Vw niet van toepassing is, onderzoekt de IND of er een ‘land van eerder verblijf’ is, welk derde land de vreemdeling toe laat totdat hij in een ander land duurzame bescherming heeft gevonden. De IND wijst de aanvraag om een verblijfsver-gunning asiel voor bepaalde tijd af op grond van artikel 31, tweede lid, aanhef en onder i Vw afwijzen, als aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

  • de vreemdeling is vanuit zijn land van herkomst niet rechtstreeks naar Nederland gekomen en had voor zijn komst bescherming tegen refoulement in een derde land of had daar bescherming kunnen hebben;

  • de vreemdeling verbleef of had kunnen verblijven in het derde land onder lokaal als normaal aan te merken omstandigheden.

    Vaststelling land van eerder verblijf

    De IND stelt vast dat er een land van eerder verblijf is, als uit objectieve feiten of omstandigheden blijkt dat de vreemdeling voordat deze in Nederland aankwam in een derde land heeft verbleven en daar niet de intentie had om naar Nederland te reizen.

    De IND concludeert dat de vreemdeling geen intentie had tot doorreis naar Nederland indien er sprake is van een van de situaties zoals beschreven in paragraaf C2/6.2.4 Vc onder ‘doorreis en verblijf’.

    Duurzame bescherming in het land van eerder verblijf

    De IND stelt vast dat de vreemdeling door het derde land duurzaam wordt beschermd tegen refoulement in in ieder geval de volgende situatie:

  • het land van eerder verblijf is partij bij het Vluchtelingenverdrag en leeft dit verdrag na. Daarnaast moet blijken dat het land van eerder verblijf aan de vreemdeling toegang zal verschaffen. Dit laatste blijkt uit een schriftelijke verklaring van het land van eerder verblijf, of uit andere bronnen.

    Indien het land van eerder verblijf geen partij is bij het Vluchtelingenverdrag of dit verdrag niet te goeder trouw naleeft, dan is in ieder geval sprake van duurzame bescherming indien:
  • de vreemdeling in het land van eerder verblijf beschikt over een geldige verblijfstitel die naar zijn aard duurzame bescherming biedt tegen terugzending;

  • de IND aantoont dat de vreemdeling een verblijfstitel kan verkrijgen;

  • de vreemdeling langdurig verbleven heeft in het derde land, zonder dat hij een geldige verblijfstitel heeft gehad.

    Indien sprake is van duurzame bescherming in het land van eerder verblijf wijst de IND de aanvraag tot een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd van de vreemdeling af, ook indien op zichzelf bezien één van inwilligingsgronden artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a tot en met d, Vw van toepassing is.

    De IND werpt het land van eerder verblijf niet aan de vreemdeling tegen in ieder geval de volgende situaties:

  • de vreemdeling beschikt over een verblijfstitel voor het land van eerder verblijf die naar zijn aard tijdelijk is, tenzij deze verblijfstitel uitzicht biedt op langer rechtmatig verblijf;

  • een eerdere asielaanvraag in het land van eerder verblijf is afgewezen, terwijl tegen de afwijzing geen beroepsmogelijkheid meer open staat. Het vereiste dat er geen beroep meer open mag staan tegen het afwijzende besluit stelt de IND niet, indien de vreemdeling aantoont dat er feitelijk geen beroepsmogelijkheid bij een onafhankelijke rechter is.


  • top
    top