Vc 2000
Vc 2000 A3/2.3. Operationeel toezicht in het binnenlandToezicht in het binnenland vindt plaats op grond van feiten en omstandigheden die, naar objectieve maatstaven gemeten, een redelijk vermoeden van illegaal verblijf opleveren en is erop gericht het illegaal verblijf te beéindigen. Zie nader met betrekking tot het begrip 'redelijk vermoeden' A3/3.3. Indien de politie bij de uitoefening van haar taken toch al persoonsgegevens van burgers verifieert, dient zij als regel ook de nationaliteit en, bij een niet-Nederlandse nationaliteit, de verblijfsstatus te controleren. Een uitzondering kan gelden, indien het belang van de uitvoering van een taak (bijvoorbeeld hulpverlening) rechtvaardigt dat niet of niet onmiddellijk tot vreemdelingentoezicht wordt overgegaan. Indien bij verificatie van persoonsgegevens blijkt dat de bestuurder van een voertuig illegaal in Nederland verblijft, rechtvaardigt dit dat ook de eventueel overige inzittenden van dat voertuig naar hun verblijfsrechtelijke positie wordt gevraagd. In het geval het redelijk vermoeden betrekking heeft op een bepaalde plaats of ruimte geldt als uitgangspunt dat iedereen die zich daar bevindt, daadwerkelijk moet worden gecontroleerd. Daardoor wordt uitgesloten dat degenen die met de controle zijn belast, een keuze op uiterlijke kenmerken moeten maken. Het kan echter zijn dat eisen van redelijkheid of doelmatigheid zich verzetten tegen het controleren van alle aanwezige personen. Dit is onder meer het geval, indien iemands identiteit de politie al uit andere hoofde bekend is. |
Vc 2013
|