Vc 2000
Vc 2000 A4/5.2. Procedure
De procedure voor vertrek onder het REAN-programma is hieronder kort samengevat en toegelicht:
a. |
de vreemdeling dient een aanvraag voor vertrek in bij IOM; |
b. |
IOM gaat bij de IND na of de vreemdeling voldoet aan de voorwaarden voor verlening van bijdragen onder het REAN-programma; |
c. |
indien dit het geval is, krijgt de vreemdeling bericht dat hij in beginsel onder het REAN-programma kan vertrekken; |
d. |
de vreemdeling vertrekt vanaf de luchthaven, waar hij zijn ticket en eventueel een eenmalige financiéle ondersteuning krijgt uitgereikt na toestemming voor intrekking van eventuele procedures ter verkrijging van een verblijfstitel, dan wel de verblijfsvergunning. |
ad a.
IOM informeert de vreemdeling over de ondersteuning die IOM kan verlenen bij terugkeer naar het land van herkomst en doormigratie. Indien de vreemdeling gebruik wenst te maken van de ondersteuning van IOM kan deze een aanvraag voor vertrek indienen. Gelijktijdig wordt door de vreemdeling het formulier ondertekend waarin hij verklaart geen bezwaar te hebben tegen het uitwisselen van voor het vertrek relevante gegevens tussen IOM, de IND en de DT&V.
ad b.
IOM beoordeelt de aanvraag. Vanwege de voorwaarden voor vertrek onder het REAN-programma wordt de IND om toestemming gevraagd de betrokken vreemdeling via IOM te laten vertrekken. Deze toestemming wordt door de IND verleend of onthouden in overleg met de DT&V. De DT&V wordt door de IND geïnformeerd over de beslissing of wel of geen toestemming wordt verleend. Indien er reeds concrete verwijderingsmaatregelen jegens de vreemdeling zijn genomen, kan de DT&V besluiten de verwijdering doorgang te laten vinden, dan wel de vreemdeling te laten vertrekken via IOM. Reeds gestarte verwijderingsmaatregelen worden opgeschort in het geval toestemming wordt verleend.
ad c.
Indien een aanvraag is goedgekeurd, organiseert IOM de reis en stelt de eventueel uit te keren financiéle bijdrage voor de eerste kosten van levensonderhoud vast. De vreemdeling is zelf verantwoordelijk voor het verkrijgen van (vervangende) reisdocumenten. Indien de DT&V, vreemdelingenpolitie, de ZHP, de KMar of de IND in het bezit is van (vervangende) reisdocumenten, worden deze zoveel mogelijk gebruikt in het zelfstandige vertrektraject dat wordt gefaciliteerd door IOM.
Indien de vreemdeling in het bezit is van een (elektronisch) W-document dient hij dit voorafgaand aan zijn vertrek bij de vreemdelingenpolitie in te leveren.
ad d.
De uitreisformaliteiten op de luchthaven worden afgehandeld door IOM. Indien sprake is van vrijheidsbeperkende maatregelen, of wanneer de vreemdeling vanuit vreemdelingenbewaring vertrekt, wordt de vreemdeling door de KMar overgedragen aan IOM. Voor overgave aan IOM heft de ambtenaar belast met de grensbewaking de vrijheidsbeperkende maatregel of de vreemdelingenbewaring op. In die gevallen ontvangt de KMar schriftelijk bericht van IOM dat de vreemdeling daadwerkelijk is vertrokken.
De vreemdeling ondertekent ten overstaan van IOM een vertrekverklaring waarin hij onder meer verklaart instemming te verlenen met de intrekking van (eventuele) nog openstaande verblijfsrechtelijke procedures, dan wel intrekking van de verblijfsvergunning. De vertrekverklaring wordt opgesteld door het IOM.
De IND en de DT&V ontvangen schriftelijk bericht van IOM dat de vreemdeling is vertrokken met ondersteuning van IOM. Er dient geen bericht vertrek (zie model M100) aan de IND te worden gestuurd. De IND verstrekt in deze gevallen voorafgaand aan het vertrek informatie aan IOM over eventuele ketenpartners anders dan de DT&V die door IOM van het uiteindelijke vertrek op de hoogte gesteld moeten worden.
|
Vc 2013
A3/5 | Vertrek met behulp van de IOM |
| |
| |
|
topVc 2013 - A3 / 5. Vertrek met behulp van de IOM
Om in aanmerking te komen voor het REAN-programma moet een vreemdeling alle volgende handelingen verrichten:
een aanvraag voor vertrek indienen bij de IOM; |
een formulier ondertekenen waarin de vreemdeling verklaart geen bezwaar te hebben tegen het uitwisselen van informatie tussen de IOM, de IND en de DT&V over gegevens die van belang zijn voor het vertrek van de vreemdeling. |
De IOM moet ten aanzien van het REAN-prgramma alle volgende handelingen verrichten:
bij de IND nagaan of de vreemdeling voldoet aan voorwaarden die gesteld zijn aan de bijdragen uit het REAN-programma; |
de IND toestemming vragen of de vreemdeling via de IOM mag vertrekken. |
De IND verleent of onthoudt in overleg met de DT&V toestemming om de vreemdeling via de IOM te laten vertrekken. De IND informeert de DT&V over de beslissing met betrekking tot de toestemming.
Als maatregelen zijn gestart om het vertrek van de vreemdeling mogelijk te maken, is de DT&V bevoegd tenminste één van de volgende beslissingen te nemen:
het vertrek van de vreemdeling mag doorgang vinden; |
de vreemdeling mag via de IOM vertrekken. |
Als toestemming wordt verleend voor vertrek met de IOM moet de DT&V maatregelen die zijn gestart om het vertrek mogelijk te maken opschorten en krijgt de vreemdeling bericht dat hij via het REAN-programma mag vertrekken.
De vreemdeling moet zorg dragen voor het verkrijgen van een geldig document voor grensoverschrijding. Als de DT&V, politie, de ZHP, de KMar of de IND in het bezit is van een geldig document voor grensoverschrijding van de vreemdeling, wordt dit document gebruikt in het zelfstandige vertrek van de vreemdeling dat wordt gefaciliteerd door de IOM. De vreemdeling die in het bezit is van een W-document moet het W-document voorafgaand aan zijn vertrek uit Nederland bij de politie inleveren.
De vreemdeling moet in aanwezigheid van de IOM een vertrekverklaring tekenen waarin de vreemdeling verklaart instemming te verlenen voor het intrekken van openstaande procedures voor het verkrijgen van een verblijfstitel of het intrekken van de verblijfsvergunning.
De IOM verstrekt de vreemdeling zijn vliegticket en eventueel een eenmalige financiële ondersteuning op de luchthaven van vertrek. De IOM moet de uitreisformaliteiten op de luchthaven afhandelen.
De vreemdeling die een vrijheidsbeperkende of vrijheidsontnemende maatregel is opgelegd moet door de KMar worden overgedragen aan de IOM. Voor de overdracht van de vreemdeling aan de IOM heft de ambtenaar belast met de grensbewaking de vrijheidsbeperkende of de vrijheidsontnemende maatregel op. Van een vreemdeling van wie de vrijheidsbeperkende of de vrijheidsontnemende maatregel is opgeheven in verband met het vertrek met de IOM, moet de KMar schriftelijk bericht van de IOM ontvangen dat de vreemdeling Nederland heeft verlaten.
De IOM moet de IND en de DT&V door middel van een vertrekverklaring berichten dat de vreemdeling is vertrokken met ondersteuning van de IOM.
|
top |
top |
|