Vc 2000
Vc 2000 A3/2.1. InleidingHet algemeen belang vergt dat wordt opgetreden tegen vreemdelingen die zich in strijd met de wettelijke bepalingen in Nederland bevinden. Een vreemdelingenbeleid is immers niet te voeren indien degenen die volgens dit beleid niet in Nederland mogen verblijven, ongemoeid worden gelaten. Bovendien kunnen uit illegaal verblijf misstanden voortvloeien, onder meer met betrekking tot de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, de volksgezondheid en de huisvesting. Om deze redenen dient nauwlettend toezicht te worden gehouden op de binnenkomst en aanwezigheid van illegale vreemdelingen.
In geval van feiten en omstandigheden die, naar objectieve maatstaven gemeten, een redelijk vermoeden van illegaal verblijf opleveren, dient controle hierop plaats te vinden. Hiervan kan sprake zijn indien de politie aanwijzingen uit eigen onderzoek verkrijgt of signalen uit de eigen organisatie of van derden ontvangt. Die signalen kunnen bijvoorbeeld afkomstig zijn van de GBA en andere overheidsdiensten die met de aanwezigheid van vreemdelingen op de hoogte zijn, zoals de Gemeentelijke Sociale Dienst of de Inspectie SZW. Een nauwe samenwerking tussen de verschillende betrokken instanties is daarom van groot belang.
Controles behoren niet alleen tot het werkterrein van de ambtenaren van de vreemdelingenpolitie. Ook politiemensen die niet bij de vreemdelingenpolitie zijn ingedeeld, kunnen tijdens het uitoefenen van hun taken controles op vreemdelingen uitvoeren.
Om hun toezichthoudende taken goed te kunnen uitoefenen zijn ambtenaren belast met het toezicht op de wettelijke voorschriften met betrekking tot vreemdelingen op grond van de Vw bevoegd:
Op ambtenaren die zijn belast met het toezicht op de naleving van de wettelijke voorschriften met betrekking tot vreemdelingen is Afdeling 5:2 Awb van toepassing. Deze Afdeling geeft regels over de wijze waarop toezichthouders hun taak dienen te vervullen en verleent aan deze toezichthouders een aantal bevoegdheden. Ingevolge artikel 5:12, eerste lid, Awb is iedere toezichthouder verplicht een legitimatiebewijs bij zich te dragen. Het legitimatiebewijs behoeft alleen op verzoek te worden getoond. Voor het binnentreden van een woning geldt echter dat de toezichthouder zich altijd, ook ongevraagd, moet legitimeren. Tot slot is bij het uitoefenen van toezichthoudende taken het evenredigheidsbeginsel van belang, dat is neergelegd in artikel 5:13 Awb. Deze bepaling is ook van toepassing op de bevoegdheden die in de Vw aan toezichthouders zijn toegekend. |
Vc 2013
|