Vc 2000
Vc 2000 C4/3.11.1.2. Openbare orde als de vreemdeling een verdragsvluchteling
is
Indien de asielzoeker verdragsvluchteling is, kan
op grond van artikel 3.105b Vb verlening van een verblijfsvergunning
asiel voor bepaalde tijd slechts worden geweigerd,
indien:
a. er
goede redenen bestaan om de vreemdeling te beschouwen als een gevaar
voor de nationale veiligheid; of
b. de
vreemdeling bij onherroepelijk geworden rechterlijk vonnis veroordeeld
is voor een bijzonder ernstig misdrijf en een gevaar vormt voor de
gemeenschap.
Deze bepaling heeft betrekking op
vreemdelingen op wie het Vluchtelingenverdrag van toepassing is en ziet
derhalve niet op vreemdelingen ten aanzien van wie één van de
uitsluitingsgronden van het Vluchtelingenverdrag geldt.
De
bepaling is in overeenstemming met artikel 33, tweede lid,
Vluchtelingenverdrag, waarin is bepaald dat de non-refoulementbepaling
van artikel 33, eerste lid, Vluchtelingenverdrag niet van toepassing
is, indien er ten aanzien van de vluchteling ernstige redenen bestaan
hem te beschouwen als een gevaar voor de veiligheid van het land waar
hij zich bevindt, of die, bij gewijsde veroordeeld wegens een bijzonder
ernstig misdrijf, een gevaar oplevert voor de gemeenschap van dat
land.
Ad a.
Voor wat
betreft het gevaar voor de nationale veiligheid, zie
B1/4.4.
Ad
b.
Bijzonder ernstig
misdrijf
Er is sprake van een bijzonder ernstig misdrijf
indien:
|
3. |
tenminste één van de
veroordelingen betrekking heeft op een misdrijf dat naar zijn aard een
gevaar voor de gemeenschap oplevert, zoals drugs-, zeden- en
geweldsmisdrijven, brandstichting, mensenhandel, illegale handel in
wapens, munitie en explosieven en illegale handel in menselijke organen
en weefsels.
Strafbare feiten die in het
buitenland zijn gepleegd of bestraft, worden eveneens bij deze
beoordeling betrokken. Hierbij wordt beoordeeld welke gevolgen naar
Nederlands recht aan de strafbare feiten zouden zijn verbonden, indien
die strafbare feiten in Nederland zouden zijn gepleegd en bestraft. Aan
de hand van de gegevens die de vreemdeling heeft verschaft of
anderszins bekend zijn geworden, wordt contact opgenomen met het OM
voor de vraag welke straf in Nederland voor het betreffende strafbare
feit zou zijn gevorderd, waarbij wordt aangesloten bij de gepubliceerde
richtlijnen van het OM met betrekking tot de eis van de Officier van
Justitie ter zitting.
Gevaar voor de
gemeenschap
Voor het weigeren van een
verblijfsvergunning op grond van artikel 3.105b, onder b, Vb is tevens
vereist dat de vreemdeling een gevaar voor de gemeenschap vormt. Dit
wordt ex nunc beoordeeld.
De vraag of de vreemdeling
een gevaar vormt voor de gemeenschap wordt in de eerste plaats
beantwoord aan de hand van de strafoplegging door de
rechter.
De aard van de misdrijven in combinatie met de hoogte
van de opgelegde strafmaat is mede bepalend voor de conclusie dat de
betrokken vreemdeling een gevaar vormt voor de gemeenschap van
Nederland.
De vreemdeling kan feiten of omstandigheden
aanvoeren waarmee hij aannemelijk kan maken dat dit gevaar in zijn
geval niet aanwezig is. Aanzienlijk tijdsverloop sinds de veroordeling
zonder dat recidive heeft plaatsgevonden kan een aanwijzing vormen dat
de vreemdeling geen gevaar meer oplevert. Paragraaf B1/4.4.1 ten
aanzien van verjaring van misdrijven is in dit verband van
overeenkomstige toepassing. In de hier bedoelde gevallen, waarin immers
sprake is van een bijzonder ernstig misdrijf, wordt een
verjaringstermijn van twintig jaren
gehanteerd.
|
Vc 2013
C2/6.2.7 | 6.2.7 Openbare orde of nationale veiligheid |
| |
| |
|
topVc 2013 Deel C - 2/ 6.2.7 Openbare orde of nationale veiligheid
Algemeen
Bij de beoordeling van een aanvraag tot een verblijfsvergunning asiel, onderzoekt de IND of de vreemdeling een gevaar vormt voor de openbare orde of nationale veiligheid. De IND beoordeelt of van het beleid moet worden afgeweken, indien de vreemdeling bijzondere omstandigheden aanvoert. Door de vreemdeling aangevoerde bijzondere omstandigheden mogen geen verband houden met het door hem gepleegde strafbare feit. Bij de toetsing van de bijzondere omstandigheden weegt de IND het risico op recidive mee. Het ontbreken van risico op recidive vormt geen reden voor de IND om af te wijken van het beleid.
Voor de toepassing van het begrip ‘gevaar voor de nationale veiligheid’, zie paragraaf B1/4.4 Vc.
Openbare orde als de vreemdeling een verdragsvluchteling is
De IND verleent geen verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd aan de vreemdeling, die aan alle volgende voorwaarden voldoet:
de vreemdeling voldoet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning asiel voort bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a, Vw.;
de vreemdeling is veroordeeld voor een ‘bijzonder ernstig misdrijf’ en een ‘gevaar vormt voor de gemeenschap’.
Er is sprake van een ‘bijzonder ernstig misdrijf’ indien aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
de vreemdeling is bij onherroepelijk rechterlijk vonnis is veroordeeld tot een gevangenisstraf, of aan hem is een vrijheidsbenemende maatregel opgelegd;
het onvoorwaardelijk ten uitvoer te leggen gedeelte van de straf of maatregel bedraagt in totaal tenminste 24 maanden.
De IND betrekt de strafbare feiten die de vreemdeling in het buitenland heeft gepleegd ook bij de
beoordeling. Hierbij beoordeelt de IND, op basis van door het Openbaar Ministerie verstrekte
informatie, welke gevolgen naar Nederlands recht aan de strafbare feiten zouden zijn verbonden,
indien die strafbare feiten in Nederland zouden zijn gepleegd en bestraft.
De IND weegt bij de beoordeling van het ‘gevaar voor de gemeenschap’ dat de vreemdeling vormt in
ieder geval de volgende aspecten mee:
de aard van het misdrijf;
de opgelegde straf.
De IND beoordeelt het gevaar dat de vreemdeling voor de gemeenschap vormt aan de hand van de situatie zoals die zich voordoet bij het beoordelen van de aanvraag (‘ex nunc’-beoordeling). De IND neemt een gevaar voor de gemeenschap aan in alle volgende gevallen:
drugs-, zeden-en geweldsmisdrijven;
brandstichting:
mensenhandel;
illegale handel in wapens, munitie en explosieven;
illegale handel in menselijke organen en weefsels.
De vreemdeling vormt ook een gevaar voor de gemeenschap of nationale veiligheid als bedoeld in artikel 3.105 onder d Vb:
indien deze in het buitenland handelingen heeft verricht die de publieke rechtsorde ernstig schokten, en;
die naar Nederlands recht als zware misdrijven worden aangemerkt.
De IND beoordeelt of de door de vreemdeling aangevoerde feiten of omstandigheden aannemelijk maken dat in zijn geval geen sprake is van gevaar voor de gemeenschap. Indien de vreemdeling aanvoert dat de laatste veroordeling lang geleden heeft plaatsgevonden en dat hij sindsdien zich niet schuldig heeft gemaakt aan het plegen van een strafbaar feit, hanteert de IND een verjaringstermijn van twintig jaren. Paragraaf B1/4.4 ten aanzien van verjaring van misdrijven is in dit verband van overeenkomstige toepassing.
Openbare orde en artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, Vw
De aanvraag tot een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd van een vreemdeling die heeft aangetoond een risico te lopen als bedoeld in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, Vw, mag door de IND worden afgewezen, indien de vreemdeling veroordeeld is voor een ‘ernstig misdrijf’. Er is sprake van een ernstig misdrijf indien aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
de vreemdeling is veroordeeld tot een gevangenisstraf, of aan hem is een vrijheidsbenemende maatregel is opgelegd;
het onvoorwaardelijk ten uitvoer te leggen gedeelte van de straf of maatregel bedraagt in totaal tenminste achttien maanden;
in ieder geval één van de veroordelingen heeft betrekking op een misdrijf dat naar zijn aard een gevaar voor de gemeenschap oplevert.
De IND mag een ernstig misdrijf ook aan een vreemdeling tegenwerpen indien de veroordeling voor dit misdrijf nog niet onherroepelijk is geworden. Paragraaf B1/4.4 ten aanzien van verjaring van misdrijven is hier van overeenkomstige toepassing. De IND werpt een veroordeling voor een ernstig misdrijf niet voor altijd aan de vreemdeling tegen. Er geldt een verjaringstermijn van tien jaren. Na verjaring van het misdrijf stuurt de IND stuurt de vreemdeling een brief met een uitnodiging tot het aanvragen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, De IND willigt deze aanvraag in op grond van artikel 3.4, derde lid, Vb indien voldaan wordt aan alle volgende voorwaarden:
het misdrijf is verjaard;
de vreemdeling komt niet in aanmerking komt voor een andere verblijfsvergunning.
Het betreft in dat geval op grond van artikel 3.5, derde lid, Vb een tijdelijk verblijfsrecht.
|
top |
top |
|