TERUG naar Overzicht van Vc 2000 en Vc 2013
In onderstaande tabel staat in de linker kolom de tekst van de bepaling zoals die momenteel luidt in Vc 2013.
In de rechter kolom staat de oorspronkelijke tekst zoals die (in verschillende bepalingen) in de Vc 2000 voorkwam.
Vc 2013

Vc 2013 - A4 / 2.3. Duur van het inreisverbod

De IND of de ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen vaardigt het inreisverbod uit voor de maximale duur zoals die in de verschillende onderdelen van artikel 6.5a Vb is genoemd.

De IND of de ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen verkort de duur van het inreisverbod als de vreemdeling bijzondere, individuele omstandigheden heeft aangevoerd en onderbouwd.

De IND of de ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen verhoogt de duur van het inreisverbod naar vijf jaar als een vreemdeling zich op het grondgebied van Nederland bevindt terwijl een inreisverbod van kracht is.

Met de vrijheidsstraf zoals bedoeld in artikel 6.5a Vb, wordt een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf bedoeld. Als meerdere vrijheidsstraffen zijn opgelegd, worden deze bij elkaar opgeteld.

De IND of de ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen vaardigt een inreisverbod uit met toepassing van artikel 6.5a lid 4 onder c Vb bij het uitvaardigen van een derde terugkeerbesluit.

Vc 2000
A5/5Duur van het inreisverbod

top

Vc 2000 Deel A - 5 / 5. Duur van het inreisverbod

Op grond van artikel 66a, vierde lid, Vw, bedraagt de duur van een inreisverbod niet langer dan vijf jaren, tenzij het inreisverbod is gegeven op grond dat de vreemdeling naar het oordeel van de Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel een ernstige bedreiging vormt van de openbare orde, openbare veiligheid of nationale veiligheid.

Om te voldoen aan de verplichting die is neergelegd in de Terugkeerrichtlijn om de duur te bepalen volgens alle relevante omstandigheden van het individuele geval, is in artikel 6.5a Vb opgenomen dat de duur niet meer mag bedragen dan de daar vermelde maximumduur. De maximum duur is afhankelijk is van de reden waarom het inreisverbod wordt opgelegd.

De maximale duur van het inreisverbod is afhankelijk van het bepaalde in artikel 6.5a Vb. In dit artikel is reeds verdisconteerd de ernst van de aanleiding om tot het opleggen van een inreisverbod over te gaan. Om die reden wordt, behoudens door de vreemdeling aangevoerde en nader onderbouwde bijzondere individuele omstandigheden, de maximale duur opgelegd zoals die in de verschillende onderdelen van artikel 6.5a Vb staan genoemd.

Met de vrijheidsstraf zoals bedoeld in artikel 6.5a Vb, wordt een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf bedoeld. Bij het bepalen van de duur van het inreisverbod worden de verschillende vrijheidsstraffen bij elkaar opgeteld.

Volgens artikel 6.5a, vierde lid, onder c, Vb bedraagt de duur van het inreisverbod ten hoogte vijf jaren indien het een vreemdeling betreft die reeds het onderwerp is geweest van meer dan één terugkeerbesluit. Van deze mogelijkheid wordt pas bij het uitvaardigen van een derde terugkeerbesluit gebruik gemaakt.

Volgens artikel 6.5a, lid 4, aanhef en onder d, Vb bedraagt de duur van het inreisverbod ten hoogste vijf jaren indien de vreemdeling zich op het grondgebied van Nederland heeft begeven terwijl een inreisverbod van kracht was. Dit houdt in dat, indien een vreemdeling Nederland en daarmee de EU (met uitzondering van VK en Ierland), EER en Zwitserland niet heeft verlaten, en zich dus in weerwil van het inreisverbod op het grondgebied bevindt, de duur van het inreisverbod wordt verhoogd naar vijf jaren. Ook betekent dit dat indien een vreemdeling Nederland en daarmee de EU (met uitzondering van VK en Ierland), EER en Zwitserland wél heeft verlaten, maar zich vervolgens wederom op het grondgebied bevindt terwijl een inreisverbod van kracht is, de duur van het inreisverbod tevens wordt verhoogd naar vijf jaren.

top
top
top
top
top
top
top