Vc 2000
Vc 2000 Deel C - 24 / 1.3.2.4. Verwesterde schoolgaande minderjarige meisjesIn het thematisch ambtsbericht over de situatie van schoolgaande kinderen in Afghanistan wordt uitgebreid ingegaan op de risico's die minderjarige vrouwen (meisjes) met een westerse levensstijl in Afghanistan in het dagelijkse school- en maatschappelijk leven lopen. Ook al slagen verwesterde meisjes erin hun gedrag en attitude aan te passen aan de heersende normen, zij zullen niet anoniem zijn in het openbare leven. Zij kunnen schoolgerelateerde of maatschappelijke problemen ondervinden. De noodzaak tot aanpassing, de geïsoleerde positie en de inferieure status van vrouwen en meisjes in Afghanistan leggen een grote psychosociale druk op verwesterde meisjes. Het uitgangspunt dat verwesterde vrouwen zich kunnen aanpassen (zie 3.2.2) blijft voor minderjarige vrouwen bestaan. Onder bepaalde omstandigheden kan worden geconcludeerd dat bij terugkeer een onevenredig zware psychosociale druk op de minderjarige vrouwen komt te liggen. In deze situatie kan om reden van klemmende redenen van humanitaire aard in het verblijf worden voorzien. Het betreft die gevallen waarin de individuele asielzoekster een combinatie van omstandigheden (waaronder de mate van verwestering) aannemelijk maakt. Omstandigheden die bepalend zijn bij het beoordelen van de mate van verwestering zijn onder meer de leeftijd van het meisje in relatie tot de verblijfsduur hier te lande en het volgen van onderwijs. Uitgangspunt wordt een leeftijd vanaf tien jaar en een verblijf in Nederland vanaf acht jaar gerekend vanaf de eerste asielaanvraag in Nederland. Omstandigheden die meewegen om te bepalen of sprake is van klemmende redenen van humanitaire aard zijn onder meer: De volgende contra-indicaties worden ook meegewogen (niet-limitatief): Het gebruikelijke openbare orde beleid (zie C4/3.11) is van toepassing. Indien het samenstel van factoren in samenhang bezien leidt tot de conclusie dat bij terugkeer in Afghanistan sprake zal zijn van onevenredige psychosociale druk, komt het meisje, op grond van artikel 29, eerste lid, onder c, Vw in aanmerking voor een verblijfsvergunning asiel. Haar ouders komen, behoudens contra-indicaties van openbare orde, eveneens op grond van artikel 29, eerste lid, onder c, Vw in aanmerking voor een verblijfsvergunning asiel. De eventuele overige zusjes en broers kunnen, in het geval zij niet zelfstandig in aanmerking komen voor asiel, behoudens contra-indicaties van openbare orde, in aanmerking komen voor een afhankelijke verblijfsvergunning asiel op grond van artikel 29, eerste lid, onder e of f Vw. Indien op grond van dit beleid een verblijfsvergunning wordt verleend, ligt de ingangsdatum van de verblijfsvergunning op of na de datum van de inwerkingtreding van dit beleid, te weten 3 mei 2011. De vergunning wordt verleend voor de duur van vijf jaar, ook in het geval het minderjarige meisje binnen die termijn meerderjarig wordt. In het verblijf van het in Nederland verwesterde en meerderjarig geworden meisje wordt berust. Voortzetting van het verblijfDe ten tijde van de minderjarigheid verleende verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd aan het meisje en haar gezinsleden kan worden verlengd of worden omgezet naar een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd. Dit laat onverlet dat verblijfsbeëindiging tot de mogelijkheden blijft behoren indien er wel sprake is van gewijzigde feiten en/of omstandigheden of onjuiste gegevens. |
Vc 2013
|