Vc 2000
Vc 2000 A2/4.2.2. VisumIngevolge artikel 5, eerste lid, onder b, SGC en artikel 1 Visumcode dient een vreemdeling voor beoogd verblijf van korter dan drie maanden, indien vereist, te beschikken over een geldig visum. Voor de bepalingen omtrent (vrijstelling van) het visumvereiste en andere visagerelateerde onderwerpen wordt verwezen naar A2/4.3. Aan het bezit van een visum kan als zodanig geen onherroepelijk recht op binnenkomst worden ontleend (zie artikel 30 Visumcode). Zo dient bij binnenkomst de door de vreemdeling te verstrekken informatie aan de ambtenaar belast met grensbewaking ter ondersteuning van het verzoek om toegang in overeenstemming te zijn met de reeds verstrekte informatie aan de diplomatieke post ter verkrijging van een visum. Voorts bestaat onder bijzondere omstandigheden de mogelijkheid dat visumfaciliteiten worden verleend aan de grens indien een geldig visum ontbreekt (zie A2/4.3.8.2). Voor verblijf van langer dan drie maanden dient men overigens, indien vereist, te beschikken over een mvv. Ook voor de bepalingen omtrent (vrijstelling van) het mvv-vereiste wordt verwezen naar A2/4.3. |
Vc 2013
|