Vc 2000
Vc 2000 A6/2.2. Het doelIn het belang van de grensbewaking en de internationale betrekkingen dient voorkomen te worden dat de vreemdeling aan wie de toegang tot Nederland geweigerd is - maar die Nederland niet onmiddellijk kan verlaten - zich in de tijd tot aan zijn vertrek toch de feitelijke toegang tot Nederland kan verschaffen. Op grond van artikel 5, eerste lid, aanhef en onder f EVRM is vrijheidsontneming van vreemdelingen slechts toegestaan om de onrechtmatige binnenkomst in een land te voorkomen of om de uitzetting of uitlevering veilig te stellen. Artikel 6 Vw dient het eerste doel en biedt de mogelijkheid om geweigerde vreemdelingen hun vrijheid te beperken of zelfs te ontnemen.
Bij een vrijheidsbeperkende maatregel kan de vreemdeling in afwachting van zijn vertrek opgedragen worden zich in een bepaalde ruimte of op een bepaalde plaats op te houden (zie artikel 6, eerste lid , Vw). De vreemdeling mag deze ruimte of plaats niet verlaten, maar kan dit feitelijk wel. Wanneer deze ruimte of plaats beveiligd wordt tegen ongeoorloofd vertrek van de vreemdeling spreken we van vrijheidsontneming. Deze maatregel wordt gegeven op grond van artikel 6, eerste en tweede lid, Vw. |
Vc 2013
|