Vc 2013
Vc 2013 Deel C - 2/ 6.2.7 Openbare orde of nationale veiligheid
Bij de beoordeling van een aanvraag tot een verblijfsvergunning asiel, onderzoekt de IND of de vreemdeling een gevaar vormt voor de openbare orde of nationale veiligheid. De IND beoordeelt of van het beleid moet worden afgeweken, indien de vreemdeling bijzondere omstandigheden aanvoert. Door de vreemdeling aangevoerde bijzondere omstandigheden mogen geen verband houden met het door hem gepleegde strafbare feit. Bij de toetsing van de bijzondere omstandigheden weegt de IND het risico op recidive mee. Het ontbreken van risico op recidive vormt geen reden voor de IND om af te wijken van het beleid. Voor de toepassing van het begrip ‘gevaar voor de nationale veiligheid’, zie paragraaf B1/4.4 Vc. Openbare orde als de vreemdeling een verdragsvluchteling is De IND verleent geen verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd aan de vreemdeling, die aan alle volgende voorwaarden voldoet:
De IND beoordeelt of de door de vreemdeling aangevoerde feiten of omstandigheden aannemelijk maken dat in zijn geval geen sprake is van gevaar voor de gemeenschap. Indien de vreemdeling aanvoert dat de laatste veroordeling lang geleden heeft plaatsgevonden en dat hij sindsdien zich niet schuldig heeft gemaakt aan het plegen van een strafbaar feit, hanteert de IND een verjaringstermijn van twintig jaren. Paragraaf B1/4.4 ten aanzien van verjaring van misdrijven is in dit verband van overeenkomstige toepassing. Openbare orde en artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, Vw De aanvraag tot een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd van een vreemdeling die heeft aangetoond een risico te lopen als bedoeld in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, Vw, mag door de IND worden afgewezen, indien de vreemdeling veroordeeld is voor een ‘ernstig misdrijf’. Er is sprake van een ernstig misdrijf indien aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan: De IND mag een ernstig misdrijf ook aan een vreemdeling tegenwerpen indien de veroordeling voor dit misdrijf nog niet onherroepelijk is geworden. Paragraaf B1/4.4 ten aanzien van verjaring van misdrijven is hier van overeenkomstige toepassing. De IND werpt een veroordeling voor een ernstig misdrijf niet voor altijd aan de vreemdeling tegen. Er geldt een verjaringstermijn van tien jaren. Na verjaring van het misdrijf stuurt de IND stuurt de vreemdeling een brief met een uitnodiging tot het aanvragen van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, De IND willigt deze aanvraag in op grond van artikel 3.4, derde lid, Vb indien voldaan wordt aan alle volgende voorwaarden: Het betreft in dat geval op grond van artikel 3.5, derde lid, Vb een tijdelijk verblijfsrecht. |
Vc 2000
|