Vc 2000
Vc 2000 C4/3.9.4. Duurzame bescherming in het land van eerder
verblijf
Indien is vastgesteld dat er wel sprake is van een land van
eerder verblijf, dient te worden vastgesteld of dit land van eerder verblijf
duurzame bescherming tegen refoulement biedt. Als dat het geval is, kan de
asielaanvraag worden afgewezen op grond van artikel 31, tweede lid, onder i, Vw.
De asielzoeker heeft in het land van eerder verblijf
duurzame bescherming als één van de volgende gevallen van toepassing is:
a. het land van eerder verblijf is partij bij het
Vluchtelingenverdrag én leeft dit verdrag te goeder trouw na;
b. het land van eerder verblijf is géén partij bij het
Vluchtelingenverdrag of leeft dit verdrag niet te goeder trouw na, maar de
asielzoeker beschikt in het land van eerder verblijf over een geldige
verblijfstitel die naar zijn aard duurzame bescherming biedt tegen
terugzending, of er is gebleken dat hij een dergelijke verblijfstitel kan
verkrijgen.
ad a.
In deze gevallen kan de aanvraag ook worden afgewezen
indien de asielzoeker verdragsvluchteling is, of indien één van de andere
inwilligingsgronden van artikel 29, eerste lid,
onder b tot en met d, Vw op zichzelf bezien van toepassing is. Voorts
is het in deze gevallen niet nodig dat de asielzoeker beschikt over een
verblijfstitel voor het land van eerder verblijf. Het is voldoende dat hij
toegang krijgt tot het grondgebied van dit land. Dit moet blijken uit een
schriftelijk bericht van dit land (bijvoorbeeld een gehonoreerde claim). Dit
schriftelijk bericht behoeft niet te worden opgevraagd indien uit algemene
informatie of uit andere bronnen reeds blijkt dat de vreemdeling zijn verblijf
in het land van eerder verblijf zal kunnen
voortzetten.
ad
b.
Ook in deze gevallen kan de bepaling worden toegepast
indien één van de inwilligingsgronden van artikel 29, eerste lid, onder a tot en met d, Vw, op
zichzelf bezien, van toepassing is:
-
-
een verblijfstitel die naar zijn aard tijdelijk is,
levert over het algemeen onvoldoende bescherming op tegen terugzending, tenzij
er vooruitzicht is op verlenging of wijziging van de beperking;
-
als uit de voorliggende stukken niet aanstonds
blijkt of de asielzoeker een verblijfstitel heeft en er is sprake van een
langdurig verblijf in het land van eerder verblijf, dient per individueel geval
te worden bezien of onderzoek moet plaatsvinden in het land van eerder
verblijf.
Uitzondering
De asielzoeker heeft in het land van eerder verblijf in
het kader van een asielprocedure een in rechte onaantastbare negatieve
beslissing gekregen waarbij hij alle mogelijke rechtsmiddelen heeft aangewend,
tenzij het indienen van een rechtsmiddel als 'volstrekt illusoir' moet worden
aangemerkt. De bewijslast ligt op dit punt bij de asielzoeker. Als dit geval
zich voordoet, kan artikel 31, tweede lid, onder
i, Vw niet worden toegepast.
|
Vc 2013
C2/6.2.5 | 6.2.5 Land van eerder verblijf |
| |
| |
|
topVc 2013 Deel C - 2/ 6.2.5 Land van eerder verblijf
Nadat de IND heeft vastgesteld dat artikel 31, tweede lid, onder h Vw niet van toepassing is, onderzoekt de IND of er een ‘land van eerder verblijf’ is, welk derde land de vreemdeling toe laat totdat hij in een ander land duurzame bescherming heeft gevonden. De IND wijst de aanvraag om een verblijfsver-gunning asiel voor bepaalde tijd af op grond van artikel 31, tweede lid, aanhef en onder i Vw afwijzen, als aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
de vreemdeling is vanuit zijn land van herkomst niet rechtstreeks naar Nederland gekomen en had voor zijn komst bescherming tegen refoulement in een derde land of had daar bescherming kunnen hebben;
de vreemdeling verbleef of had kunnen verblijven in het derde land onder lokaal als normaal aan te merken omstandigheden.
Vaststelling land van eerder verblijf
De IND stelt vast dat er een land van eerder verblijf is, als uit objectieve feiten of omstandigheden blijkt dat de vreemdeling voordat deze in Nederland aankwam in een derde land heeft verbleven en daar niet de intentie had om naar Nederland te reizen.
De IND concludeert dat de vreemdeling geen intentie had tot doorreis naar Nederland indien er sprake is van een van de situaties zoals beschreven in paragraaf C2/6.2.4 Vc onder ‘doorreis en verblijf’.
Duurzame bescherming in het land van eerder verblijf
De IND stelt vast dat de vreemdeling door het derde land duurzaam wordt beschermd tegen refoulement in in ieder geval de volgende situatie:
het land van eerder verblijf is partij bij het Vluchtelingenverdrag en leeft dit verdrag na. Daarnaast moet blijken dat het land van eerder verblijf aan de vreemdeling toegang zal verschaffen. Dit laatste blijkt uit een schriftelijke verklaring van het land van eerder verblijf, of uit andere bronnen.
Indien het land van eerder verblijf geen partij is bij het Vluchtelingenverdrag of dit verdrag niet te goeder trouw naleeft, dan is in ieder geval sprake van duurzame bescherming indien:
de vreemdeling in het land van eerder verblijf beschikt over een geldige verblijfstitel die naar zijn aard duurzame bescherming biedt tegen terugzending;
de IND aantoont dat de vreemdeling een verblijfstitel kan verkrijgen;
de vreemdeling langdurig verbleven heeft in het derde land, zonder dat hij een geldige verblijfstitel heeft gehad.
Indien sprake is van duurzame bescherming in het land van eerder verblijf wijst de IND de aanvraag tot een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd van de vreemdeling af, ook indien op zichzelf bezien één van inwilligingsgronden artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a tot en met d, Vw van toepassing is.
De IND werpt het land van eerder verblijf niet aan de vreemdeling tegen in ieder geval de volgende situaties:
de vreemdeling beschikt over een verblijfstitel voor het land van eerder verblijf die naar zijn aard tijdelijk is, tenzij deze verblijfstitel uitzicht biedt op langer rechtmatig verblijf;
een eerdere asielaanvraag in het land van eerder verblijf is afgewezen, terwijl tegen de afwijzing
geen beroepsmogelijkheid meer open staat. Het vereiste dat er geen beroep meer open mag staan tegen het afwijzende besluit stelt de IND niet, indien de vreemdeling aantoont dat er feitelijk geen beroepsmogelijkheid bij een onafhankelijke rechter is.
|
top |
top |
|