Vc 2000
Vc 2000 Deel C - 24 / 4.3.2.3. Vertrokken uit Azerbeidzjan tussen 1988 en 1992
Een bijzondere positie wordt ingenomen door de groep van etnisch Armeniërs die in de periode 1988 tot en met 1992 uit Azerbeidzjan zijn vertrokken.
De keuze voor 1988 is gelegen in het feit dat in dat jaar de eerste onlusten zijn begonnen (27/28 februari 1988). De keuze voor het jaar 1992 is gebaseerd op het feit dat de situatie rond Nagorny Karabach na 1992 over het gewelddadige hoogtepunt heen was; eerst in 1994 is de wapenstilstand formeel getekend.
Tevens stelt het ambtsbericht dat de meeste etnisch Armeniërs Azerbeidzjan in 1992 reeds hadden verlaten. Het betreft in Azerbeidzjan dus een niet-geïntegreerde groep; dit in uitdrukkelijke tegenstelling tot de groep die na 1992 is gebleven en de oorlog heeft meegemaakt en daarmee als geïntegreerd wordt beschouwd in de gemeenschap waar zij verblijft of verbleven heeft.
Indien een etnisch Armeniër, afkomstig uit Azerbeidzjan, voldoet aan de hieronder gestelde cumulatieve voorwaarden, kan hij op grond van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd:
- er dient sprake te zijn van een geloofwaardig en consistent individueel relaas;
- de vreemdeling, etnisch Armeniër uit Azerbeidzjan, heeft aannemelijk gemaakt dat hij/zij in deze (oorlogs)periode (1988 - 1992) is vertrokken én als gevolg van deze onlusten is vertrokken; en
- de vreemdeling heeft aannemelijk gemaakt niet één van de andere nationaliteiten van de voormalige Sovjetstaten hebben ge(ver)kregen.
|