Vc 2000
Vc 2000 A5/10.3.1. Indienen van een voorstelIs de vreemdelingenpolitie of de KMar van oordeel dat er gronden aanwezig zijn tot ongewenstverklaring van een vreemdeling, dan maken zij dat onverwijld kenbaar aan de IND, hetzij middels een gemotiveerd voorstel (model M63), hetzij middels een ander gemotiveerd schrijven. In ieder geval dienen alle gegevens en bescheiden (zoals afschriften processen-verbaal en dergelijke) die voor de beoordeling van de zaak van belang kunnen zijn, naar de IND te worden gezonden. Gelet op de bewoordingen van artikel 67 Vw, kan de IND, indien op andere wijze is gebleken dat er gronden aanwezig zijn tot ongewenstverklaring, ook ambtshalve tot ongewenstverklaring overgegaan. Het verdient aanbeveling dat de vreemdelingenpolitie of de KMar, in een zo vroeg mogelijk stadium bericht omtrent de antecedenten van de vreemdeling en dat zij niet wachten tot de invrijheidsstelling van de vreemdeling aanstaande is. Ten behoeve van de afstemming tussen de betrokken ketenpartners zijn in dit kader werkafspraken vastgelegd in het protocol VRIS (zie A4/10.1). |
Vc 2013
|