Vc 2000
Vc 2000 Deel C - 24 / 23.3.5. Dienstplichtigen en deserteurs
Het normale beleid, zoals weergegeven in C2/2.12 is van toepassing.
In Sudan wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds onttrekking aan de dienstplicht en anderzijds desertie. Van onttrekking is sprake indien iemand probeert onder een oproep voor de nationale dienstplicht uit te komen en niet op de basistraining verschijnt. Van desertie kan eerst sprake zijn indien iemand is gerekruteerd en is begonnen aan de dienstplicht, met inbegrip van de basistraining. Op dienstplichtigen en deserteurs is het militaire strafrecht van toepassing.
Onttrekking aan de dienstplicht kan met een geldboete en/of met een gevangenisstraf van twee tot drie jaar worden bestraft. Deze bestraffing is niet als onevenredig zwaar aan te merken. Daarnaast is het niet aannemelijk dat er sprake is van discriminatoire bestraffing. Voor gewetensbezwaarden bestaat geen mogelijkheid om ter vervanging van de dienstplicht een niet-militaire dienstplicht te vervullen.
Gelet op het vorenstaande is een beroep op onttrekking aan de dienstplicht in beginsel niet voldoende om in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning op grond van artikel 29, eerste lid, onder a of b, Vw, tenzij de betrokkene wegens ernstige en onoverkomelijke gewetensbezwaren tot zijn onttrekking komt. Het is aan de betrokkene om dit aannemelijk te maken.
Desertie kan met maximaal de doodstraf worden bestraft. Aannemelijk is dat een deserteur aan het front de doodstraf opgelegd kan krijgen. Een deserteur in het relatief veilige noorden van Sudan zal eerder een gevangenisstraf opgelegd krijgen. Welke straffen in de praktijk worden opgelegd en of de doodstraf ten uitvoer is gebracht, is niet bekend. Niet kan worden uitgesloten dat deserteurs discriminatoir worden bestraft, worden mishandeld en/of worden geëxecuteerd. Het is aan de betrokkene om aannemelijk te maken dat er sprake is van een discriminatoire bestraffing. In het geval mishandeling, executie of de doodstraf niet kan worden uitgesloten, dient de bestraffing wegens desertie als onevenredig zwaar te worden aangemerkt.
Gelet op het vorenstaande kan een persoon die een beroep doet op desertie in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning op grond van artikel 29, eerste lid, onder a of b, Vw.
|