Vc 2000
Vc 2000 A2/6.2.7.1. Specifieke voorschriften voor zeelieden
Op grond van de
Wet op de uitgebreide identificatieplicht is een politieambtenaar
bevoegd tot het vorderen van een identiteitsbewijs voor zover dat
redelijkerwijs noodzakelijk is voor zijn taakuitoefening. In dat geval
dienen ook passagierende zeelieden een identiteitsbewijs ter inzage aan
te bieden. Een geldig grensoverschrijdingsdocument is in dat geval
voldoende. Zeelieden kunnen eveneens aan een grensbewakingscontrole
worden onderworpen voordat zij het vaartuig, verlaten dan wel
betreden.
Wanneer een zeeman niet of niet langer aan de in de
SGC neergelegde voorwaarden voor passagieren voldoet, stelt het hoofd
van de doorlaatpost daaromtrent een aantekening op de bemanningslijst
achter de naam van de zeeman. Bij gevaar voor de openbare orde kan het
hoofd van de doorlaatpost/het hoofd van dienst volstaan de vreemdeling
de verplichting op te leggen aan boord van het schip te blijven.
Zonodig kan hij de zeeman in dit geval ook met toepassing van artikel
50 Vw overbrengen naar de vreemdelingenpolitie. Dit laatste geschiedt
steeds:
|
wanneer
de zeeman staat gesignaleerd als ongewenst vreemdeling of als ongewenst
verklaarde vreemdeling op grond van artikel 67 Vw;
of |
|
wanneer de zeeman is
achtergebleven na vertrek van het schip, dan wel is afgemonsterd,
zonder te voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst en verblijf in
Nederland. |
De ambtenaar belast met grensbewaking
hoeft geen machtiging te vragen voor het verlenen van een visum aan
zeelieden die toegang willen tot andere dan de gemeenten waarin de
haven gelegen is waar hun schip is afgemeerd of de daaraan grenzenden
gemeenten. Zoals is aangegeven in A2/4.3.8, bestaat met betrekking tot
het verlenen van visa aan de grens aan transiterende zeelieden een
separate regeling (zie artikel 36 Visumcode).Behalve de daar genoemde
voorwaarden gelden voor zelfstandige verlening van een visum in dit
geval bovendien de volgende
voorwaarden:
|
de
betreffende zeeman moet deel uit blijven maken van de bemanning van het
schip waarop hij het Schengengebied is binnen
gekomen; |
|
de betrokken rederij
of agent moet zich garant stellen door ondertekening van een verklaring
zoals opgenomen in bijlage 6a en 6b
VV. |
|
Vc 2013
A1/4.12 | Passagierende zeelieden |
| |
| |
|
topVc 2013 - A1 / 4.12. Passagierende zeelieden
Het hoofd van de grensdoorlaatpost stelt een aantekening op de bemanningslijst achter de naam van de zeeman wanneer een zeeman niet of niet langer aan de in de SGC neergelegde voorwaarden voor passagieren voldoet. Het hoofd van de grensdoorlaatpost mag de zeeman bij gevaar voor de openbare orde, de nationale veiligheid of de volksgezondheid met toepassing van artikel 50 Vw overbrengen naar de vreemdelingenpolitie. Het hoofd van de grensdoorlaatpost brengt de zeeman in ieder geval in de volgende situaties daar naar toe:
de zeeman staat gesignaleerd als ongewenst vreemdeling of als ongewenst verklaarde vreemdeling op grond van artikel 67 Vw, of er is sprake van een inreisverbod; |
de zeeman is achtergebleven na vertrek van het zeeschip, dan wel is afgemonsterd, zonder te voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst en verblijf in Nederland. |
De ambtenaar belast met de grensbewaking hoeft geen machtiging te vragen voor het verlenen van een visum aan een zeeman die toegang wil tot andere plaatsen dan de gemeente, waarin de haven gelegen is waar zijn zeeschip is afgemeerd of de daaraan grenzende gemeenten.
|
top |
top |
|