TERUG naar Overzicht van Vc 2000 en Vc 2013
In onderstaande tabel staat in de linker kolom de tekst van de bepaling zoals die momenteel luidt in Vc 2013.
In de rechter kolom staat de oorspronkelijke tekst zoals die (in verschillende bepalingen) in de Vc 2000 voorkwam.
Vc 2013

Vc 2013 - A5 / 2.4. Minderjarigen en gezinnen met minderjarigen

Bij vrijheidsontnemende maatregelen bij minderjarigen is tenminste een van de volgende situaties van toepassing:

  • vreemdelingen beneden de leeftijd van twaalf jaar die met hun ouder(s) of wettelijke vertegenwoordigers niet rechtmatig in Nederland verblijven, mogen uitsluitend met hun ouder(s) of wettelijke verzorgers van hun vrijheid worden ontnomen. In dat geval wordt de vrijheidsontneming ten uitvoer gelegd in een justitiële inrichting of een politiebureau waar een voor minderjarigen geschikt regime mogelijk is;

  • vreemdelingen in de leeftijd van twaalf tot zestien jaar die met hun ouder(s) of wettelijke verzorgers in Nederland illegaal verblijven, mogen alleen met hun ouder(s) of wettelijke vertegenwoordigers van hun vrijheid worden ontnomen als binnen vier dagen overdracht van een politiebureau naar een justitiële inrichting mogelijk is;

  • alleenstaande vreemdelingen in de leeftijd van twaalf tot zestien jaar mogen van hun vrijheid worden ontnomen, als de tenuitvoerlegging van de vrijheidsontnemende maatregel uiterlijk binnen vier dagen plaatsvindt in een justitiële inrichting.

  • Als er een uitzondering wordt gemaakt op een van de voorwaarden vindt overleg tussen de ambtenaar belast met grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen die ook hulpofficier van justitie is en de DT&V plaats.

    Nog meer dan bij volwassenen, wordt bewaring bij alleenstaande minderjarige vreemdelingen alleen in uiterste gevallen toegepast en voor een zo kort mogelijke duur. Bij alleenstaande minderjarige vreemdelingen is bewaring alleen gerechtvaardigd als zwaarwegende belangen aanwezig zijn. Van zwaarwegende belangen is uitsluitend sprake in de volgende situaties:

  • De alleenstaande minderjarige vreemdeling is verdacht van- of veroordeeld voor een misdrijf;

  • Het vertrek van de alleenstaande minderjarige vreemdeling kan uiterlijk binnen veertien dagen gerealiseerd worden;

  • De alleenstaande minderjarige vreemdeling is eerder met onbekende bestemming vertrokken uit de opvang of heeft zich niet gehouden aan een opgelegde meldplicht of vrijheidsbeperkende maatregel;

  • Aan de alleenstaande minderjarige vreemdeling is de toegang geweigerd tot Nederland. Als door de hulpofficier van justitie wordt getwijfeld aan de minderjarigheid van de vreemdeling, is vrijheidsontneming van de vreemdeling aan de orde tot de minderjarigheid is vastgesteld door de IND.

  • Bewaring op grond van artikel 59, eerste en tweede lid Vw, is bij gezinnen met minderjarigen beperkt tot een termijn van twee weken. Deze termijn kan slechts worden overschreden als de geplande uitzetting niet plaats kan vinden door tenminste één van de volgende omstandigheden:

  • fysiek verzet van (één van) de gezinsleden;

  • het feit dat (één van) de gezinsleden na de bewaring één of meerdere procedures is gaan voeren met het doel de uitzetting te vertragen.

  • Als sprake is van een gezin met twee ouders en het gevaar op onttrekking aan het toezicht of de uitzetting bestaat, wordt volstaan met het opleggen van een vrijheidsontnemende maatregel aan één ouder door de ambtenaar belast met grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen. Aan de overige gezinsleden wordt in dat geval een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd. Als uitzondering wordt in het belang van grensbewaking het gehele gezin de vrijheidsontnemende maatregel opgelegd als het gezin de toegang tot Nederland - en daarmee het Schengengebied - is geweigerd, ongeacht of sprake is van een gezin met één- of twee ouders.

    De maximale termijn van twee weken voor vrijheidsontneming is niet van toepassing als aan één ouder de vrijheidsontnemende maatregel is opgelegd terwijl de overige familie- of gezinsleden een vrijheidbeperkende maatregel is opgelegd.

    Vc 2000
    A6/1.5Vrijheidsontnemende maatregelen bij minderjarigen

    top

    Vc 2000 Deel A - 6 / 1.5. Vrijheidsontnemende maatregelen bij minderjarigen

    Vrijheidsontneming is een ingrijpende maatregel. De toepassing daarvan moet daarom tot het strikt noodzakelijke beperkt blijven. Een versterkte mate van terughoudendheid dient te worden betracht bij vrijheidsontneming van minderjarigen. Zulks brengt met zich mee dat er extra aandacht zal moeten zijn voor de mogelijkheid van het gebruik van minder ingrijpende maatregelen dan vrijheidsontneming. Zie ook A6/1.6 voor vrijheidsbeperkende- dan wel een vrijheidsontnemende maatregelen bij gezinnen met minderjarige kinderen. Bij aannemelijke twijfel omtrent de leeftijd van vreemdelingen die stellen minderjarig te zijn kan een leeftijdsonderzoek worden ingesteld volgens de daarvoor geldende protocollen (zie de website van de IND).

    De volgende regels zijn van toepassing:

    a.

    Jeugdige vreemdelingen beneden de leeftijd van twaalf jaar die met hun ouder(s) of wettelijke verzorgers in Nederland verblijven, kan slechts met hun ouder(s) of wettelijke verzorgers op grond van de Vw hun vrijheid worden ontnomen, in welk geval de vrijheidsontneming direct ten uitvoer wordt gelegd in een justitiéle inrichting of een politiebureau waar een soepel regime (bijvoorbeeld het verblijven in een passantenverblijf) mogelijk is;

    b.

    jeugdige vreemdelingen in de leeftijd van twaalf tot zestien jaar die met hun ouder(s) of wettelijke verzorgers in Nederland verblijven, kan slechts met hun ouder(s) of wettelijke verzorgers op grond van de Vw hun vrijheid worden ontnomen indien binnen vier dagen; overbrenging van een politiebureau naar een justitiéle inrichting mogelijk is;

    c.

    alleenstaande jeugdige vreemdelingen in de leeftijd van twaalf tot zestien jaar kan slechts op grond van de Vw hun vrijheid worden ontnomen, indien de tenuitvoerlegging uiterlijk binnen vier dagen kan plaatsvinden in een jeugdinrichting.

    Indien het voornemen bestaat een uitzondering te maken op a - c vindt overleg tussen de inbewaringstellende instantie en de DT&V plaats.

    top
    top
    top
    top
    top
    top
    top