TERUG naar Overzicht van Vc 2000 en Vc 2013
In onderstaande tabel staat in de linker kolom de tekst van de bepaling zoals die momenteel luidt in Vc 2013.
In de rechter kolom staat de oorspronkelijke tekst zoals die (in verschillende bepalingen) in de Vc 2000 voorkwam.
Vc 2013

Vc 2013 - A1 / 8. Bijzondere categorieën

Werkzoekende zeelieden

Een zeeman die werk wil zoeken aan boord van een zeeschip in een haven in het Schengengebied, zonder dat uit een verklaring van de rederij/scheepsagent de mogelijkheid van aan- of overmonstering blijkt, moet aan alle voorwaarden voor toegang voldoen.

Voor een werkzoekende zeeman mag het zeemansboekje niet in de plaats van het paspoort treden om te voldoen aan de voorwaarde dat de vreemdeling in het bezit moet zijn van een geldig document voor grensoverschrijding.

Als aan alle overige voorwaarden voor toegang wordt voldaan mag het hoofd van de grensdoorlaatpost aan een werkzoekende zeeman aan de grens een visum met een geldigheid van maximaal vijftien dagen afgeven als in het geldig document voor grensoverschrijding het benodigde visum ontbreekt. Indien nodig mag de vreemdeling in uitzonderlijke gevallen na afloop van de termijn van vijftien dagen een verlenging van de geldigheidsduur van het visum vragen bij de Visadienst of voor zover het een in de regio Rotterdam-Rijnmond verblijvende zeeman betreft bij de ZHP.

De werkzoekende zeeman moet bovendien met een zeemansboekje (-paspoort) of andere bewijsmiddelen kunnen aantonen dat hij het beroep van zeeman uitoefent.

Werknemers op een mijnbouwinstallatie op het continentaal plat

Een vreemdeling die via Nederland naar een mijnbouwinstallatie op het continentaal plat wil reizen of die komende van een mijnbouwinstallatie op het continentaal plat Nederland wil inreizen moet voldoen aan alle normale voorwaarden voor toegang. Het verkeer van en naar een mijnbouwinstallatie op het continentaal plat moet plaatsvinden via een grensdoorlaatpost gedurende de tijd dat deze is opengesteld. De vreemdeling moet de normale in- en uitreisformaliteiten vervullen.

De ambtenaar belast met de grensbewaking controleert de vreemdeling niet op bestaansmiddelen als de vreemdeling aantoont dat hij op een mijnbouwinstallatie op het continentaal plat is tewerkgesteld.

De ambtenaar belast met de grensbewaking stelt bij vertrek uit Nederland naar een mijnbouwinstallatie op het continentaal plat vast of de vreemdeling aan alle voorwaarden voor toegang heeft voldaan.

Een vreemdeling die werkzaam is als medewerker op een mijnbouwinstallatie op het continentaal plat mag een visum, geldig voor meer inreizen, aanvragen op de Nederlandse diplomatieke en consulaire vertegenwoordiging in Antwerpen. De vreemdeling moet zich voor het aanvragen van een visum in persoon melden en moet in het bezit zijn van de volgende bewijsmiddelen:

  • een arbeidscontract met een bedrijf dat een mijnbouwinstallatie op het continentaal plat exploiteert, gevestigd in Nederland, dan wel met een vertegenwoordiger in Nederland;

  • een geldig document voor grensoverschrijding, dat niet een zeemansboekje is, waaruit moet blijken dat de vreemdeling op het moment waarop hij de aanvraag doet voor een visum voor meer inreizen legaal verblijf heeft in Nederland;

  • een door het bedrijf dat een mijnbouwinstallatie op het continentaal plat exploiteert getekende garantverklaring als bedoeld in bijlage 6a en 6b VV.

  • Als de vreemdeling de bovenstaande bewijsmiddelen overlegt, stelt het Nederlandse Consulaat-Generaal de vreemdeling in het bezit van een visum met een maximale geldigheidsduur van vijf jaar. De geldigheidsduur van het visum mag niet langer zijn dan de geldigheidsduur van het arbeidscontract of het geldige document voor grensoverschrijding.

    Werknemers op een mijnbouwinstallatie op het continentaal plat werken afwisselend veertien dagen op die mijnbouwinstallatie en hebben veertien dagen verlof aan de wal. Voor dit verlof aan de wal gelden de normale voorwaarden voor kort verblijf in Nederland.

    Deze beleidsregels gelden ook als de vreemdeling niet werkzaam is op een mijnbouwinstallatie op het continentaal plat maar bij een bedrijf dat ondersteunend werkt voor die mijnbouwinstallatie (bijvoorbeeld de zogenaamde 'suppliers').

    In Nederland voor lang verblijf toegelaten vreemdelingen

    Wanneer de vreemdeling een redelijke grond kan aanvoeren voor zijn verlate terugkeer mag de ambtenaar belast met de grensbewaking toegang verlenen aan:

  • de houder van een geldig paspoort;

  • de houder van een verblijfsvergunning waarvan de geldigheidsduur nog maar korte tijd is verstreken. De ambtenaar belast met de grensbewaking moet onmiddellijk het verblijfsrecht van de vreemdeling nagaan. Als de ambtenaar belast met de grensbewaking de vreemdeling doorlaat moet de ambtenaar met toepassing van artikel 4.26 Vb een meldplicht opleggen aan de vreemdeling.

  • De ambtenaar belast met de grensbewaking moet voor vaststelling van het verblijfsrecht van de vreemdeling contact opnemen met de vreemdelingenpolitie van de politieregio in welke de gestelde woon- of verblijfplaats van de vreemdeling is gelegen, dan wel met de IND als de vreemdeling niet kan aantonen of aannemelijk kan maken dat hem lang verblijf in Nederland is toegestaan.

    In de overige Schengenstaten voor lang verblijf toegelaten vreemdelingen

    De ambtenaar belast met de grensbewaking weigert niet de toegang aan houders van een geldige Belgische of Luxemburgse verblijfsvergunning enkel op de grond dat zij niet in het bezit zijn van hun geldige document voor grensoverschrijding. De ambtenaar belast met de grensbewaking controleert niet op het bezit van bestaansmiddelen bij deze vreemdelingen, wanneer zij in het bezit zijn van geldige reistickets naar België of Luxemburg. De bovenstaande beleidsregels gelden ook voor vreemdelingen die in het bezit zijn van het vereiste document voor grensoverschrijding en een geldige Belgische of Luxemburgse mvv (autorisation de séjour provisoire), mits in deze machtiging staat vermeld dat zij geldig is voor binnenkomst in het Beneluxgebied.

    Uitgenodigde vluchtelingen

    De IND kondigt de komst van een vreemdeling die als vluchteling door de Nederlandse regering is uitgenodigd van te voren bij de ambtenaar belast met de grensbewaking aan. De ambtenaar belast met de grensbewaking verleent deze vreemdeling toegang. De ambtenaar belast met de grensbewaking vangt deze vreemdeling bij aankomst op en begeleidt deze vreemdeling naar aanmeldcentrum Schiphol. De IND stelt deze vreemdeling in de gelegenheid om een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in te dienen.

    Staatlozen

    Voor staatlozen wordt verwezen naar het op 28 september 1954 te New York gesloten Staatlozenverdrag. In dit verdrag wordt onder een staatloze verstaan: een persoon die door geen enkele staat, krachtens diens wetgeving, als onderdaan wordt beschouwd.

    De autoriteiten van het land waar een staatloze is toegelaten stelt de vreemdeling in de regel in het bezit van een vreemdelingenpaspoort.

    Een vreemdeling is op grond van Verordening 539/2001 EG vrijgesteld van de visumplicht als hij in het bezit is van een reisdocument dat is afgegeven door een lidstaat van de EU aan:

  • staatlozen; of

  • andere personen zonder nationaliteit die rechtmatig verblijf hebben in die lidstaat.

  • Vc 2000
    A2/6.2.7.3Werkzoekende zeelieden
    A2/6.2.8.1 Algemene beleidsregels
    A2/6.2.8.2 Vertrek naar een boorinstallatie
    A2/6.2.8.3 Walverlof
    A2/6.2.8.4 Vreemdelingen die werkzaam zijn in de offshoresector
    A2/6.2.10.1 In Nederland voor lang verblijf toegelaten vreemdelingen
    A2/6.2.10.3 In de overige Schengenstaten voor lang verblijf toegelaten vreemdelingen
    A2/6.2.10.2 Vreemdelingen die een beslissing over verblijf mogen afwachten

    top

    Vc 2000 Deel A - 2 / 6.2.7.3. Werkzoekende zeelieden

    Zeelieden die werk willen zoeken aan boord van een in één van de Schengenhavens liggend schip, zonder dat uit een verklaring van de rederij/scheepsagent de mogelijkheid van aan- of overmonstering blijkt, moeten aan alle voorwaarden voor toegang voldoen.

    Voor wat betreft het vereiste van een geldig grensoverschrijdingsdocument geldt, dat voor werkzoekende zeelieden het zeemansboekje niet in de plaats van het paspoort kan treden.

    Indien in het geldig document van grensoverschrijding het benodigde visum ontbreekt, kan aan werkzoekende zeelieden aan de grens een visum met een geldigheid van maximaal vijftien dagen worden afgegeven, mits aan alle overige voorwaarden voor toegang wordt voldaan. Indien nodig kan in uitzonderlijke gevallen na ommekomst van de vijftien dagen termijn een verlenging van de geldigheidsduur van het visum bij de Visadienst, of (voor zover het de in de regio Rotterdam-Rijnmond verblijvende zeelieden betreft) bij de ZHP worden gevraagd.

    Deze werkzoekende zeelieden moeten bovendien met een zeemansboekje (-paspoort) of andere bewijsmiddelen kunnen aantonen dat zij daadwerkelijk het beroep van zeeman uitoefenen.

    top

    Vc 2000 Deel A - 2 / 6.2.8.1. Algemene beleidsregels

    Vreemdelingen die zich via Nederland naar een boorinstallatie op Nederlands deel van het continentaal plat willen begeven of die komende van een boorinstallatie Nederland willen inreizen moeten voldoen aan alle normale voorwaarden voor binnenkomst en verblijf. Het verkeer van en naar een boorinstallatie moet steeds plaatsvinden via een grensdoorlaatpost gedurende de tijd dat deze is opengesteld. De normale in- en uitreisformaliteiten worden steeds vervuld.

    Wel zijn er ten aanzien van werknemers van boorplatformen en werknemers van ondersteunende bedrijven (bijvoorbeeld de zogenaamde 'suppliers') enige bijzonderheden, die hieronder worden aangegeven.

    Controle op bestaansmiddelen blijft achterwege indien de vreemdeling kan aantonen dat hij op een boorinstallatie is tewerkgesteld.

    top

    Vc 2000 Deel A - 2 / 6.2.8.2. Vertrek naar een boorinstallatie

    Eerst bij vertrek uit Nederland naar een boorinstallatie kan worden vastgesteld of de vreemdeling aan alle voorwaarden voor binnenkomst en verblijf heeft voldaan.

    Voor offshoremedewerkers is een langdurig visum, geldig voor meer inreizen, te verkrijgen op het Consulaat-Generaal te Antwerpen. Daartoe dient de vreemdeling zich in persoon te melden en in het bezit te zijn van de volgende bewijsstukken:

    -

    een arbeidscontract met een offshorebedrijf, gevestigd in Nederland, dan wel met een vertegenwoordiger in Nederland;

    -

    een geldig document voor grensoverschrijding, niet zijnde een zeemansboekje, waaruit ook moet blijken dat betrokkene op het moment waarop hij de aanvraag doet voor een langdurig visum nog legaal verblijf heeft in Nederland;

    -

    een door het offshorebedrijf getekende garantverklaring conform bijlage 6a en 6b VV.

    Als bovenstaande bewijsstukken overlegd kunnen worden en de eventueel noodzakelijke verdere onderzoeken zijn uitgevoerd, zal de vreemdeling in het bezit worden gesteld van een visum met een maximale geldigheidsduur van vijf jaar. De geldigheidsduur van het visum kan nooit die van het arbeidscontract of het reisdocument te boven gaan.

    top

    Vc 2000 Deel A - 2 / 6.2.8.3. Walverlof

    Voor werknemers op boorinstallaties geldt een werktijdenregeling die voorziet in veertien dagen werk en veertien dagen verlof aan de wal. Voor dit walverlof gelden de normale voorwaarden voor kort verblijf in Nederland.

    top

    Vc 2000 Deel A - 2 / 6.2.8.4. Vreemdelingen die werkzaam zijn in de offshoresector

    Het bovenstaande kan ook toegepast worden indien de betrokken vreemdeling niet werkzaam is op een boorplatform maar bij een bedrijf dat ondersteunend werkt voor booreilanden (bijvoorbeeld de zogenaamde 'suppliers').

    top

    Vc 2000 Deel A - 2 / 6.2.10.1. In Nederland voor lang verblijf toegelaten vreemdelingen

    Voorwaarden voor binnenkomst

    Toegang wordt steeds verleend aan:

  • vreemdelingen die in het bezit zijn van een geldig paspoort en een geldige verblijfsvergunning afgegeven door één der Schengenstaten;

  • vreemdelingen die in het bezit zijn van een paspoort alsmede een geldig verblijfsdocument (zie bijlagen 7a, 7b, 7c, 7d en 7e VV).

    Ten aanzien van de tweede voorwaarde geldt voorts dat aan een persoon met een door de Nederlandse autoriteiten afgegeven paspoort of identiteitskaart die gebruik heeft gemaakt van zijn recht op vrij verkeer van personen (zie B10) en (vervolgens) verwijderd is door een andere lidstaat om redenen van openbare orde, openbare veiligheid of volksgezondheid, door de Nederlandse ambtenaar belast met de grensbewaking zonder formaliteiten toegang dient te worden verleend. Dit geldt ook wanneer het paspoort of de identiteitskaart is vervallen of de nationaliteit van de houder wordt betwist (zie artikel 8.10 Vb).

    Inwonende kinderen beneden de twaalf jaar zijn meestal opgenomen in de vergunning van hun ouders. Deze kinderen worden ook feitelijk in het bezit gesteld van een verblijfsdocument (zie artikel 4.21, tweede lid, Vb).

    Alle hierboven genoemde vreemdelingen zijn in geval van terugkeer naar Nederland vrijgesteld van de visumplicht (zie bijlage 3 VV).

    Wijze van grenscontrole
  • Vreemdelingen die kunnen aantonen dat hen lang verblijf in Nederland is toegestaan.

    Vreemdelingen aan wie lang verblijf in Nederland is toegestaan zijn bij in- en uitreis verplicht om het in hun bezit zijnde document voor grensoverschrijding desgevraagd aan een grensbewakingsambtenaar te tonen en te overhandigen (zie artikel 4.5 Vb).

    Ten aanzien van vreemdelingen die kunnen aantonen dat hen lang verblijf in Nederland is toegestaan blijft controle op bestaansmiddelen achterwege. Hen wordt niet gevraagd naar doel en duur van het verblijf. Wel kan controle aan de hand van het OPS plaatsvinden, met name met het oog op tenuitvoerlegging van signaleringen die verband houden met de Vw (zie A3/9).

    Zoals is aangegeven in A2/5.5.1, dient in het geval het voornemen bestaat om de toegang te weigeren aan een persoon die zich er op beroept dat hem lang verblijf in Nederland is toegestaan, eerst contact op te worden genomen met de IND.

  • Vreemdelingen aan wie lang verblijf in Nederland niet meer is toegestaan / bij twijfel omtrent het verblijfsrecht

    Uit een signalering in het OPS kan blijken dat de verblijfsvergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd is ingetrokken dan wel de geldigheidsduur is verstreken. Aan de houder van een geldig paspoort en van een verblijfsvergunning waarvan de geldigheidsduur nog maar korte tijd is verstreken kan, wanneer hij een redelijke grond kan aanvoeren voor zijn verlate terugkeer, toegang worden verleend. In ieder geval dient de grensbewakingsambtenaar zo veel mogelijk direct de verblijfsrechtelijke status na te gaan. Indien de vreemdeling wordt doorgelaten dient met toepassing van artikel 4.26 Vb een meldplicht te worden opgelegd.

    Wanneer de vreemdeling niet kan aantonen of aannemelijk kan maken dat hem lang verblijf in Nederland is toegestaan, kan voor vaststelling van zijn verblijfsrechtelijke positie contact worden opgenomen met de vreemdelingenpolitie van de politieregio in welke de gestelde woon- of verblijfplaats van de vreemdeling is gelegen, dan wel met de IND.

    top

    Vc 2000 Deel A - 2 / 6.2.10.3. In de overige Schengenstaten voor lang verblijf toegelaten vreemdelingen

    Vreemdelingen die houder zijn van een geldig, door een Schengenstaat afgegeven verblijfsdocument zijn vrijgesteld van de visumplicht (zie artikel 21 SUO).

    De toegang wordt aan houders van een geldige Belgische of Luxemburgse verblijfsvergunning niet geweigerd op de enkele grond dat zij niet tevens in het bezit zijn van hun paspoort. Controle op bestaansmiddelen blijft bij deze vreemdelingen achterwege, wanneer zij in het bezit zijn van geldige reisbiljetten naar de landen waarvoor zij over een geldige verblijfstitel of terugkeervisum beschikken.

    Toegang wordt geweigerd wanneer gevaar voor de Nederlandse openbare orde of nationale veiligheid daartoe aanleiding geeft, met name wanneer de vreemdeling is gesignaleerd als ongewenst vreemdeling of als ongewenstverklaard vreemdeling (ongewenstverklaard ex artikel 67 Vw).

    Het bovenstaande is van overeenkomstige toepassing op vreemdelingen die in het bezit zijn van het vereiste document voor grensoverschrijding en een geldige Belgische of Luxemburgse mvv (autorisation de séjour provisoire), mits in deze machtiging staat vermeld dat zij geldig is voor binnenkomst in het Beneluxgebied.

    top

    Vc 2000 Deel A - 2 / 6.2.10.2. Vreemdelingen die een beslissing over verblijf mogen afwachten

    Aan vreemdelingen wordt in bepaalde gevallen toegestaan om in Nederland de (definitieve) beslissing over hun verblijf af te wachten. Hieromtrent wordt door de IND een aantekening gesteld in het paspoort (zie voor deze aantekening artikel 4.34, eerste lid, onder c, Vb).

    Wanneer deze vreemdelingen Nederland verlaten en naderhand weer willen terugkeren, moeten zij in beginsel voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst en verblijf in Nederland.

    Wanneer deze vreemdelingen in het bezit zijn van een geldig paspoort, voorzien van een geldig visum voor terugkeer, wordt steeds toegang verleend. In verband met de grenscontrole is in dit geval het gestelde onder A2/6.2.10.1 van overeenkomstige toepassing.