TERUG naar Overzicht van Vc 2000 en Vc 2013
In onderstaande tabel staat in de linker kolom de tekst van de bepaling zoals die op 31 maart 2013 luidde in Vc 2000.
In de rechter kolom staat de HUIDIGE tekst zoals die OP 1 april 2013 in de Vc 2013 voorkomt.
Vc 2000

Vc 2000 Deel C - 24 / 1.3.3. Religieuze minderheden

Risicogroep

Personen die afkomstig zijn uit een gebied waar zij tot een religieuze minderheid behoren, worden aangemerkt als risicogroep als bedoeld in C14/3.6. In het kader van de toetsing aan artikel 29, eerste lid, onder a, Vw worden aan personen behorende tot een risicogroep minder hoge eisen gesteld met betrekking tot het aannemelijk maken van de zwaarwegendheid van de ondervonden gebeurtenissen.

Dit houdt in dat wanneer deze personen zich beroepen op problemen op basis van hun geloofsovertuiging van de zijde van de (centrale) autoriteiten, of locale krijgsheren, of met medeburgers, en er sprake is van een geloofwaardig en individualiseerbaar asielrelaas, reeds met geringe indicaties aannemelijk kan worden gemaakt dat deze problemen leiden tot een gegronde vrees voor vervolging.

Indien hiervan sprake is, kan de vreemdeling op grond van artikel 29, eerste lid onder a, Vw in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Hierbij wordt niet verlangd dat hij zich tot de autoriteiten heeft gewend voor bescherming.

De meerderheid van de Afghaanse bevolking hangt de islam aan. Binnen de totale groep moslims zijn de Shiitische moslims in de minderheid. In het ambtsbericht wordt de positie van de Shiitische moslims als groep niet als zodanig slecht beoordeeld dat zij als risicogroep dienen te worden aangemerkt.

Aanhangers van andere religies dan de islam vormen wel een risicogroep, ongeacht waar zij in Afghanistan wonen.

Kwetsbare minderheidsgroep

Personen afkomstig uit een gebied waar zij tot een religieuze minderheid behoren worden voorts aangemerkt als kwetsbare minderheidsgroep in de zin van C2/3.1.5.

Dit houdt in dat de vreemdeling die behoort tot deze groep met op zichzelf beperkte individuele indicaties reeds aannemelijk kan maken dat bij terugkeer een schending van artikel 3 EVRM dreigt.

Het is niet vereist dat de vreemdeling persoonlijk te maken heeft gehad met een behandeling die op zichzelf voldoet aan de omschrijving van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw. Ook indien er sprake is van mensenrechtenschendingen in de naaste omgeving van de vreemdeling bij personen die behoren tot de betreffende kwetsbare minderheidsgroep, kan dit voldoende grond zijn om zulks aan te nemen. Daarbij wordt niet van de vreemdeling verlangd dat hij aannemelijk maakt dat de betreffende mensenrechtenschendingen zijn ingegeven door het behoren tot de betreffende kwetsbare minderheidsgroep.

De meerderheid van de Afghaanse bevolking hangt de islam aan. Binnen de totale groep moslims zijn de Shiitische moslims in de minderheid. In het ambtsbericht wordt de positie van de Shiitische moslims als groep niet als zodanig slecht beoordeeld dat zij als kwetsbare minderheidsgroep dienen te worden aangemerkt.

Aanhangers van andere religies dan de islam vormen wel een kwetsbare minderheidsgroep, ongeacht waar zij in Afghanistan wonen.

Indien een Afghaanse asielzoeker aannemelijk maakt dat hij zich in Nederland heeft bekeerd, is C2/2.6 van toepassing.

Indien een Afghaanse asielzoeker aannemelijk maakt dat hij zich in Nederland heeft bekeerd en dientengevolge tot een religieuze minderheid is gaan behoren, geldt ook dat hij met op zichzelf beperkte individuele indicaties op grond van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw in aanmerking komt voor de verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Van beperkte individuele indicaties kan eveneens sprake zijn indien de bekeerling al problemen heeft ondervonden om andere redenen dan de nieuwe geloofsovertuiging, die op zichzelf onvoldoende redenen vormen om een verblijfsvergunning asiel te verlenen.

Vc 2013