Vc 2000
Vc 2000 A2/6.2.9.3. Adoptie(f)- en pleegkinderen
Onderscheid wordt gemaakt tussen adoptie(f)kinderen en pleegkinderen. Adoptie(f)kinderen zijn kinderen die op zeer jeugdige leeftijd, in de regel jonger dan zes jaar, ter adoptie naar Nederland komen. De aspirant-adoptiefouders moeten voor opneming van deze kinderen onder andere in het bezit zijn van een zogenaamde beginseltoestemming van de Minister. Pleegkinderen zijn diegenen die niet voor adoptie maar om andere redenen in hun belang naar Nederland komen om te worden opgenomen in het gezin van naaste familieleden.
Voor binnenkomst met het oog op verblijf ter adoptie(f)- dan wel als pleegkind is onder meer het bezit van een geldig document voor grensoverschrijding vereist. Dit is in beginsel een geldig paspoort, indien vereist, voorzien van een geldige mvv.
Toegang wordt verleend aan jeugdige vreemdelingen aan wie ter adoptie(f)- dan wel als pleegkind een mvv is afgegeven. Wanneer niet, uit een mvv, blijkt dat voorafgaand aan de komst naar Nederland toestemming voor verblijf ter adoptie(f)- dan wel als pleegkind is verleend, moet steeds de IND worden geraadpleegd.
Toestemming voor de inreis wordt in deze gevallen slechts verleend:
- |
wanneer het betreft een adoptie(f)kind voor wie de aspirant adoptie(f)ouders een document kunnen overleggen waaruit blijkt dat de autoriteiten van het land van herkomst instemmen met de opneming van het kind in het gezin van de aspirant adoptie(f)ouders in Nederland; |
- |
wanneer klemmende redenen van humanitaire aard daartoe aanleiding geven. |
In beide gevallen wordt een meldplicht opgelegd als bedoeld in artikel 4.26 Vb.
In het al tweede geval wordt bovendien van de aspirant-pleegouders verlangd dat zij een garantverklaring (zie de bijlage 6c VV) ondertekenen. Bij aspirant-adoptie(f)ouders is het ondertekenen van zo'n verklaring niet nodig.
|
Vc 2013
A1/4.13 | Adoptiekind, adoptiefkind en pleegkind |
| |
| |
|
topVc 2013 - A1 / 4.13. Adoptiekind, adoptiefkind en pleegkind
Een vreemdeling die Nederland wil binnenkomen voor verblijf met als doel 'adoptiekind', 'adoptiefkind' dan wel 'pleegkind' moet in het bezit zijn van een geldig document voor grensoverschrijding. Dit geldig document voor grensoverschrijding is een geldig paspoort voorzien van een geldige mvv als die vereist is.
De ambtenaar belast met de grensbewaking verleent toegang aan een vreemdeling aan wie als adoptiekind, adoptiefkind dan wel als pleegkind een mvv is afgegeven. De ambtenaar belast met de grensbewaking moet de IND raadplegen als geen mvv voor verblijf als adoptiekind, adoptiefkind dan wel als pleegkind is verleend.
De IND verleent uitsluitend toestemming voor de inreis in de volgende situaties:
de vreemdeling is een adoptiekind, adoptiefkind voor wie de aspirant adoptieouders of adoptiefouders een document kunnen overleggen waaruit blijkt dat de autoriteiten van het land van herkomst instemmen met de opneming van het kind in het gezin van de aspirant adoptieouders of adoptiefouders in Nederland; |
er is sprake van klemmende redenen van humanitaire aard. |
In beide gevallen legt de ambtenaar belast met de grensbewaking de vreemdeling een meldplicht op als bedoeld in artikel 4.26 Vb.
De ambtenaar belast met de grensbewaking verlangt in het geval er sprake is van klemmende redenen van humanitaire aard van de aspirant pleegouders dat zij een garantverklaring (zie de bijlage 6c VV) ondertekenen. Aspirant adoptieouders of adoptiefouders hoeven geen garantverklaring te ondertekenen.
|
top |
top |
|