Vc 2000
Vc 2000 Deel C - 24 / 24.3.1.1. Algemeen
Het
ambtsbericht van de Minister van BuZa meldt dat de positie van
minderheden in Centraal- en Zuid-Somalië als slecht is te
bestempelen. Desondanks is het niet zo dat alle personen die tot een
minderheidsgroep behoren voor (op de persoon gerichte) vervolging te
vrezen hebben, enkel wegens het behoren tot een minderheid. In
Somaliland, Puntland, Sool en Sanaag en de eilanden voor de kust van
Zuid-Somalië worden minderheden in het algemeen niet vervolgd
vanwege hun afkomst.
Indien de vreemdeling aannemelijk maakt
dat hij vanwege zijn etnische afkomst te vrezen heeft voor vervolging
in de zin van het Vluchtelingenverdrag kan hij op grond van artikel 29,
eerste lid, onder a, Vw in aanmerking komen voor een
verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd.
Het enkel behoren
tot een specifieke clanfamilie of minderheid, anders dan de Reer Hamar
(zie 3.1.2), vormt op zichzelf geen aanleiding tot verlening van een
verblijfsvergunning
asiel.
|