TERUG naar Overzicht van Vc 2000 en Vc 2013
In onderstaande tabel staat in de linker kolom de tekst van de bepaling zoals die op 31 maart 2013 luidde in Vc 2000.
In de rechter kolom staat de HUIDIGE tekst zoals die OP 1 april 2013 in de Vc 2013 voorkomt.
Vc 2000

Vc 2000 A4/7.2.3. Het raadplegen van het BMA

Bij de beoordeling van een aanvraag om artikel 64 Vw toe te passen wordt indien nodig door de IND de medisch adviseur van het BMA geraadpleegd. De IND zendt de voor het opstarten van een medisch advies relevante stukken naar het BMA met het verzoek om een advies uit te brengen. Het medisch onderzoek wordt uitgevoerd door de medisch adviseur van het BMA dan wel een andere arts die door de medisch adviseur hiertoe wordt ingeschakeld.

Als de identiteit en nationaliteit van de vreemdeling onvoldoende vast is komen te staan, vraagt de IND, uitsluitend met het oog op de bepaling in artikel 64 Vw, slechts een gedeeltelijk advies op bij de medisch adviseur van BMA. De IND stelt aan de medisch adviseur slechts de vraag of de vreemdeling kan reizen en of er sprake is van medische noodsituatie. De medisch adviseur zal in die gevallen geen advies worden gevraagd omtrent de vraag of medische behandeling in het land van herkomst mogelijk is.

Indien een uitgeprocedeerde asielzoeker in afwachting van de besluitvorming op een aanvraag om toepassing artikel 64 Vw opvang wenst dient hij/zij, zoals aangegeven in paragraaf 7.2.1.1, voorafgaand aan het indienen van de aanvraag zijn/haar relevante medische gegevens te overleggen. Het BMA beoordeelt of de relevante medische gegevens compleet zijn. Indien deze compleet zijn wordt het adviestraject gestart. Indien deze niet compleet zijn informeert de IND de vreemdeling hierover mondeling en/of schriftelijk.

Vc 2013
A3/7Geen uitzetting om gezondheidsredenen

top

Vc 2013 - A3 / 7. Geen uitzetting om gezondheidsredenen

De uitzetting blijft op grond van artikel 64 Vw achterwege als BMA aangeeft dat aan een van de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • vanwege de gezondheidstoestand van de vreemdeling of van één van zijn gezinsleden is het niet verantwoord om te reizen;

  • de stopzetting van de medische behandeling doet een medische noodsituatie ontstaan en de medische behandeling van de medische klachten kan niet plaatsvinden in het land van herkomst of een ander land waar de vreemdeling naar kan vertrekken.

  • Omstandigheden die de feitelijke toegankelijkheid van de medische zorg betreffen, worden niet betrokken bij de beoordeling (zie paragraaf B8/3.4 Vc).

    Als gezinsleden in verband met artikel 64 Vw worden aangemerkt:

  • echtgenoten en (geregistreerde) partners en hun minderjarige kinderen of minderjarige kinderen uit een eerste of eerder huwelijk;

  • de meerderjarige kinderen die feitelijk tot het gezin behoren en in het land van herkomst al behoorden tot het gezin.

  • Een uitzondering op de definitie van gezinsleden volgt als er sprake is van het achterwege laten van de uitzetting van een minderjarig kind. Als gezinsleden worden dan aangemerkt:

  • de (stief/pleeg)ouders van het minderjarige kind;

  • de minderjarige (stief)broers en zussen van het minderjarige kind;

  • de meerderjarige broers en zussen die feitelijk behoren tot het gezin en in het land van herkomst al behoorden tot het gezin van de (stief/pleeg)ouders.

  • Voor de wijze waarop de familierechtelijke relatie en het feitelijke behoren tot het gezin wordt aangetoond, wordt verwezen naar paragraaf C1/3 Vc. In het kader van deze regeling hoeven officiële bewijsmiddelen waarmee de familierechtelijke relatie wordt aangetoond, niet gelegaliseerd te zijn door de Minister van Buitenlandse Zaken.

    Het achterwege blijven van uitzetting op grond van artikel 64 Vw doet zich niet eerder voor dan vanaf het moment waarop de rechtsplicht ontstaat Nederland te verlaten. Uitzondering hierop is de ambtshalve toets die de IND uit kan voeren in de parallelle procedure (zie paragraaf A3/7.3.1 Vc).

    top
    top