TERUG naar Overzicht van Vc 2000 en Vc 2013
In onderstaande tabel staat in de linker kolom de tekst van de bepaling zoals die op 31 maart 2013 luidde in Vc 2000.
In de rechter kolom staat de HUIDIGE tekst zoals die OP 1 april 2013 in de Vc 2013 voorkomt.
Vc 2000

Vc 2000 A3/9.2.2. Signalering IRV op grond van artikel 66a, zevende lid Vw'(inreisverbod op grond van artikel 66a, lid 7 Vw)

Deze signalering komt in principe alleen in het (N)SIS voor.

De signalering 'IRV op grond van artikel 66a, zevende lid Vw, dient ter handhaving van het aan de vreemdeling uitgevaardigde inreisverbod op grond van artikel 66a, zevende lid Vw. De termijn waarvoor deze signalering geldt, komt overeen met de termijn van het uitgevaardigde inreisverbod. Het inreisverbod gaat meteen in na bekendmaking. De termijn van een inreisverbod gaat pas in op het moment waarop de vreemdeling uit Nederland en daarmee uit het Schengengebied vertrekt. In artikel 6.5a Vb worden ten aanzien van de geldigheidsduur van een inreisverbod termijnen onderscheiden.

Opname van deze signalering in het NSIS volgt na uitzetting uit Nederland of indien er geen rechtsmiddel meer aangewend kan worden tegen het opgelegde inreisverbod, dan wel de aangewende rechtsmiddelen niet in Nederland afgewacht mogen worden. Het inreisverbod betekent dat de vreemdeling geen rechtmatig verblijf in Nederland kan hebben (zie artikel 66, sub a, zevende lid , Vw), hetgeen tot gevolg heeft dat deze vreemdelingen - zolang het inreisverbod van kracht blijft - geen toegang en verblijf in Nederland is toegestaan. Een vreemdeling die in Nederland verblijft of er in terugkeert terwijl hij weet of ernstige redenen heeft om te vermoeden dat tegen hem een inreisverbod is uitgevaardigd, maakt zich schuldig aan een misdrijf (zie artikel 197 WvSr). Zijn aanhouding terzake van dit misdrijf kan dan ook plaatsvinden. In zeer uitzonderlijke en dringende gevallen kan Onze Minister op grond van artikel 6.5c Vb het inreisverbod tijdelijk opheffen. Aan de tijdelijke opheffing worden voorwaarden gesteld omtrent de plaats van binnenkomst en de duur van het verblijf in Nederland. Indien er geen opheffing is verleend en een vreemdeling aan wie een inreisverbod op grond van artikel 66, sub a, zevende lid, Vw is opgelegd zich aan een doorlaatpost meldt en daarbij eigener beweging en uitdrukkelijk om toegang tot Nederland verzoekt, geldt hetgeen beschreven onder A3/9.2.1.

Vc 2013
vervallen

top
top
top