TERUG naar Overzicht van Vc 2000 en Vc 2013
In onderstaande tabel staat in de linker kolom de tekst van de bepaling zoals die op 31 maart 2013 luidde in Vc 2000.
In de rechter kolom staat de HUIDIGE tekst zoals die OP 1 april 2013 in de Vc 2013 voorkomt.
Vc 2000

Vc 2000 A3/7.7.1.3. Stellen van aantekeningen

Ten bewijze van het opleggen en het voldoen aan de verplichting tot periodieke aanmelding wordt daarvan in het reisdocument van de vreemdeling een aantekening gesteld als volgt:

  • bij de eerste aanmelding wordt de voorgeschreven aantekening over aanmelding in het paspoort geplaatst (zie artikel 4.10 VV);

  • bij de volgende aanmeldingen kan worden volstaan met aantekening van de datum daarvan, welke aantekening van een paraaf wordt voorzien;

  • verleent de Korpschef ontheffing van de verplichting tot periodieke aanmelding, of stelt hij een andere termijn, dan stelt hij in het document voor grensoverschrijding de daaromtrent voorgeschreven aantekening door gebruik te maken van de sticker voor verblijfsaantekeningen (zie artikel 4.14 VV).

    In afwijking van het bovenstaande wordt een asielzoeker in de opvanglocatie in het bezit gesteld van een registratiekaart meldplicht asielzoekers (zie C12/5.4).

    Vc 2013
    A2/10.3Meldplicht

    top

    Vc 2013 - A2 / 10.3. Meldplicht

    De Korpschef van de verblijfplaats van de vreemdeling informeert de vreemdeling na ondertekening van de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning, dat op hem, in afwachting van de beslissing op zijn aanvraag, een meldplicht rust (zie artikel 54, eerste lid, onder f, Vw juncto artikel 4.51, eerste lid, onder b, Vb). De vreemdeling die een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft ingediend, wordt een meldplicht opgelegd door gebruik te maken van het model M117-A. Het model M117-A dient ook als proces-verbaal van uitreiking van de meldplicht aan de vreemdeling.

    Een onderdaan van de EU, EER of Zwitserland hoeft geen melding te maken van zijn aanwezigheid in Nederland. Een onderdaan van de EU, EER of Zwitserland moet zich in de vierde maand na binnenkomst in Nederland melden bij de IND voor de inschrijving in de vreemdelingenadministratie (zie paragraaf B10/2.5.2 Vc).

    De Korpschef:

  • moet aan een vreemdeling een beschikking uitreiken als hij de vreemdeling een periodieke meldplicht oplegt;

  • moet de vreemdeling wijzen op wijzigingen over zijn meldplicht;

  • mag de ontheffing van de meldplicht beëindigen als ontheffing niet langer gewenst is;

  • mag naar eigen oordeel afwijken van de instructies voor oplegging of ontheffing van de meldplicht.

  • Bij de oplegging of ontheffing van de meldplicht gelden voor de Korpschef de volgende instructies.

    De Korpschef verleent in ieder geval in de volgende situaties geen (of niet langer) ontheffing van de meldplicht aan de vreemdeling:

  • bij een aanvraag in eerste aanleg voor een verblijfsvergunning waarover de Korpschef niet inwilligend heeft geadviseerd;

  • als voor het vreemdelingentoezicht ontheffing van de meldplicht niet (of niet langer) gewenst is;

  • de vreemdeling niet langer in Nederland mag verblijven. Voor deze vreemdeling geldt de meldplicht zolang de finale vertrektermijn nog niet is verstreken.

  • De Korpschef verleent aan een vreemdeling die een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft ingediend uitsluitend in de volgende situaties ontheffing van de meldplicht:

  • tijdens het afwachten van de beslissing in eerste aanleg van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in overleg met de IND;

  • als de vreemdeling minderjarig is beneden de leeftijd van twaalf jaar en geen Amv is.

  • Na afwijzing van de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft de vreemdeling tijdens de ontruimingsprocedure de plicht zich wekelijks te melden bij de Korpschef. De Korpschef laat de vreemdeling hiervoor in het bezit van het W-document.

    De Korpschef vordert de vreemdeling aan wie een periodieke meldplicht is opgelegd en die zich twee achtereenvolgende keren niet heeft gehouden aan de periodieke meldplicht, om in persoon gegevens te verstrekken over de onttrekking aan de periodieke meldplicht. Als de vreemdeling niet reageert, mag de Korpschef concluderen dat de vreemdeling Nederland heeft verlaten of zich definitief aan het toezicht heeft onttrokken en meldt de vreemdeling af in de vreemdelingenadministratie.

    Voor vreemdelingen die in een opvangvoorziening verblijven, laat de Korpschef een adrescontrole door de politie uitvoeren. De politie moet het daadwerkelijke vertrek van de vreemdeling vaststellen. De Korpschef mag concluderen dat de vreemdeling definitief is vertrokken als dat onomstotelijk vast is komen te staan. De Korpschef moet de IND en de DT&V over het (veronderstelde) vertrek van een vreemdeling informeren door middel van een model M100.

    top
    top