Vc 2000
Vc 2000 A6/2.8. De beéindigingDe vrijheidsbeperkende of -ontnemende maatregel eindigt wanneer de vreemdeling Nederland daadwerkelijk heeft verlaten, dan wel de maatregel opgeheven wordt. Indien de vreemdeling aan boord van een vliegtuig of schip niet het Nederlands grondgebied heeft verlaten (bijvoorbeeld door verzet van de vreemdeling), blijft de oorspronkelijk opgelegde maatregel van kracht. Er wordt geen nieuwe plaatsingsbeschikking genomen. Ook de oorspronkelijke toegangsweigering blijft van kracht. Heeft de vreemdeling het Nederlands grondgebied wél verlaten en keert hij terug (bijvoorbeeld na weigering toegang door de autoriteiten van het land van bestemming of van transit), dan dient opnieuw te worden bekeken of de vreemdeling voldoet aan de voorwaarden voor toegang. Indien deze beoordeling leidt tot een (nieuwe) toegangsweigering, dient ook de maatregel van artikel 6, eerste en tweede lid, Vw opnieuw te worden opgelegd en moet een nieuwe plaatsingsbeschikking worden genomen. Tevens zal, ingeval de vreemdeling op grond van artikel 65 Vw is uitgezet, de vervoerder een nieuwe aanwijzing krijgen om de vreemdeling terug te voeren naar een plaats buiten Nederland (zie A2/7.1.5). Indien de rechtbank de opheffing van de vrijheidsontnemende maatregel van artikel 6, eerste en tweede lid, Vw beveelt (zie A6/6) betekent dat niet dat ook de weigering van de toegang ex artikel 3 Vw wordt opgeheven. In die gevallen kan nog steeds op grond van artikel 6, eerste lid, Vw (vrijheidsbeperking) een ruimte of plaats worden aangewezen waar de vreemdeling zich dient op te houden. Indien de toegangsweigering wordt opgeheven, bijvoorbeeld omdat aan de vreemdeling alsnog rechtmatig verblijf toekomt op grond van artikel 8, aanhef en onder a tot en met e, Vw of de rechtbank de beschikking van weigering toegang vernietigt, wordt de maatregel van artikel 6 Vw eveneens opgeheven. Voor het opheffen van de maatregel dient gebruik te worden gemaakt van Model M113. |
Vc 2013
|