Vc 2000
Vc 2000 Deel C - 15 / 5. Voornemenprocedure als een ander land verantwoordelijk
is
Artikel 3.118a Vb is van toepassing in
alle gevallen waarin Verordening 343/2003 wordt toegepast. In deze
bepaling wordt onderscheid gemaakt tussen de gevallen waarin het
voornemen wordt uitgereikt in de algemene asielprocedure en de gevallen
waarin het voornemen wordt uitgereikt na afloop van de AC-algemene
asielprocedure.
Artikel 3.118a, vierde
lid, Vb geeft in het algemeen aan wanneer een zienswijze tijdig is
ingediend. Het zesde lid geeft aan wanneer nog rekening wordt gehouden
met een na afloop van de termijn ingediende
zienswijze.
Het voornemen wordt op grond
van artikel 3.118a, eerste lid, Vb uitgereikt vooruitlopend op de
aanvaarding van de claim. Als het voornemen wordt uitgebracht op de
vijfde dag van algemene asielprocedure, dan moet de zienswijze
uiterlijk op de zesde dag worden
ingediend.
Genoemde termijnen kunnen
anders zijn wanneer er aanleiding bestaat om de termijnen in de
algemene asielprocedure te verlengen (zie
C12/4).
Als het voornemen na afloop van de
algemene asielprocedure wordt uitgebracht, dan geldt op grond van
artikel 3.118a, derde lid, Vb, een termijn van een week voor het
indienen van de zienswijze welke aanvangt op de dag na uitreiking van
het voornemen.Tegelijkertijd met het voornemen wordt (een kopie van)
het rapport van gehoor uitgereikt (zie
C13/53.4).
Na ontvangst van de zienswijze
op het uitgebrachte voornemen en de eventuele aanvullingen en
correcties op het Dublingehoor, wordt beslist of een claim wordt
gelegd, dan wel of een reeds gelegde claim wordt
gehandhaafd.
Als er sprake is van een
vreemdeling aan wie een maatregel op grond van artikel 6, eerste lid,
juncto tweede lid, Vw, kan in een dergelijk geval de gesloten verlengde
procedure worden toegepast (zie
C12/5.3).
|
Vc 2013
C1/2.6 | 2.6 Voornemenprocedure |
| |
| |
|
topVc 2013 Deel C - 1/ 2.6 Voornemenprocedure
Algemeen
De IND maakt in het voornemen kenbaar:
alle gronden van het voornemen tot afwijzing van de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd;
een eventueel voornemen tot een ambtshalve besluit om aan de vreemdeling al dan niet een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen;
een eventueel voornemen tot een ambtshalve besluit om de uitzetting van de vreemdeling al dan niet achterwege te laten op grond van artikel 64 Vw.
Voornemen en zienswijze in de verlengde asielprocedure
Als bij de IND geen gemachtigde van de vreemdeling bekend is, stuurt de IND het voornemen aangetekend naar het laatst bekende adres van de vreemdeling.
Als de IND het voornemen naar de vreemdeling stuurt, vermeldt de IND in het voornemen of op het aanbiedingsformulier in ieder geval:
de datum en wijze van verzenden van het voornemen; en
informatie over de mogelijkheid die vreemdeling heeft om een zienswijze naar voren te brengen.
Als de IND er niet in slaagt het voornemen aan de vreemdeling bekend te maken, geeft de IND in een rapport van bevindingen aan welke handelingen zijn verricht om het voornemen aan de vreemdeling kenbaar te maken.
Uitstel voor het indienen van de zienswijze
Voor het indienen van de zienswijze verleent de IND:
-
a.
bij het niet tijdig beschikbaar zijn van een tolk uitstel tot vijf werkdagen na de eerstvolgende datum waarop een tolk in de gewenste taal beschikbaar is;
-
b.
bij plotselinge ziekte van de gemachtigde van de vreemdeling uitstel tot vijf werkdagen vanaf datum ziekte voor zaken waarin de reactietermijn gedurende de eerstvolgende vijf werkdagen verloopt;
-
c.
bij plotselinge ziekte van de vreemdeling uitstel tot vijf werkdagen na zijn herstel als de ziekte door het verstrekken van een medische verklaring is aangetoond;
-
d.
bij overplaatsing van de vreemdeling uitstel tot vijf werkdagen na de overplaatsing als de vreemdeling schriftelijk heeft aangetoond dat de overplaatsing samenviel met de afspraak met de gemachtigde; of
-
e.
bij vakantie van de gemachtigde van de vreemdeling uitstel van vijf werkdagen na de vakantie van de gemachtigde als de vakantie ten minste één maand tevoren en met betrekking tot elke betreffende zaak schriftelijk is gemeld aan de IND.
Ad a.
De indiener van het verzoek om uitstel moet schriftelijk aantonen dat binnen drie dagen na ontvangst
van het voornemen een tolk is aangevraagd, maar deze niet tijdig beschikbaar is.
De vreemdeling moet een schriftelijke verklaring van het tolkencentrum overleggen waarin staat:
op welke datum de vreemdeling een tolk heeft aangevraagd; en
op welke eerstvolgende datum een tolk in de gewenste taal beschikbaar is.
De IND verleent geen uitstel als de besproken tolk een afspraak met de vreemdeling of zijn gemachtigde afzegt, tenzij sprake is van overmacht van de zijde van de tolk.
Als het voornemen een afwijzing op grond van verordening 343/2003/EG betreft, verleent de IND
uitstel tot drie werkdagen.
Ad e.
Voor eenmanskantoren bepaalt de IND op uitdrukkelijk verzoek een ruimere termijn.
De IND verleent geen uitstel vanwege wijziging van gemachtigde door de vreemdeling.
Het hierboven genoemde beleid voor het verlenen van uitstel voor het indienen van de zienswijze is van toepassing op verzoeken om uitstel voor het indienen van een reactie op onderzoeksresultaten.
Voornemen en zienswijze bij vrijheidsontneming
Als de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel bepaalde tijd van een vreemdeling van wie de vrijheid is ontnomen op grond van artikel 59 Vw in de algemene asielprocedure wordt behandeld en een gemachtigde bekend is, stuurt de IND het voornemen naar de gemachtigde van de vreemdeling.
Als bij de IND geen gemachtigde van de vreemdeling bekend is, reikt de IND het voornemen aan de vreemdeling uit.
De IND verleent aan de vreemdeling van wie de vrijheid is ontnomen geen uitstel voor het indienen van de zienswijze.
Nieuwe feiten of omstandigheden
Feiten en omstandigheden zoals bedoeld in artikel 3.119 Vb zijn in ieder geval:
nieuwe resultaten van onderzoek door of in opdracht van de IND; en
feiten en omstandigheden die hetzij door het bekend worden, hetzij door een andere beoordeling naar aanleiding van de zienswijze van de vreemdeling, van invloed kunnen zijn op de beoordeling van de geloofwaardigheid van het relaas van de vreemdeling.
Als het eerder uitgebrachte voornemen op grond van nieuwe feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 3.119 Vb niet meer alle gronden voor afwijzing van de aanvraag tot een verblijfsvergunning asiel bevat, brengt de IND een nieuw voornemen uit.
|
top |
top |
|