TERUG naar Overzicht van Vc 2000 en Vc 2013
In onderstaande tabel staat in de linker kolom de tekst van de bepaling zoals die op 31 maart 2013 luidde in Vc 2000.
In de rechter kolom staat de HUIDIGE tekst zoals die OP 1 april 2013 in de Vc 2013 voorkomt.
Vc 2000

Vc 2000 A4/10.2. Gedragslijn indien buitenlandse autoriteiten uitlevering vragen

Uitlevering van een vreemdeling heeft een strafrechtelijk doel, namelijk het ter beschikking stellen van een persoon aan buitenlandse autoriteiten ten behoeve van hetzij een tegen de vreemdeling gericht strafrechtelijk onderzoek, hetzij de tenuitvoerlegging van een straf of strafrechtelijke maatregel. Uitlevering geschiedt uitsluitend krachtens verdrag en overeenkomstig de bepalingen van de Uitleveringswet. Uitlevering vindt bovendien slechts plaats op verzoek van een buitenlandse autoriteit. Indien een formeel uitleveringsverzoek is gedaan door het land waarnaar een vreemdeling zou moeten worden uitgezet of door een ander land, mogen er geen handelingen in die richting plaatsvinden totdat de uitleveringsprocedure is afgerond.

Indien de ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen een vreemdeling aantreft van wie de opsporing (en aanhouding ter fine van uitlevering) door een buitenlandse autoriteit wordt gevraagd dan bericht hij dat direct aan de afdeling SIRENE van de DNRI. Hij vermeldt daarbij de personalia van de vreemdeling, de autoriteit van wie het verzoek uitgaat en de vindplaats van de signalering.

De afdeling SIRENE vraagt onmiddellijk aan de buitenlandse autoriteit ten spoedigste te berichten of een uitleveringsverzoek zal worden ingediend. Het antwoord van de buitenlandse autoriteit wordt door de afdeling SIRENE zo spoedig mogelijk ter kennis van de Korpschef of de Commandant der KMar gebracht. Het verdient bovendien aanbeveling aanstonds contact op te nemen met het Ministerie van V&J. Het Ministerie van V&J zal het uitleveringsverzoek van de buitenlandse autoriteit ontvangen en in behandeling nemen.

In beginsel wordt een vreemdeling hangende de beslissing op een uitleveringsverzoek niet uitgezet. Veelal zullen echter enige dagen verstrijken voor het antwoord van de buitenlandse autoriteit omtrent het al dan niet indienen van een uitleveringsverzoek is ontvangen. In die gevallen zal door de buitenlandse autoriteit voorafgaand aan het formele verzoek om uitlevering om voorlopige aanhouding van de vreemdeling worden gevraagd. Zonodig kan aan dit verzoek worden voldaan.

De Korpschef of de Commandant der KMar stelt zich hierover op de gebruikelijke wijze in verbinding met de terzake bevoegde officier van justitie.

Indien de vreemdeling in vreemdelingenbewaring is gesteld, dient hij overgeplaatst te worden naar strafrechtelijke bewaring. De DT&V wordt hierover geïnformeerd.

Wanneer gedurende de afhandeling van een verzoek om voorlopige aanhouding of uitlevering de voorgenomen uitzetting van de vreemdeling wordt opgeschort, kan de situatie ontstaan dat zich een mogelijkheid om betrokkene uit te zetten niet meer op korte termijn zal voordoen. In dat geval dient de ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen telefonisch contact op te nemen met de DT&V.

Vc 2013
vervallen

top
top
top