Vc 2000
Vc 2000 Deel C - 24 / 12.2.5.
Homoseksuelen,
biseksuelen en transseksuelen
Uit het ambtsbericht
blijkt dat homoseksualiteit in het openbare leven een taboe is.
Homoseksuele mannen en vrouwen kunnen niet vrijelijk voor hun
geaardheid uitkomen. Specifieke en recente gevallen van discriminatie
van homoseksuelen door de autoriteiten en/of medeburgers zijn niet
bekend.
Homoseksualiteit op zich is in Iran niet strafbaar.
Homoseksuele personen worden niet onderworpen aan systematische
vervolging door de autoriteiten. Voor zover bekend leidt een
(toegeschreven) homoseksuele geaardheid van een persoon niet tot
onevenredige of discriminatoire bestraffing of tenuitvoerlegging van
een straf, die wordt opgelegd bij (strafrechtelijke) vervolging wegens
een commuun delict.
Openlijke seksuele handelingen tussen
mensen van hetzelfde geslacht zijn wel strafbaar en kunnen volgens de
wet worden bestraft met de doodstraf. Strafrechtelijke vervolging en/of
veroordeling enkel en alleen op grond van seksuele handelingen vindt
plaats.
Transseksualiteit komt voor in Iran. Blijkens het
ambtsbericht wordt het in Iran als een medische kwestie gezien. Het is
in Iran mogelijk om van geslacht te veranderen. In het algemeen wordt
pragmatisch met transseksualiteit omgegaan, hoewel het met name buiten
de grote steden nauwelijks sociaal geaccepteerd is. Religieuze leiders
zouden zich daarentegen tamelijk onbevooroordeeld opstellen jegens
transseksuelen.
Homoseksuelen, biseksuelen en transseksuelen
die aannemelijk maken dat zij op grond van hun seksuele
oriëntatie, respectievelijk transseksualiteit op een dusdanige
wijze worden gediscrimineerd dat het voor hen onmogelijk is om op
maatschappelijk en sociaal gebied te kunnen functioneren (zie C2/2.5),
of die daardoor een gegronde vrees hebben voor vervolging door de
Iraanse autoriteiten, kunnen op grond van artikel 29, eerste lid, onder
a, Vw in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning
asiel.
Ten aanzien van homoseksuelen, biseksuelen en
transseksuelen geldt, dat zij met ingang van 18 oktober
2006 zijn aangewezen als specifieke groepen, die, behoudens
contra-indicaties, op grond van artikel 29, eerste lid, onder c, Vw in
aanmerking komen voor een verblijfsvergunning asiel (zie
C2/4.4).
|