TERUG naar Overzicht van Vc 2000 en Vc 2013
In onderstaande tabel staat in de linker kolom de tekst van de bepaling zoals die momenteel luidt in Vc 2013.
In de rechter kolom staat de oorspronkelijke tekst zoals die (in verschillende bepalingen) in de Vc 2000 voorkwam.
Vc 2013

Vc 2013 - A5 / 6.12. Het overbrengen en ophouden na strafrechtelijke detentie

Het moet worden voorkomen dat vreemdelingen na hun strafrechtelijke detentie in bewaring worden gesteld. Als een vreemdeling na zijn strafrechtelijke detentie in bewaring gesteld moet worden omdat feitelijk vertrek aansluitend aan de strafrechtelijke detentie niet mogelijk is, deelt de ambtenaar belast met grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen aan de vreemdeling tijdens de strafrechtelijke detentie mee dat hij bij beëindiging van zijn strafrechtelijke detentie op grond van artikel 50, derde lid, Vw naar een plaats bestemd voor verhoor wordt overgebracht. Hier wordt de vreemdeling geïnformeerd over de verdere te volgen procedure. Deze mededeling wordt, met gebruikmaking van model M122, aan de vreemdeling uitgereikt. Aan de directeur van de inrichting waarin de vreemdeling zich bevindt moet een afschrift van model M122 worden gestuurd. De ambtenaar moet ook van de toepassing van dit artikel proces-verbaal (zie model M111-A) opmaken.

Vc 2000
A6/5.3.7.1Het overbrengen en ophouden na strafrechtelijke detentie

top

Vc 2000 Deel A - 6 / 5.3.7.1. Het overbrengen en ophouden na strafrechtelijke detentie

Het uitgangspunt is dat zoveel mogelijk voorkomen dient te worden dat vreemdelingen na hun strafrechtelijke detentie in bewaring gesteld moeten worden (zie A4/10). Toch kan het voorkomen dat een vreemdeling na zijn detentie in vreemdelingenrechtelijke bewaring gesteld moet worden. Dit kan zich voordoen bij detentie waarvan niet bij voorbaat de datum van ontslag vaststaat, zoals bij voorlopige hechtenis of een nog niet onherroepelijk vonnis. De inbewaringstelling dient alsdan binnen een redelijke termijn na de (strafrechtelijke) invrijheidstelling te geschieden met toepassing van artikel 50, derde lid, Vw. Dit artikel verschaft een rechtstitel van vrijheidsontneming om vreemdelingen na een strafrechtelijke detentie ter inbewaringstelling te vervoeren naar een plaats bestemd voor verhoor. Aldaar kan de vreemdeling maximaal zes uren worden opgehouden waarbij de tijd tussen middernacht en negen uur 's ochtends niet wordt meegerekend. De termijn van ophouding vangt aan op het moment dat de vreemdeling op de plaats bestemd voor verhoor is aangekomen. Zie A3/3.5.

Voor alle duidelijkheid dient te worden opgemerkt dat indien de identiteit van de vreemdeling én de onrechtmatigheid van zijn verblijf vaststaan, verlenging van de termijn, als bedoeld in artikel 50, vierde lid, Vw, niet mogelijk is.

Aan de vreemdeling wordt tijdens de strafrechtelijke detentie mededeling gedaan van het feit dat hij bij beéindiging van zijn strafrechtelijke detentie op grond van artikel 50, derde lid, Vw naar een plaats bestemd voor verhoor wordt overgebracht. Deze mededeling wordt, met gebruikmaking van Model M122, op schrift gesteld en aan de vreemdeling uitgereikt. Aan de directeur van de inrichting waarin de vreemdeling zich bevindt, moet eveneens een afschrift van deze mededeling worden gestuurd.

Voorts dient van de toepassing van dit artikel proces-verbaal (zie Model M111-A) opgemaakt te worden.

top
top
top
top
top
top
top