Vc 2000
Vc 2000 C5/3.1. Algemeen
Op grond van artikel 32, eerste lid, onder b, Vw kan de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd worden ingetrokken, dan wel kan de aanvraag om verlenging ervan worden afgewezen, indien de vreemdeling een gevaar vormt voor de openbare orde of nationale veiligheid. In artikel 3.105c, tweede lid, Vb zijn bijzondere bepalingen opgenomen voor het geval de verblijfsvergunning asiel is verleend op grond van artikel 29, eerste lid, onder a, Vw (zie C5/3.2). In artikel 3.105f, tweede lid, Vb zijn bijzondere bepalingen opgenomen voor het geval de verblijfsvergunning asiel is verleend op grond van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw (zie C5/3.3). Indien de verblijfsvergunning is verleend op een van de andere gronden van artikel 29, eerste lid, Vw, wordt artikel 3.86 Vb overeenkomstig toegepast. Toepassing van de grond 'gevaar voor de nationale veiligheid' is niet afhankelijk van een strafrechtelijke veroordeling. Wel dienen er concrete aanwijzingen te zijn dat de vreemdeling een gevaar vormt voor de nationale veiligheid. Bij het bestaan van concrete aanwijzingen dient in de eerste plaats te worden gedacht aan een ambtsbericht van de AIVD. In voorkomende gevallen kan echter ook worden uitgegaan van een ambtsbericht van onder andere (inter-)nationale ministeries of inlichtingendiensten. Intrekkingen op basis van openbare orde vinden plaats met terugwerkende kracht. De intrekkingsdatum is de pleegdatum van het delict. Als de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd reeds is verstreken kan worden volstaan met het niet verlengen ervan. Voor de procedure voor het intrekken van een verblijfsvergunning asiel, zie C17.
|
Vc 2013
|