Vc 2000
Vc 2000 Deel C - 24 / 1.3.5. Homoseksuelen
Homoseksualiteit
is in Afghanistan een taboe, en daardoor zeer moeilijk bespreekbaar.
Homoseksuelen in Afghanistan houden hun geaardheid geheim. Indien
iemand openlijk homoseksueel is, zal hij of zij waarschijnlijk op zijn
minst door zijn of haar familie worden
uitgesloten.
Het Afghaanse wetboek van
strafrecht noch de Afghaanse grondwet bevatten expliciete bepalingen
over homoseksualiteit. Volgens het wetboek van strafrecht kunnen
overspel en pederastie worden bestraft met een gevangenisstraf van vijf
tot vijftien jaar. De grondwet bepaalt voorts dat als de wet ter zake
niets voorschrijft, de sharia kan worden
toegepast.
Onder de sharia zijn seksuele
handelingen tussen mensen van hetzelfde geslacht niet toegestaan.
Ofschoon onder islamitische rechtsgeleerden geen consensus bestaat over
de bestraffing van homoseksualiteit onder de sharia, kan in Afghanistan
niet worden uitgesloten dat de doodstraf wordt
opgelegd.
Risicogroep
Homoseksuelen
uit Afghanistan worden aangemerkt als risicogroep als bedoeld in
C14/3.6. In het kader van de toetsing aan artikel 29, eerste lid, onder
a, Vw worden aan personen behorende tot een risicogroep minder hoge
eisen gesteld met betrekking tot het aannemelijk maken van de
zwaarwegendheid van de ondervonden gebeurtenissen.
Dit houdt in
dat wanneer deze personen zich beroepen op problemen op basis van hun
homoseksualiteit van de zijde van de huidige (centrale) autoriteiten,
of lokale krijgsheren, of met medeburgers, en er sprake is van een
geloofwaardig en individualiseerbaar asielrelaas, reeds met geringe
indicaties aannemelijk kan worden gemaakt dat deze problemen leiden tot
een gegronde vrees voor vervolging.
Indien hiervan sprake is,
kan de vreemdeling op grond van artikel 29, eerste lid onder a, Vw in
aanmerking komen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd.
Hierbij wordt niet verlangd dat hij zich tot de autoriteiten heeft
gewend voor
bescherming.
|