TERUG naar Overzicht van Vc 2000 en Vc 2013
In onderstaande tabel staat in de linker kolom de tekst van de bepaling zoals die op 31 maart 2013 luidde in Vc 2000.
In de rechter kolom staat de HUIDIGE tekst zoals die OP 1 april 2013 in de Vc 2013 voorkomt.
Vc 2000

Vc 2000 A3/9.2.4. Signalering 'OVR' (ongewenst vreemdeling)

Deze signalering kan onder de hieronder genoemde voorwaarden in zowel OPS als in het (N)SIS voorkomen. De signalering 'OVR' is een uitvoeringsmaatregel die genomen wordt in het belang van de openbare orde of de nationale veiligheid. Deze signalering wordt toegepast ten aanzien van de vreemdeling aan wie geen inreisverbod ex artikel 66a Vw kan worden opgelegd en op wie evenmin de maatregel ongewenstverklaring ex artikel 67 Vw van toepassing is. Aan als ongewenst gesignaleerde vreemdelingen is op grond van artikel 12, eerste lid, onder d, Vw geen verblijf in de vrije termijn toegestaan. De termijn waarvoor de signalering 'OVR' geldt, is afhankelijk van de omstandigheden die aanleiding zijn tot de signalering.

De signalering wordt onder de volgende voorwaarden toegepast:

a

weigering toegang/verwijdering van een vreemdeling die gebruik gemaakt heeft van valse/vervalste reis- of identiteitspapieren dan wel opzettelijk reis- of identiteitspapieren heeft overgelegd die niet op hem betrekking hebben; termijn vijf jaar;

b

indien er naar het oordeel van de Minister concrete aanwijzingen bestaan dat de vreemdeling een gevaar vormt voor de nationale veiligheid; termijn tien jaar.

c

Houders van een verblijfsvergunning in een andere Schengenlidstaat die zich niet gehouden hebben aan de voorwaarden van art. 12 Vw; termijn maximaal zes maanden, te rekenen vanaf de uitreis uit Nederland.

Ad a

Op vreemdelingen aan wie de toegang is geweigerd is de Richtlijn Terugkeer (2008/115/EG) niet van toepassing omdat zij zich formeel niet in Nederland bevinden. Een inreisverbod ex artikel 66a Vw kan daarom niet worden opgelegd. Een vreemdeling die om de genoemde grond de toegang is geweigerd dient, met inachtneming van de individuele feiten, in het belang van de openbare orde te worden gesignaleerd. De vreemdeling die om deze reden wordt gesignaleerd wordt hierover geïnformeerd en gewezen op de signaleringsduur en Schengenbrede werking van de signalering. Ook wordt hij gewezen op de wijze van kennisneming, correctie, of verwijdering van de signalering, respectievelijk hoe om opheffing kan worden verzocht dan wel bezwaar kan worden gemaakt.

Ad b

Deze signaleringsgrond is er met name op gericht vreemdelingen met banden met terroristische netwerken te weren. Hiermee wordt aangesloten bij de wens in verschillende resoluties van de VN om de bewegingsvrijheid van terroristen aan banden te leggen, met name in het kader van grensbewaking. De signaleringsgrond ziet op vreemdelingen aan wie op grond van artikel 3, eerste lid, onder b, Vw de toegang moet worden geweigerd en aan wie op grond van artikel 12, eerste lid, onder d, Vw geen verblijf in de vrije termijn is toegestaan. In deze gevallen dienen er concrete aanwijzingen te zijn dat de vreemdeling een gevaar vormt voor de nationale veiligheid. De signalering hoeft niet gerelateerd te zijn aan daadwerkelijk verblijf in Nederland van de vreemdeling in het verleden, noch aan een daadwerkelijke komst naar Nederland in de toekomst.

Bij het bestaan van concrete aanwijzingen dient in de eerste plaats te worden gedacht aan een ambtsbericht van de AIVD. In voorkomende gevallen kan echter ook worden uitgegaan van een ambtsbericht van onder andere (inter-)nationale ministeries of inlichtingendiensten.

Ad c

Indien een vreemdeling die in het bezit is van een verblijfsvergunning afgegeven door een andere lidstaat hier te lande wordt aangetroffen in strijd met artikel 12 Vw, zoals bij overschrijding van de vrije termijn, wordt hem aangezegd zich onmiddellijk naar het grondgebied van die andere lidstaat te begeven en wordt de vreemdeling gesignaleerd in het OPS voor de duur van maximaal zes maanden. Deze signalering betreft alleen het grondgebied van Nederland. Indien deze vreemdeling vervolgens binnen deze periode nogmaals hier te lande wordt aangetroffen, dan wel geen gehoor heeft gegeven aan de aanzegging, kan hem alsnog een terugkeerbesluit en inreisverbod worden opgelegd (zie artikel 6, tweede lid jo artikel 6, eerste lid, Richtlijn Terugkeer).

Algemeen

Voor de personen die onder het Gemeenschapsrecht inzake vrij verkeer vallen (zie artikel 8.7 Vb) geldt dat de signalering 'OVR' niet is toegestaan. Voor hen geldt uitsluitend het gestelde in A3/9.2.1 (zie ook A5/6).

In de gevallen bedoeld in A3/9.2.2 en A3/9.2.3 vangt de termijn van signalering aan op de datum dat de betrokken vreemdeling Nederland daadwerkelijk heeft verlaten, dan wel hem de toegang is geweigerd. In het geval bedoeld in A3/9.2.3 onder b vangt de termijn van de signalering aan op de datum dat de Minister de bijzondere aanwijzing heeft gegeven.

In alle gevallen kan de betrokken vreemdeling verzoeken om de signalering op te heffen door een daartoe strekkend gemotiveerd verzoek in te dienen bij de Dienst IPOL (zie artikel 35 en artikel 36 Wbp). In het geval van signalering als genoemd in A3/9.2.1 of A3/9.2.2 zal eerst de ongewenstverklaring of het inreisverbod moeten worden opgeheven voordat de signalering kan worden opgeheven. Verzoeken tot opheffing signalering en bezwaarschriften worden doorgestuurd aan en behandeld door de IND.

Vc 2013
vervallen

top
top
top