Vc 2000
Vc 2000 C5/4.4. Verblijf op grond van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw
Op grond van artikel 3.105f, eerste lid, Vb wordt de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd die is verleend op grond van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw ingetrokken dan wel de aanvraag voor verlenging ervan afgewezen als de grond voor verlening is komen te vervallen. Dit is het geval als in een individueel geval is vastgesteld dat de vreemdeling geen gegronde redenen meer heeft om aan te nemen dat hij bij uitzetting een reëel risico loopt om te worden onderworpen aan een behandeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, onder b, Vw. Hiervan kan onder meer sprake zijn als de vreemdeling behoort tot een bevolkingsgroep die eerder werd aangemerkt als kwetsbare minderheidsgroep (zie C2/3.1.3), maar ten aanzien waarvan is besloten de aanwijzing als kwetsbare minderheidsgroep te beëindigen. Het besluit om een bevolkingsgroep niet langer aan te merken als kwetsbare minderheidsgroep wordt opgenomen in C24. Artikel 37e VV is van toepassing. Het gaat hier om een individueel besluit, waarbij steeds de vraag wordt betrokken of de vreemdeling om een andere reden in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel. |
Vc 2013
|