Vc 2000
Vc 2000 Deel C - 24 / 6.3.3.2.1.
Inleiding
De
mensenrechtensituatie in Tibet blijft slecht. Martelingen, arrestaties
en detenties zonder berechting komen voor. Deze zijn vooral gericht
tegen mensen die openlijk uitkomen voor een onafhankelijk Tibet of
publiekelijk hun steun betuigen aan de Dalai Lama. Personen die
verdacht worden van politieke misdaden hebben niet altijd toegang tot
rechtsbijstand. Berechting vindt vaak plaats achter gesloten deuren. Op
het in gevaar brengen van de staatsveiligheid en op separatistische
activiteiten staat elk 15 jaar celstraf, met een maximum van 20 jaar in
totaal. Protesten hoeven niet gewelddadig te zijn om zwaar bestraft te
worden.
Het Tibetaanse boeddhisme kan openlijk worden
beleden. De Chinese autoriteiten handhaven wel strikte controles op
alle religieuze activiteiten en op de gang van zaken in tempels en
kloosters. Het komt voor dat religieuze activiteiten, zoals festivals,
door de overheid worden gezien als uitingen van politieke onvrede of
onafhankelijkheidsstreven. Ook worden kloosters gesloten en worden
monniken en nonnen opgepakt die beschuldigd worden van politieke
gedragingen.
Tibetaanse asielzoekers, die aannemelijk maken dat
zij strafrechtelijk vervolgd worden of zullen worden vanwege politieke
activiteiten in China en er sprake is van een strafmaat van een zeker
gewicht, kunnen op grond van artikel 29, eerste lid, onder a, Vw in
aanmerking komen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde
tijd.
|