Vc 2000
Vc 2000 Deel C - 24 / 24.1. Achtergrond
Deze
landenparagraaf bevat het landgebonden asielbeleid voor Somalië.
Het landgebonden asielbeleid is een uitwerking van het algemene beleid
van C1 tot en met C23 en kan niet worden gezien als een
uitzonderingsregeling, behoudens de hieronder opgenomen regeling ten
aanzien van het niet tegenwerpen van het vervallen van de
verleningsgrond. De algemene wet- en regelgeving blijft voor het
overige steeds de basis voor de individuele beoordeling van een
asielaanvraag.
De beleidsconclusies in dit hoofdstuk zijn mede
gebaseerd op het algemeen ambtsbericht van de Minister van BuZa van
17 mei 2011 over de situatie in Somalië (zie de website van
het Ministerie van BuZa).
Op 7 januari 2011 heeft
het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) gemotiveerde
interim measures getroffen in de zaken van
twee Somalische asielzoekers waarmee hun uitzetting naar Somalië
hangende hun klacht bij het EHRM wordt opgeschort. Naar aanleiding
hiervan heeft de Minister voor Immigratie en Asiel bij brief van
18 maart 2011 de Tweede Kamer bericht dat is besloten tot het
instellen van een vertrekmoratorium ten aanzien van afgewezen
asielzoekers afkomstig uit Centraal- en Zuid-Somalië die niet in
het noorden van Somalië kunnen verblijven. Op 28 juni 2011 heeft
het EHRM in de zaak Sufi en Elmi t. VK (appl nrs 8319/07 en 11449/07)
zich uitgelaten over terugkeer naar Centraal- en Zuid-Somalië.
Onderhavig Wijzigingsbesluit Vreemdelingencirculaire is een weergave
van de beleidsconsequenties van deze inhoudelijke uitspraak die als
richtinggevend moet worden aangemerkt bij de beoordeling van
vreemdelingen afkomstig uit Centraal- en Zuid-Somalië.
Dit
hoofdstuk bevat de uitvoeringsconsequenties van het vastgestelde
beleid.
|