Vc 2000
Vc 2000 C4/3.3. Niet onverwijld gemeld
Bij de beoordeling van de aanvraag wordt mede betrokken de omstandigheid dat de vreemdeling niet beschikt over een voor toegang tot Nederland vereist document voor grensoverschrijding, tenzij de aanvrager zich onverwijld onder opgave van de plaats waar of waarlangs hij Nederland is binnengekomen, heeft vervoegd bij een ambtenaar, belast met de grensbewaking of het toezicht op vreemdelingen, en daar kenbaar heeft gemaakt dat hij asiel wenst. Deze bepaling is gebaseerd op artikel 31 Vluchtelingenverdrag. Zij beoogt illegale immigratie tegen te gaan zonder dat daarbij vluchtelingen in de zin van dit verdrag het risico lopen te worden gerefouleerd. Aan een asielzoeker wordt niet tegengeworpen dat hij geen grensoverschrijdingsdocumenten bezit, indien hij zich uit eigen beweging, zo snel als redelijkerwijs van hem mag worden verwacht, heeft gemeld. De termijn hiervoor is gesteld op 48 uur na binnenkomst in Nederland. Indien de asielzoeker die niet in het bezit is van de vereiste documenten, een dergelijke melding niet heeft gedaan en hij wordt bij het binnenlands vreemdelingentoezicht aangetroffen, dan kan zijn aanvraag worden afgewezen. Indien de asielzoeker desondanks meent dat hij bescherming behoeft, wordt van hem een grotere inspanning verwacht om de noodzaak hiertoe aannemelijk te maken. |
Vc 2013
|