TERUG naar Overzicht van Vc 2000 en Vc 2013
In onderstaande tabel staat in de linker kolom de tekst van de bepaling zoals die op 31 maart 2013 luidde in Vc 2000.
In de rechter kolom staat de HUIDIGE tekst zoals die OP 1 april 2013 in de Vc 2013 voorkomt.
Vc 2000

Vc 2000 Deel C - 24 / 11.3.6. Christenen

Blijkens het ambtsbericht van de Minister van BuZa verkeren christenen in een moeilijke positie, nu de Irakese autoriteiten niet in staat zijn hen tegen het willekeurige dan wel gerichte geweld bescherming te bieden. Mede uit angst voor het extremistische geweld zijn christenen vanuit het zuiden en het midden van Irak naar het noorden getrokken. Er zijn echter berichten dat christenen ook in Noord-Irak zouden worden gediscrimineerd. Hierbij zou sprake zijn van onrechtmatige onteigening van eigendommen en discriminatoire vonnissen van de rechterlijke macht van de Kurdistan Regional Government ten nadele van christenen.

Personen die aannemelijk hebben gemaakt wegens hun christelijk geloof gegronde vrees te hebben voor vervolging kunnen op grond van artikel 29, eerste lid, onder a, Vw in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning asiel. Hierbij wordt niet verlangd dat zij zich tot de autoriteiten hebben gewend voor bescherming.

Kwetsbare minderheidsgroep

De christenen uit Irak worden voorts aangemerkt als kwetsbare minderheidsgroep in de zin van C14/3.6. Dit houdt in dat een asielzoeker die behoort tot deze groep met op zichzelf beperkte individuele indicaties reeds aannemelijk kan maken dat bij terugkeer een schending van artikel 3 EVRM dreigt.

Daarvoor is niet vereist dat betrokkene persoonlijk te maken heeft gehad met een behandeling die op zichzelf voldoet aan de omschrijving van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw. Ook indien er sprake is van mensenrechtenschendingen in de naaste omgeving van de vreemdeling bij personen die behoren tot de betreffende kwetsbare minderheidsgroep, kan dit voldoende grond zijn om zulks aan te nemen. Daarbij wordt niet van de vreemdeling verlangd om aannemelijk te maken dat de betreffende mensenrechtenschendingen zijn ingegeven door het behoren tot de betreffende kwetsbare minderheidsgroep.

In Nederland bekeerde christenen

Ten aanzien van Iraakse christenen die in Nederland zijn bekeerd tot het christendom is in de eerste plaats C2/2.6 van toepassing. Voorts worden Irakezen die in Nederland zijn bekeerd tot het christendom net als andere christenen uit Irak aangemerkt als kwetsbare minderheidsgroep in de zin van C14/3.6. Uit C14/3.6 volgt dat dat betekent dat ook problemen die zij in Irak hebben ondervonden om andere redenen dan de christelijke geloofsovertuiging, maar die op zichzelf onvoldoende redenen vormen om een verblijfsvergunning asiel te verlenen, worden betrokken bij de beoordeling of bij terugkeer schending van artikel 3 EVRM dreigt.

Vc 2013