Vc 2000
Vc 2000 A4/4.5. Toezending van reisdocumenten aan de grensdoorlaatpost van uitreisIn gevallen waarin het vertrek van de vreemdeling onder toezicht geschiedt, wordt zijn reisdocument met toepassing van het bepaalde in artikel 4.23 Vb tijdelijk in bewaring genomen en toegezonden aan het hoofd van de grensdoorlaatpost of het overgave-overnamepunt waarlangs de betrokkene Nederland zal verlaten. Zie in dit verband ook A3/5. De ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen stelt de vreemdeling in het bezit van een ontvangstbewijs (zie model M101) alsmede een informatiefolder. De ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen zendt het reisdocument tijdig per aangetekende brief aan het hoofd van de betreffende grensdoorlaatpost of het overgave-overnamepunt, onder nauwkeurige opgave van het tijdstip waarop de vreemdeling langs deze doorlaatpost/ overgave-overnamepunt zal uitreizen. Het hoofd van de desbetreffende grensdoorlaatpost of het overgaveovernamepunt geeft het reisdocument aan de vreemdeling terug nadat deze het ontvangstbewijs voor terugontvangst (zie model M101) heeft ondertekend en controleert of de vreemdeling inderdaad het land verlaat. Vervolgens stelt het hoofd van de grensdoorlaatpost of het overgave-overnamepunt op het ingehouden ontvangstbewijs een verklaring waaruit blijkt dat het vertrek van de vreemdeling is gecontroleerd en zendt hij het ontvangstbewijs terug aan de ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen die het heeft afgegeven. Indien de vreemdeling zich niet op de afgesproken tijd en plaats bij het hoofd van de grensdoorlaatpost of het overgave-overnamepunt heeft vervoegd, of indien de uitreis van de vreemdeling vertraging ondervindt, dan wel op moeilijkheden stuit, geeft het hoofd van de grensdoorlaatpost of het overgave-overnamepunt aanstonds kennis aan de betrokken vreemdelingenpolitie, ZHP of KMar, teneinde overleg te plegen omtrent de ter zake te volgen gedragslijn. |
Vc 2013
|