Vc 2000
Vc 2000 C7/1.1. Inleiding
Op
grond van artikel 34 Vw kan de aanvraag voor een verblijfsvergunning
asiel voor onbepaalde tijd worden afgewezen, indien op het moment dat
de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd verloopt zich een grond
als bedoeld in artikel 32 Vw voordoet, dan wel indien de vreemdeling
het inburgeringsexamen, bedoeld in artikel 13 van de Wet inburgering,
niet heeft
behaald.
|
Vc 2013
C5/3 | 3. Afwijzingsgronden verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd |
| |
| |
|
topVc 2013 Deel C - 5/ 3. Afwijzingsgronden verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd
Als zich op het moment dat de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd verloopt een grond voordoet als bedoeld in artikel 32 Vw, handelt de IND conform paragraaf C2/7 Vc.
De IND wijst de aanvraag tot een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd niet af op grond van artikel 32, eerste lid onder c Vw, als de verleningsgrond van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd was vervallen, maar zich op het moment van behandeling van de aanvraag tot een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd opnieuw voordoet.
Voor de beleidsregels met betrekking tot de ontheffingsgrond als bedoeld in artikel 3.107a, tweede lid, onder b Vb (‘het inburgeringsvereiste’) is paragraaf B1/7.1.11 Vc van overeenkomstige toepassing
|
top |
top |
|