TERUG naar Overzicht van Vc 2000 en Vc 2013
In onderstaande tabel staat in de linker kolom de tekst van de bepaling zoals die op 31 maart 2013 luidde in Vc 2000.
In de rechter kolom staat de HUIDIGE tekst zoals die OP 1 april 2013 in de Vc 2013 voorkomt.
Vc 2000

Vc 2000 A5/10.5.6. Inreis, toezicht en uitreis

Ten aanzien van een vreemdeling wiens ongewenstverklaring tijdelijk is opgeheven dient sprake te zijn van een gecontroleerde in- en uitreis van het Nederlands grondgebied via een buitengrens. Ook dient tijdens het verblijf van de vreemdeling in Nederland toezicht op hem te worden uitgeoefend. Tijdelijke opheffing van de ongewenstverklaring gaat gepaard met tijdelijke toegangsverlening aan een gesignaleerde vreemdeling op grond van artikel 5, vierde lid, onder c, SGC. Daarbij dient de handelwijze te worden gehanteerd zoals beschreven in A3/9.6.4.

De ambtenaren belast met de grensbewaking worden door de IND op de hoogte gesteld van de komst van de vreemdeling naar Nederland. Bij vertrek van de vreemdeling uit Nederland moeten de ambtenaren belast met de grensbewaking de IND van het moment van het daadwerkelijke vertrek op de hoogte stellen. Hoe het toezicht op de vreemdeling tijdens zijn verblijf in Nederland moet worden ingericht, dient per individueel geval te worden bezien. Dit hangt onder meer af van de ernst van de onderliggende feiten die tot de ongewenstverklaring hebben geleid en van de reden waarom de vreemdeling in Nederland is. De toe te passen vorm van toezicht moet worden afgestemd met de instantie die om het verblijf van de vreemdeling in Nederland heeft verzocht. Gedacht kan worden aan een vorm van beperking van bewegingsvrijheid op grond van artikel 56, eerste lid, Vw en artikel 5.1 Vb.

Vc 2013
A4/3Ongewenstverklaring

top

Vc 2013 - A4 / 3. Ongewenstverklaring

top
top