TERUG naar Overzicht van Vc 2000 en Vc 2013
In onderstaande tabel staat in de linker kolom de tekst van de bepaling zoals die momenteel luidt in Vc 2013.
In de rechter kolom staat de oorspronkelijke tekst zoals die (in verschillende bepalingen) in de Vc 2000 voorkwam.
Vc 2013

Vc 2013 - A3 / 7.1. Aanvraag op grond van artikel 64 Vw

Een vreemdeling die bekend is bij de IND, moet een aanvraag op grond van artikel 64 Vw schriftelijk indienen bij de IND.

Een vreemdeling die niet bekend is bij de IND, of die eerder 'met onbekende bestemming' is vertrokken, moet telefonisch contact opnemen met de IND over de te volgen werkwijze. Deze vreemdeling wordt in de gelegenheid gesteld om de aanvraag op grond van artikel 64 Vw in persoon aan het IND-loket in te dienen.

Een vreemdeling die niet bekend is bij de IND en die een schriftelijke aanvraag op grond van artikel 64 Vw bij de IND indient, moet deze aanvraag aan het IND-loket aanvullen door het laten vaststellen van zijn verblijfplaats in Nederland door de IND. De IND stelt de verblijfplaats vast door een afschrift uit het GBA of een ander bewijsmiddel waaruit de verblijfplaats van de vreemdeling blijkt. Het niet in persoon aan het IND-loket verschijnen is grond voor afwijzing.

Als de vreemdeling die een aanvraag op grond van artikel 64 Vw wil indienen:

  • een uitgeprocedeerde asielzoeker is, én

  • in afwachting van de behandeling van de aanvraag op grond van artikel 64 Vw in aanmerking wil komen voor opvang op grond van de Rva,

  • moet hij telefonisch contact opnemen met de IND over de te volgen werkwijze (zie paragraaf A3/7.2 Vc).

    Als de vreemdeling een aanvraag op grond van artikel 64 Vw indient bij de DT&V, de vreemdelingenpolitie, ZHP, KMar of het COA, wordt de aanvraag doorgezonden aan de IND.

    De vreemdeling onderbouwt een aanvraag op grond van artikel 64 Vw in ieder geval met:

  • een ingevulde en ondertekende toestemmingsverklaring (zie bijlage 13 VV), niet ouder dan zes maanden met vermelding van de behandelaars, waarbij de vreemdeling momenteel onder behandeling staat.

  • een gedagtekend, ondertekend schriftelijk bewijs van de medische behandelaar(s), niet ouder dan een maand op het moment waarop overgelegd wordt, waaruit blijkt:

    -

    de naam, het adres en het registratienummer van het register van Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg of het Nederlands Instituut van Psychologen van de behandelaar(s);

    -

    welke medische klachten de vreemdeling heeft, waarvoor hij door de behandelaar wordt behandeld;

    -

    datum start behandeling en wanneer bekend de verwachte einddatum van de behandeling.

  • een kopie van een geldig document voor grensoverschrijding en/ of identiteitsdocument.

  • Als het voor de vreemdeling niet mogelijk is een geldig document voor grensoverschrijding te verstrekken, moet de vreemdeling op andere wijze inzicht in zijn identiteit en nationaliteit verschaffen door middel van bewijsmiddelen.

    De IND beschouwt als bewijsmiddel van identiteit en nationaliteit als de vreemdeling niet beschikt over een geldig document voor grensoverschrijding:

  • een schriftelijke verklaring van de autoriteiten van het land waarvan de vreemdeling onderdaan is, waarin de autoriteiten van dat land motiveren waarom de vreemdeling niet in het bezit wordt gesteld van een geldig document voor grensoverschrijding; en

  • aanvullende gegevens en bescheiden met betrekking tot zijn identiteit en nationaliteit zoals een identiteitskaart, een geboorteakte, een nationaliteitsverklaring.

  • Als er geen medische bewijsmiddelen ter onderbouwing van de aanvraag worden ingediend en een ingevulde toestemmingsverklaring (zie bijlage 13 VV) ontbreekt, stelt de IND de vreemdeling in de gelegenheid binnen twee weken de aanvraag aan te vullen en dit verzuim te herstellen. Als de vreemdeling hier niet aan voldoet, mag de aanvraag worden afgewezen. De redelijke termijn van twee weken kan korter zijn als de uitzetting eerder gepland is.

    De beslistermijn op een aanvraag op grond van artikel 64 Vw mag eenmalig worden verlengd met dertien weken. De verlenging van de beslistermijn is in ieder geval redelijk als BMA onderzoek bij derden moet doen naar de medische problematiek van de vreemdeling. De IND maakt aan de vreemdeling schriftelijk bekend binnen welke termijn een besluit op de aanvraag op grond van artikel 64 Vw kan worden verwacht.

    Het indienen van een aanvraag op grond van artikel 64 Vw schort de vertrekplicht niet op. In afwachting van het besluit op de aanvraag, heeft de vreemdeling geen rechtmatig verblijf ex artikel 8 Vw.

    In beginsel zal geen gebruik worden gemaakt van de bevoegdheid tot uitzetting van de vreemdeling door de DT&V, zolang op de aanvraag voor een verblijfsvergunning op grond van artikel 64 Vw niet is beslist.

    Het indienen van een aanvraag op grond van artikel 64 Vw schort niet de door het COA te volgen procedures tot beëindiging van verstrekkingen ingevolge de Rva op.

    Als de IND op basis van het BMA advies de aanvraag afwijst, brengt de IND de vreemdeling van het besluit onder verwijzing naar het medisch advies schriftelijk op de hoogte.

    Het komt voor dat BMA in zijn advies aangeeft dat de vreemdeling in staat is om te reizen, maar dat dit onder voorwaarden moet. De DT&V ziet erop toe dat aan deze voorwaarden is voldaan voordat de vreemdeling wordt uitgezet. Het opvragen en meenemen van het medisch dossier betreft een verantwoordelijkheid van de vreemdeling zelf. De vreemdeling of zijn gemachtigde wordt hierop gewezen door de DT&V.

    Vc 2000
    A4/7Geen uitzetting om gezondheidsredenen

    top

    Vc 2000 Deel A - 4 / 7. Geen uitzetting om gezondheidsredenen

    top
    top
    top
    top
    top
    top
    top