Vc 2000
Vc 2000 Deel C - 24 / 4.6.5. Nationaliteit of staatsburgerschap
Op het moment dat de Sovjet-Unie nog als staat bestond zijn velen reeds uit de toenmalige deelrepubliek Azerbeidzjan vertrokken, veelal naar één van de andere deelrepublieken van de voormalige Sovjet-Unie. Nadat de voormalige Sovjet-Unie ophield te bestaan (december 1991) hebben velen het staatsburgerschap verkregen van één van deze later zelfstandig geworden republieken.
Voor de voorwaarden ter vaststelling van het staatsburgerschap in de republieken van de voormalige Sovjet-Unie wordt verder verwezen naar het ambtsbericht van het Ministerie van BuZa inzake Staatsburgerschap- en Vreemdelingenwetgeving in de republieken van de voormalige Sovjet-Unie van 14 augustus 2002 (kenmerk DPV/AM-743442).
Van belang is verder hetgeen is opgenomen in het algemene ambtsbericht van november 2005 inzake de algehele situatie in Azerbeidzjan. Hierin heeft het Ministerie van BuZa een hoofdstuk opgenomen inzake staatsburgerschapwetgeving Azerbeidzjan, met name de Nationaliteitswet 1990, de Grondwet van Azerbeidzjan van 1995 en de Wet op het Staatsburgerschap van 1998.
Hieruit komt naar voren dat er sprake kan zijn van staatloosheid bij personen die vóór 1 januari 1999 Azerbeidzjan hebben verlaten. Personen die het staatsburgerschap van Azerbeidzjan eenmaal hebben verkregen, kunnen dat niet hebben verloren op grond van verblijf in het buitenland.
|