Vc 2000
Vc 2000 A4/10.1. Protocol VRISWanneer vreemdelingen strafbare feiten plegen, is het van belang dat de vreemdelingrechtelijke consequenties hiervan worden bezien. Zoveel als mogelijk dienen criminele illegale vreemdelingen na ommekomst van hun straf uit Nederland te worden verwijderd, bij voorkeur vanuit strafrechtelijke detentie. Waar mogelijk moeten zij ook ongewenst worden verklaard (zie A5).
Ten behoeve van de afstemming tussen de betrokken ketenpartners zijn in dit kader werkafspraken vastgelegd in het protocol VRIS. Deze afspraken moeten worden gehanteerd ten aanzien van criminele vreemdelingen. De werkafspraken in het protocol VRIS leggen de nadruk op het in een zo vroeg mogelijk stadium vaststellen van de identiteit en nationaliteit en daarmee van de verblijfsrechtelijke status van een van criminele feiten verdachte vreemdeling door de (vreemdelingen)politie, de KMar en de IND. Doel hiervan is het vervolgtraject voor de DT&V makkelijker te laten verlopen en in zoveel mogelijk gevallen de verwijdering van de vreemdeling te effectueren. Ook wordt benadrukt dat een illegale vreemdeling bij onmiddellijke invrijheidsstelling altijd dient te worden overgedragen aan de vreemdelingenpolitie of de KMar voor verdere vreemdelingrechtelijke toetsing. Ten behoeve van de uitzetting van de vreemdeling wordt de DT&V tevens bij het VRIS-traject betrokken. |
Vc 2013
|