TERUG naar Overzicht van Vc 2000 en Vc 2013
In onderstaande tabel staat in de linker kolom de tekst van de bepaling zoals die op 31 maart 2013 luidde in Vc 2000.
In de rechter kolom staat de HUIDIGE tekst zoals die OP 1 april 2013 in de Vc 2013 voorkomt.
Vc 2000

Vc 2000 A4/6.2. Geen uitzetting ondanks de vertrekplicht

In de volgende gevallen vindt vooralsnog geen uitzetting plaats ondanks het feit dat de vertrekplicht is ingegaan:

  • indien uit een signalering of anderszins blijkt dat door een buitenlandse autoriteit de opsporing (en aanhouding ter fine van uitlevering) van een vreemdeling is of wordt gevraagd (zie A4/10.2);

  • indien het betreft een vreemdeling die als verdachte van een strafbaar feit is aangehouden, of tegen wie een strafvervolging wegens een misdrijf is ingesteld, of die tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf is veroordeeld, of ten aanzien van wie een vrijheidsontnemende maatregel is opgelegd. Een en ander zolang het onderzoek nog niet is beéindigd, of omtrent de strafvervolging nog niet onherroepelijk is beslist, of de opgelegde straf of maatregel nog niet is ondergaan. In zodanige gevallen mag niet tot uitzetting worden overgegaan, tenzij het OM daartegen geen bezwaar heeft;

  • indien de vreemdeling een voorlopige voorziening heeft gevraagd tegen de voorgenomen uitzetting en de uitspraak op dit verzoek mag worden afgewacht. Voor de voorwaarden waaronder een verzoek om voorlopige voorziening mag worden afgewacht wordt verwezen naar B1/10.6.4. Voor de situatie waarin uitzetting (vooralsnog) achterwege blijft vanwege gezondheidsredenen, wordt verwezen naar A4/7.

    Onderdanen EU/EER en onderdanen van Zwitserland

    De uitzetting van een onderdaan van de EU/EER of van Zwitserland, die na beéindiging van het verblijf om redenen van openbare orde, openbare veiligheid of gezondheid, tijdig een voorlopige voorziening heeft ingediend blijft achterwege. Hierop zijn de volgende uitzonderingen mogelijk (zie artikel 8.24, eerste lid, Vb):

  • indien het besluit met toepassing van artikel 4:6 Awb is genomen;

  • indien het besluit reeds door de rechtbank of voorzieningenrechter is beoordeeld;

  • indien het besluit is gebaseerd op dwingende redenen van openbare veiligheid.

    De toegang tot het Nederlands grondgebied van een onderdaan van de EU/ EER of van Zwitserland die voor de behandeling van een bezwaarschrift, beroepschrift, dan wel een verzoek om een voorlopige voorziening gericht tegen de beéindiging van het rechtmatig verblijf, geen gemachtigde heeft gesteld, wordt hangende de procedure niet geweigerd, tenzij:

    a.

    zijn aanwezigheid de openbare orde of de openbare veiligheid ernstig zal verstoren; of

    b.

    het bezwaar of beroep is gericht tegen de weigering van toegang tot het grondgebied.

    In het algemeen zal bij ongewenstverklaring sprake zijn van zowel de onder a als b beschreven situatie (zie artikel 8.24, tweede lid, Vb).

    Vc 2013
    A3/6Uitzetting

    top

    Vc 2013 - A3 / 6. Uitzetting

    Uitzetting van een vreemdeling vindt plaats op tenminste een van de volgende wijzen:

  • door overdracht van de vreemdeling aan de buitenlandse grensautoriteiten;

  • door plaatsing van de vreemdeling aan boord van een vliegtuig of schip van de onderneming die de vreemdeling naar Nederland heeft vervoerd;

  • de vreemdeling wordt rechtstreeks of met een tussenstop uitgezet naar een land waarvan op basis van feiten en omstandigheden wordt aangenomen dat de vreemdeling daar de toegang wordt verleend.

  • top
    top