TERUG naar Overzicht van Vc 2000 en Vc 2013
In onderstaande tabel staat in de linker kolom de tekst van de bepaling zoals die op 31 maart 2013 luidde in Vc 2000.
In de rechter kolom staat de HUIDIGE tekst zoals die OP 1 april 2013 in de Vc 2013 voorkomt.
Vc 2000

Vc 2000 C2/4. In redelijkheid kan terugkeer niet worden verlangd

Vc 2013
C2/4.14.1 Artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c Vw, in redelijkheid kan terugkeer niet worden verlangd

top

Vc 2013 Deel C - 2/ 4.1 Artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c Vw, in redelijkheid kan terugkeer niet worden verlangd


Algemeen

De IND verleent uitsluitend in de volgende gevallen een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder c, Vw indien:

  • de vreemdeling voldoet aan de voorwaarden van het traumatabeleid;

  • er sprake is van bijzondere individuele klemmende redenen van humanitaire aard, anders dan traumata, die verband houden met de redenen van het vertrek uit het land van herkomst en verband houden met het asielrelaas;

  • de vreemdeling behoort tot een specifieke groep, die door de Minister is vastgesteld.

    Traumatabeleid

    Het traumatabeleid is alleen van toepassing op aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd.

    Het traumatabeleid biedt bescherming aan de vreemdeling die geconfronteerd is met een gebeurtenis waarvan de IND aanneemt dat die door de vreemdeling als traumatiserend wordt ervaren, terwijl als gevolg van de situatie in het land van herkomst kan worden aangenomen dat daders van deze mensenrechtenschendingen in het land van herkomst ongestraft blijven. In dat geval kan van de vreemdeling niet verlangd worden, dat de vreemdeling terugkeert naar het land van herkomst. De grondslag van het traumatabeleid is niet het (al dan niet medisch aangetoonde) trauma van de vreemdeling, maar de traumatische gebeurtenis in relatie tot de feitelijke situatie in het land van herkomst. Het betreft zowel traumatische ervaringen die zijn veroorzaakt door:

  • de autoriteiten van het land van herkomst;

  • door politieke of militante groeperingen die de feitelijke macht uitoefenen in het land van herkomst of een deel daarvan;

  • door groeperingen waartegen de overheid niet in staat of niet willens is bescherming te bieden.

    Uitsluitend de volgende traumatische gebeurtenissen kunnen voor de IND aanleiding geven een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd op grond van artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c, op grond van het traumatabeleid, te verlenen:
  • de gewelddadige dood van naaste familieleden of huisgenoten van de vreemdeling;

  • de gewelddadige dood van andere verwanten of vrienden van de vreemdeling voor zover de vreemdeling aannemelijk maakt dat een hechte relatie bestond tussen de overledene en de vreemdeling;

  • substantiële niet-strafrechtelijke detentie van de vreemdeling;

  • marteling, ernstige mishandeling of verkrachting van de vreemdeling;

  • het aanwezig zijn als getuige bij marteling, ernstige mishandeling of verkrachting van naaste familieleden of huisgenoten van de vreemdeling;

  • het aanwezig zijn als getuige bij marteling, ernstige mishandeling of verkrachting van andere verwanten of vrienden van de vreemdeling voor zover de vreemdeling aannemelijk maakt dat er een hechte relatie bestond tussen de verwant of vriend en de vreemdeling.

    Voor de definitie van marteling wordt verwezen naar artikel 1 van het Anti-folterverdrag. De IND verstaat onder ernstige mishandeling het opzettelijk toebrengen van pijn en leed dat zwaar lichamelijk of geestelijk letsel tot gevolg heeft.

    De IND beoordeelt de verklaringen van de vreemdeling op de gebruikelijke wijze ten aanzien van de geloofwaardigheid en aannemelijkheid (zie paragraaf C1/3 Vc). De IND houdt voor de beoordeling van de consistentie van de verklaringen rekening met de geestelijke gesteldheid van de vreemdeling. De IND volgt de vreemdeling in zijn verklaringen, die niet volledig consistent zijn, als:

  • sprake is van geloofwaardige verklaringen op andere onderdelen dan de traumatische gebeurtenis;

  • de verklaringen overeenkomen met de algemene informatie over de situatie in het land van herkomst. De vreemdeling onderbouwt zijn verklaringen zo mogelijk met documenten.

    De IND verleent de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c, Vw, op grond van het traumatabeleid, aan de vreemdeling, die voldoet aan alle volgende voorwaarden:

  • de vreemdeling is geconfronteerd met een traumatische gebeurtenis in het land van herkomst, waarbij de daders van die gebeurtenissen in het land van herkomst niet bestraft worden;

  • de vreemdeling heeft aannemelijke verklaringen afgelegd over de traumatische gebeurtenis;

  • de vreemdeling heeft aannemelijk gemaakt dat de traumatische gebeurtenis aanleiding is geweest voor het vertrek uit het land van herkomst;

  • de IND verlangt niet dat de vreemdeling vanwege de traumatische gebeurtenis terugkeert naar het land van herkomst.

    De IND onderzoekt of plegers van traumatische gebeurtenissen in het algemeen worden bestraft in het land van herkomst. Onder meer uit het bestaan van een doeltreffend systeem voor de opsporing, gerechtelijke vervolging en bestraffing kan blijken of plegers van traumatische gebeurtenissen in het algemeen worden bestraft.

    De IND verleent de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c ook, als wordt voldaan aan alle volgende voorwaarden:

  • er heeft een regimewisseling in het land van herkomst van de vreemdeling plaatsgevonden;

  • de vreemdeling heeft het land van herkomst binnen zes maanden na de traumatische gebeurtenis verlaten;

  • er wordt voldaan aan de overige voorwaarden van het traumatabeleid.

    De omstandigheid dat een vreemdeling een medische verklaring over zijn trauma heeft overgelegd leidt niet tot verlening door de IND van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c, Vw. De vreemdeling moet zelf aannemelijk maken dat sprake is geweest van een traumatische gebeurtenis en dat die traumatische gebeurtenis de reden is geweest voor het vertrek uit het land van herkomst. De bewijslast hiervoor berust bij de vreemdeling. Het causale verband tussen traumatische gebeurtenis en de reden van vertrek wordt aangenomen, als de vreemdeling binnen zes maanden na de traumatische gebeurtenis het land van herkomst heeft verlaten.

    De IND verleent geen verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c, Vw, op grond van het traumatabeleid aan de vreemdeling die na een termijn van meer dan zes maanden na de traumatische gebeurtenis het land van herkomst heeft verlaten. De IND neemt dan aan dat de vreemdeling zich in het land van herkomst heeft kunnen handhaven en dat de traumatische gebeurtenis daarom niet in de weg staat aan terugkeer naar het land van herkomst. Uitzondering hierop is de situatie dat de vreemdeling aannemelijk heeft gemaakt dat de vreemdeling het land van herkomst buiten zijn schuld niet in staat is geweest om binnen de termijn van zes maanden te verlaten en er een verband is tussen de traumatische gebeurtenis en het vertrek uit het land van herkomst. De IND verleent geen verblijfsvergunning voor bepaalde tijd op grond van artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c, Vw, op grond van het traumatabeleid, als in ieder geval de volgende situaties zich voordoen:

  • de vreemdeling heeft het land van herkomst na een termijn van meer dan zes maanden sinds de traumatische gebeurtenis verlaten;

  • nadien heeft een regimewisseling in het land van herkomst van de vreemdeling plaatsgevonden.

    De voorwaarden met betrekking tot het traumatabeleid zijn van overeenkomstige toepassing als de vreemdeling meer dan zes maanden na zijn vertrek uit het land van herkomst in een derde land heeft verbleven. De vreemdeling moet in dat geval aannemelijk maken dat de vreemdeling zich in het derde land niet kon handhaven. De IND toetst niet of wedertoelating van de vreemdeling tot het derde land mogelijk is. Als terugkeer naar het derde land niet mogelijk is dan zal terugkeer van de vreemdeling naar het land van herkomst moeten plaatsvinden.

    De IND verleent geen verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c Vw, als sprake is van een vestigingsalternatief voor de vreemdeling (zie paragraaf C2/6.1 Vc). Artikel 3.37c VV is van overeenkomstige toepassing. De IND werpt het vestigingsalternatief ook tegen als de pleger van de traumatische gebeurtenissen in andere delen van het land geen macht uitoefent en de centrale overheid bescherming kan bieden.

    De IND past het vestigingsalternatief niet toe en verleent een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c, Vw, als:

  • de vreemdeling in het gebied dat geldt als vestigingsalternatief voor de vreemdeling het risico loopt geconfronteerd te worden met de plegers van de traumatische gebeurtenis, omdat de autoriteiten in het land van herkomst de plegers van traumatische gebeurtenissen in het algemeen niet bestraft;

  • de traumatische gebeurtenissen hebben plaatsgevonden door toedoen van de centrale autoriteiten, terwijl de centrale autoriteiten ook de macht uitoefenen in het gebied dat geldt als vestigingsalternatief voor de vreemdeling.

    De vereisten van paragraaf C2/6.1 onder a, b en c, Vc (‘beschermingsalternatief’)zijn van overeenkomstige toepassing.

    De IND verleent geen verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c, Vw indien sprake is van:

  • de derdelandenexceptie als bedoeld in paragraaf C2/6.2.4 Vc en C2/6.2.5 Vc;

  • een contra-indicatie als bedoeld in paragraaf C2/5 Vc en C2/6 Vc.

    Bijzondere individuele klemmende redenen van humanitaire aard

    De IND verleent een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c, Vw aan de vreemdeling, van wie de terugkeer naar het land van herkomst niet wordt verland vanwege bijzondere individuele klemmende redenen van humanitaire aard, als aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • de klemmende redenen van humanitaire aard houden verband met de redenen van vertrek;

  • de klemmende redenen van humanitaire aard houden verband met het asielrelaas.

    De IND verleent geen verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c, Vw in ieder geval in de volgende situaties, als de klemmende redenen van humanitaire aard:

  • betrekking hebben op hoge leeftijd of lichamelijke klachten van de vreemdeling;

  • betrekking hebben op de algemene humanitaire situatie in het land van herkomst;

  • zijn ontstaan na het vertrek van de vreemdeling uit het land van herkomst.

    Er kan ook sprake zijn van bijzondere individuele klemmende redenen van humanitaire aard hebben, als de IND in een individuele zaak het verblijfsalternatief aan de vreemdeling heeft tegengeworpen (zie paragraaf C2/6.2.6 Vc). De IND verleent een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c, Vw aan de vreemdeling die in het land van herkomst een verblijfsalternatief heeft, als wordt voldaan aan alle volgende voorwaarden:
  • de individuele klemmende redenen van humanitaire aard hebben er toe geleid dat de vreemdeling niet in staat was naar het verblijfsalternatief te vertrekken;

  • de individuele klemmende redenen van humanitaire aard houden verband met de redenen van vertrek uit het gebied in het land van herkomst, waar de vreemdeling oorspronkelijk vandaan komt.

    De IND beoordeelt deze voorwaarden in onderlinge samenhang.

    De omstandigheid dat de de vreemdeling geen banden heeft met het verblijfsalternatief of er nooit heeft verbleven vormt geen reden voor de IND om de vreemdeling een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c, Vw te verlenen.

    De IND beoordeelt of de vreemdeling in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c, Vw wegens individuele klemmende redenen van humanitaire aard, nadat de IND heeft vastgesteld dat de vreemdeling in ieder geval niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van:

  • artikel 29 eerste lid, aanhef en onder a of b, Vw;

  • artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c, Vw op grond van het traumatabeleid.

    Specifieke groepen, in het landgebonden beleid aangewezen

    De Minister kan in het beleid een specifieke groep aanwijzen die om andere redenen dan op grond van het traumatabeleid in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, op grond van artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c, Vw. Verwezen wordt naar het landgebonden beleid, waarin het beleid per land is uitgewerkt.


  • top
    top