TERUG naar Overzicht van Vc 2000 en Vc 2013
In onderstaande tabel staat in de linker kolom de tekst van de bepaling zoals die op 31 maart 2013 luidde in Vc 2000.
In de rechter kolom staat de HUIDIGE tekst zoals die OP 1 april 2013 in de Vc 2013 voorkomt.
Vc 2000

Vc 2000 A2/7.1.6. Strafrechtelijke aansprakelijkheid

De vervoerder kan worden vervolgd terzake van overtreding van artikel 4, eerste, tweede en derde lid, Vw, te weten het veronachtzamen van de zorg-, afschrift- en passagiersinformatieplicht, alsmede terzake van overtreding van artikel 5, eerste en tweede lid, Vw en artikel 65, derde lid, Vw. Ook kan tegen de vervoerder vervolging worden ingesteld terzake van overtreding van artikel 197a WvSr, welk artikel mensensmokkel behelst.

Het college van procureurs-generaal heeft de Richtlijn inzake strafvordering strafrechtelijke aansprakelijkheid voor de aanvoer van niet of onjuist gedocumenteerde vreemdelingen vastgesteld. De Richtlijn bevat aanwijzingen voor het OM ten aanzien van het transactie- en vervolgingsbeleid met betrekking tot artikel 4, eerste en tweede lid, en artikel 108 Vw. Voor het transactie- en vervolgingsbeleid van artikel 4, derde lid, en artikel 108 Vw bestaat de Richtlijn voor strafvordering strafrechtelijke aansprakelijkheid voor het verstrekken van passagiersgegevens door luchtvaartmaatschappijen.

Overtreding van artikel 4, eerste en tweede lid, Vw (het nalaten van de zorg- of afschriftplicht) kan worden bestraft met een geldboete van de vierde categorie (maximaal €  19.000) of hechtenis van zes maanden (artikel 108 Vw). Proces-verbaal wordt opgemaakt in alle gevallen waarin als gevolg van het nalaten van de zorg- of afschriftplicht een niet of onjuist gedocumenteerde vreemdeling binnen Nederland is gebracht. Alle processen-verbaal worden doorgezonden aan het OM. In beginsel zal eerst een transactie worden aangeboden door het OM.

Overtreding van artikel 4, derde lid, Vw (het nalaten van de passagiersinformatieplicht) kan worden bestraft met een geldboete van de vierde categorie (maximaal €  19.000) of hechtenis van zes maanden (artikel 108 Vw).

Overtreding van de artikelen 5, eerste en tweede lid, Vw en artikel 65, derde lid, Vw wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie (maximaal €  3.800) of een hechtenis van ten hoogste zes maanden (artikel 108 Vw).

Het misdrijf van artikel 197a WvSr (mensensmokkel) kan worden bestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of een geldboete van de vijfde categorie (maximaal € 76.000). Het derde lid van het artikel bevat de mogelijkheid tot strafverzwaring indien het feit is begaan in de uitoefening van enig ambt of beroep. Ingeval van verdenking van mensensmokkel wordt in ieder geval proces-verbaal opgemaakt en zal in beginsel onmiddellijk tot dagvaarden worden overgegaan.

Vc 2013
A1/9Verplichtingen voor vervoerders

top

Vc 2013 - A1 / 9. Verplichtingen voor vervoerders

Zorgplicht

Een vervoerder moet zijn personeel zodanig instrueren, dat controle van reisdocumenten plaatsvindt bij het inchecken en bij vertrek naar Nederland. Onder het personeel van de vervoerder valt het personeel dat onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde formaliteiten verricht. Het personeel van de vervoerder moet bij de controle van de reisdocumenten vaststellen of een document voor grensoverschrijding geldig is.

De vervoerder moet ten minste controleren of:

  • de naam, geboortedatum, nationaliteit, geslacht, lengte en foto, zoals die in het aangeboden document voor grensoverschrijding zijn opgenomen, overeenkomen met de aanbieder van het document voor grensoverschrijding;

  • het aangeboden document voor grensoverschrijding voorzien is van de benodigde visa (zowel voor Nederland als voor het land van uiteindelijke bestemming);

  • de geldigheidsduur van het aangeboden document voor grensoverschrijding en de daarin aangebrachte visa niet is verlopen;

  • het aangeboden document voor grensoverschrijding is afgegeven door een daartoe bevoegde autoriteit.

  • De vervoerder moet door middel van een kort en bondig onderzoek controleren of het aangeboden document voor grensoverschrijding vals of vervalst is, waarbij zonodig gebruik gemaakt moet worden van eenvoudige hulpmiddelen.

    Op opstapplaatsen waar door de vervoerder bij de controle van vervoersbewijzen gebruik gemaakt wordt van technische apparatuur, moet de vervoerder deze apparatuur voor de controle van documenten voor grensoverschrijding gebruiken.

    De Nederlandse overheid is bevoegd de vervoerder aanwijzingen te geven om extra voorzorgsmaatregelen te nemen voor de controle voorafgaand aan het vertrek bij vervoer dat als risicodragend wordt aangemerkt. Deze aanwijzingen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit het aanpassen van de wijze van controle (extra controle voor het instappen) of het gebruik van technische hulpmiddelen.

    De Nederlandse overheid mag een vervoerder verzoeken, op grond van de daartoe strekkende internationale regelgeving, om op een risicodragende vlucht of vaart een plaats aan boord van het zeeschip of vliegtuig ter beschikking te stellen aan een ambtenaar deskundig op het terrein van reisdocumenten. De ambtenaar deskundig op het terrein van reisdocumenten mag in de opstapplaats, ter gelegenheid van het aan boord gaan, vervoerders adviseren of de aangeboden reisdocumenten echt en onvervalst zijn, en het aangeboden reisdocument voorzien is van de benodigde visa zowel voor Nederland als voor het land van uiteindelijke bestemming. De ambtenaar deskundig op het terrein van reisdocumenten mag deze bevoegdheid uitoefenen als daartoe door de staat waarin de opstapplaats is gelegen toestemming is verleend.

    De Nederlandse overheid houdt, om vervoerders in staat te stellen de controle op reisdocumenten zo goed mogelijk te verrichten, vervoerders regelmatig op de hoogte van wijzigingen in de voor toegang tot Nederland vereiste documenten en visa. De Nederlandse overheid geeft aanwijzingen aan de vervoerder die een effectievere en efficiëntere controle kunnen bewerkstelligen.

    De ambtenaar belast met de grensbewaking maakt een proces-verbaal op als de vervoerder een niet of onjuist gedocumenteerde vreemdeling aanvoert zonder voorafgaande toestemming van de bevoegde autoriteiten.

    Afschriftplicht

    De vervoerder die op grond van artikel 2.2 Vb verplicht is een afschrift te maken van een geldig document voor grensoverschrijding moet de afbeeldingen desgevraagd binnen één uur na het verzoek geven aan de ambtenaar belast met de grensbewaking, als een vreemdeling bij binnenkomst in Nederland niet over (de juiste) reisdocumenten blijkt te beschikken.

    De ambtenaar belast met de grensbewaking hoeft niet over de exacte gegevens beschikken van de vlucht waarmee de vreemdeling is aangekomen. Een indicatie, verkregen uit de verklaringen van de vreemdeling of uit andere bronnen is hiertoe voldoende.

    Passagiersinformatieplicht

    De vervoerder die op vordering van de ambtenaar belast met de grensbewaking op grond van artikel 2.2a Vb passagiersgegevens verzendt, gebruikt hiervoor het International Air Transport Association (IATA)-berichtenformat, type B, met de structuur die is gebaseerd op de vanwege de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties vastgestelde indeling voor elektronische gegevensuitwisseling voor overheid, handel en vervoer, gepubliceerd onder de titel: Electronic Data Interchange For Administration, Commerce and Transport (EDIFACT) Passenger List Message (PAXLST). Het IATA-adres waar de gegevens naartoe verzonden moeten worden, is HDQKMXH.

    De ambtenaar belast met de grensbewaking bepaalt op basis van ervaringsgegevens en risicoanalyses met betrekking tot illegale immigratie ten aanzien van welke plaatsen van vertrek en van welke vervoerders de passagiersgegevens op grond van artikel 2.2a Vb zullen worden gevorderd.

    Terugvoerplicht

    De vervoerder is verplicht om een vreemdeling die hij naar Nederland heeft vervoerd en aan wie de toegang tot het Schengengebied is geweigerd, op aanwijzing van de ambtenaar belast met de grensbewaking terug te brengen naar een plaats buiten het Schengengebied. De vervoerder brengt de vreemdeling naar in ieder geval één van de volgende landen:

  • het derde land van waaruit de vreemdeling werd aangevoerd;

  • het derde land dat het geldige document voor grensoverschrijding heeft afgegeven waarmee de vreemdeling heeft gereisd;

  • een derde land waar de toelating van de vreemdeling is gewaarborgd.

  • Deze terugvoerplicht van de vervoerder geldt in alle volgende situaties:

  • bij weigeringen van toegang van vreemdelingen die niet beschikken over (de juiste) documenten voor grensoverschrijding;

  • bij weigeringen van toegang op basis van één van de andere gronden van artikel 5 SGC;

  • bij staande houding van vreemdelingen met het oog op uitzetting binnen zes maanden na binnenkomst. Voor de vaststelling van de termijn van zes maanden is beslissend het tijdstip van de staande houding.

  • De ambtenaar belast met de grensbewaking claimt vreemdelingen aan wie de toegang wordt geweigerd voor terugname bij de vervoerder.

    Voor het vervoer van de vreemdeling door de vervoerder naar een plaats buiten Nederland worden 'removal orders' gehanteerd (zie model M30 en het voor de luchtvaart soortgelijke model als bedoeld in Hoofdstuk 5 van Annex 9 bij het Verdrag van Chicago). De ambtenaar belast met de grensbewaking maakt, om het terugvoeren van een vreemdeling naar een plaats buiten Nederland door de vervoerder te faciliteren, gebruik van de daarvoor in internationaal verband gehanteerde attesten, bedoeld voor de met immigratie/grensbewaking belaste autoriteiten in het land van bestemming (zie Appendix 9, onder 1 en 2, van de Annex 9 bij het Verdrag van Chicago).

    De vreemdeling aan wie de toegang is geweigerd moet zich tot op het tijdstip van uitvoering van de terugbrenging ophouden in de hem daartoe door de ambtenaar belast met de grensbewaking aangewezen ruimte, die kan worden afgesloten of op andere wijze kan worden verzekerd tegen ongeoorloofd vertrek daaruit.

    De vervoerder is verantwoordelijk voor de vreemdeling gedurende de gehele periode vanaf het moment dat aan de vervoerder de aanwijzing is gegeven de vreemdeling terug te brengen naar een plaats buiten Nederland, tot aan het moment dat de vreemdeling daadwerkelijk door de vervoerder naar een plaats buiten Nederland is vervoerd.

    Als de vervoerder de vreemdeling niet binnen redelijke termijn terug kan brengen, mag de Minister de met de verwijdering gepaard gaande kosten, waaronder de verblijfskosten, op de vervoerder verhalen (zie A1/9 Vc Aansprakelijkheid voor uitzettings- en verblijfskosten).

    De ambtenaar belast met de grensbewaking bekijkt opnieuw of de vreemdeling voldoet aan de voorwaarden voor toegang als:

  • de uitzetting van een vreemdeling aan wie ten tijde van de uitzetting de toegang was geweigerd, mislukt; en

  • de vreemdeling terugkeert nadat de vreemdeling aan boord van een vliegtuig of zeeschip het Nederlands grondgebied had verlaten.

  • De ambtenaar belast met de grensbewaking weigert de vreemdeling opnieuw de toegang tot Nederland als de vreemdeling niet aan de voorwaarden voldoet.

    De ambtenaar belast met de grensbewaking geeft de vervoerder een nieuwe aanwijzing om de vreemdeling zonder kostenvergoeding terug te voeren naar een plaats buiten Nederland (zie model M30 en het voor de luchtvaart soortgelijke model als bedoeld in Hoofdstuk 5 van Annex 9 bij het Verdrag van Chicago) als de vreemdeling eerder op grond van artikel 65 Vw is verwijderd.

    De vreemdeling die Nederland uit eigen beweging verlaat, maar aan wie door de autoriteiten van het land van bestemming of van transit de toegang wordt geweigerd en wordt teruggezonden moet bij terugkomst in Nederland voldoen aan de voorwaarden voor toegang. De ambtenaar belast met de grensbewaking weigert de toegang tot Nederland als de vreemdeling niet aan de voorwaarden voor toegang voldoet. De ambtenaar belast met de grensbewaking mag de vervoerder door wiens tussenkomst de vreemdeling terug naar Nederland is vervoerd niet de verplichting van artikel 65 Vw opleggen tot het vervoeren van de vreemdeling naar een plaats buiten Nederland.

    De ambtenaar belast met de grensbewaking effectueert het vertrek van vreemdelingen die geen aanvraag om een verblijfsvergunning asiel indienen op ten minste één van de volgende momenten:

  • zodra het aanvoerende zeeschip vertrekt, of op een eerder tijdstip als het vertrek, in overleg met de verantwoordelijke reder, op andere wijze kan worden geëffectueerd;

  • zodra plaatsing aan boord van een vliegtuig van de betreffende maatschappij mogelijk is met als bestemming de plaats van het opstappen dan wel een andere plaats waar de toegang van de vreemdeling gewaarborgd is, zie Annex 9 van het Verdrag van Chicago.

  • Verstekelingen

    De vervoerder mag de in bijlage 14c en 14d VV genoemde passagierslijsten gebruiken voor de opgave van aangestroffen verstekelingen.

    Als een vreemdeling die als verstekeling is aangetroffen aan boord van een zeeschip niet voldoende gedocumenteerd is, moet de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van het land waar de vreemdeling vermoedelijk vandaan komt de identiteit en/of nationaliteit van de vreemdeling vaststellen en aan de vreemdeling een vervangend reisdocument geven. De diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van het land van waar de vreemdeling vermoedelijk vandaan komt moet de nationaliteit en identiteit vaststellen en de vervangende reisdocumenten afgeven voor het moment waarop het zeeschip waarmee de verstekeling is aangevoerd de haven heeft verlaten. De uitvoering van de terugvoerverplichting op deze wijze mag niet tot gevolg hebben dat een unieke verwijdermogelijkheid verloren gaat.

    De gezagvoerder van een zeeschip mag zich niet zonder meer onttrekken aan terugplaatsing van de vreemdeling aan boord, door een beroep te doen op voorschrift 8 Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee. De ambtenaar belast met de grensbewaking moet, als de gezagvoerder zich op dit voorschrift beroept, de omstandigheden die de gezagsvoerder aanvoert beoordelen en afwegen tegen het belang van terugplaatsing van de vreemdeling aan boord.

    Vreemdelingen met een vluchtrelaas

    Als de vreemdeling op het moment van vertrek stelt dat zijn leven in het land van waar hij wil vertrekken in direct gevaar is, mag de vervoerder de vreemdeling niet naar de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging zenden om daar een aanvraag voor een mvv met als doel 'asiel' in te dienen. De vervoerder moet contact opnemen met de IND als de vervoerder overweegt een vreemdeling te vervoeren die stelt dat zijn leven in direct gevaar is.

    Het Hoofd van de IND bepaalt dan of de betrokken vreemdeling, ook al is hij niet in het bezit van de juiste reisdocumenten, naar Nederland mag worden gebracht. Als een vervoerder een niet of niet juist gedocumenteerde vreemdeling naar Nederlands grondgebied heeft vervoerd met instemming van het hoofd van de IND, geldt geen terugvoerplicht. De ambtenaar belast met de grensbewaking maakt geen proces-verbaal op van vermoedelijke overtreding van de vervoerder van artikel 4 Vw.

    Strafrechtelijke aansprakelijkheid

    De ambtenaar belast met de grensbewaking maakt proces-verbaal op in alle gevallen waarin als gevolg van het nalaten van de zorg- of afschriftplicht door de vervoerder een niet of onjuist gedocumenteerde vreemdeling binnen Nederland is gebracht (zie artikel 4, eerste, tweede en derde lid, Vw, artikel 5, eerste en tweede lid, Vw, artikel 65, derde lid, Vw en artikel 197a WvSr). De ambtenaar belast met de grensbewaking zendt alle processen-verbaal door aan het OM. Het OM biedt eerst een transactie aan de overtreder van de zorg- of afschriftplicht aan.

    Aansprakelijkheid voor uitzettings- en verblijfskosten

    Nadat een vreemdeling is terugvervoerd door een vervoerder, leveren alle overheidsinstanties de IND een overzicht aan van de kosten die zij met betrekking tot de betreffende vreemdeling hebben gemaakt. De overheidsinstanties doen dit aan de hand van de tarievenlijst 2012 in deze paragraaf. Deze gestandaardiseerde tarieven betreffen de kosten van uitzetting en de kosten van verblijf die de overheid maakt met betrekking tot vreemdelingen aan wie de toegang tot Nederland is geweigerd. De tarieven zijn gebaseerd op de werkelijk gemaakte kosten van de diverse overheidsinstanties.

    De IND stuurt de vervoerder een rekening die de kosten omvat die door de diverse overheidsinstanties zijn gemaakt.

    De IND schort de aansprakelijkheid van de vervoerder voor de kosten voor de duur van de behandeling van de aanvraag op, als een vreemdeling aan wie de toegang is geweigerd een aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd asiel indient. De IND verhaalt kosten op de vervoerder nadat de vreemdeling rechtmatig verwijderbaar is geworden en de ambtenaar belast met de grensbewaking de vervoerder de aanwijzing heeft gegeven de vreemdeling terug te vervoeren naar een plaats buiten Nederland.

    Tarievenlijst 2012

    Vervoer (per vervoerde vreemdeling)

     

    Binnen Rotterdam

    €  149,80

    Van Rotterdam naar Den Haag

    €  299,60

    Van Rotterdam naar Amsterdam

    €  299,60

    Van Rotterdam naar Brussel

    €  449,40

    Binnen Amsterdam

    €  149,80

    Van Amsterdam naar Den Haag

    €  299,60

    Van Amsterdam naar Rotterdam

    €  299,60

    Van Amsterdam naar Brussel

    €  599,20

    Vervoer naar overige bestemmingen, per vreemdeling per uur

    €  74,90

       

    Escortering tijdens het terugvervoer

     

    Salariskosten (per escort per uur)

    €  74,90

    Kosten voor het verblijf van de escort (per escort)

    variabel

    Ticketkosten (per escort)

    variabel

    Vliegvergoeding (per escort per uur)

    €  18,42

    Onkostenvergoeding (per escort per dag)

    €  12,00

    Reisverzekering (per escort)

    variabel

       

    Verblijf van de geweigerde vreemdeling

     

    Enige verblijfplaats aangewezen als plaats of ruimte bedoeld in artikel 6, eerste en tweede lid, Vw (p.p.p.d.)

    €  196,00

       

    Laissez passer

     

    Kosten aanvraagproces

    €  597,00

    Tolk tijdens vooronderzoek (per aanvraag)

    €  55,00

    Prijs laissez passer

    variabel

       

    Overige kosten

    variabel

       

    Administratiekosten

     

    (maximaal €  1.200 administratiekosten per vreemdeling)

    8%


    top
    top