Vc 2000
Vc 2000 A5/10.6.4.3. Inhoud van de aanvraag
Bij de aanvraag voert de vreemdeling argumenten aan om te bewijzen dat er een wijziging in materiéle zin is opgetreden in de omstandigheden die het besluit rechtvaardigden om jegens hem een verwijderingsmaatregel uit te vaardigen, een en ander als bedoeld in artikel 32 van Richtlijn 2004/38, welke op 29 april 2006 is geïmplementeerd. Hierbij dient te worden gedacht aan:
|
een schriftelijke verklaring van de vreemdeling betreffende de periode waarin hij sinds zijn vertrek uit Nederland en na de ongewenstverklaring buiten Nederland heef verbleven en dat hij zich in die periode niet schuldig heeft gemaakt aan misdrijven en dat hij niet aan strafvervolging onderworpen is; |
|
een kopie van de documenten voor grensoverschrijding die de vreemdeling sinds zijn ongewenstverklaring heeft gehouden; |
|
een overzicht van de plaatsen waar de vreemdeling sinds zijn ongewenstverklaring heeft verbleven, voorzien van bewijsstukken; en |
|
een schriftelijke verklaring, afgegeven door de terzake bevoegde autoriteiten van het land of de landen waar de vreemdeling sinds zijn ongewenstverklaring heeft verbleven, dat de vreemdeling zich tijdens dat verblijf niet schuldig heeft gemaakt aan misdrijven en niet aan strafvervolging onderworpen is. |
Het kan voorkomen dat een vreemdeling in een individueel geval aanvullende gegevens en bescheiden zal moeten overleggen, ofwel deze eigener beweging overlegt.
Het staat de vreemdeling uiteraard vrij andere dan de hierboven genoemde gegevens en bescheiden te overleggen ten bewijze van het feit dat er een wijziging in materiéle zin is opgetreden in de omstandigheden die het besluit rechtvaardigden om jegens hem een verwijderingsmaatregel uit te vaardigen.
|
Vc 2013
A4/3 | Ongewenstverklaring |
| |
| |
|
topVc 2013 - A4 / 3. Ongewenstverklaring
|
top |
top |
|