TERUG naar Overzicht van Vc 2000 en Vc 2013
In onderstaande tabel staat in de linker kolom de tekst van de bepaling zoals die op 31 maart 2013 luidde in Vc 2000.
In de rechter kolom staat de HUIDIGE tekst zoals die OP 1 april 2013 in de Vc 2013 voorkomt.
Vc 2000

Vc 2000 A2/4.4.7. De duur van de vrije termijn

Verblijf in de vrije termijn is toegestaan voor een bij artikel 3.3 Vb bepaalde duur, indien en zolang aan de in artikel 12 Vw gestelde voorwaarden wordt voldaan.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:

a.

vreemdelingen die een verblijf van ten hoogste drie maanden beogen; en

b.

vreemdelingen die een verblijf van langer dan drie maanden beogen.

Het verblijf in de vrije termijn bedraagt ten hoogste drie maanden binnen een tijdvak van zes maanden. Het tijdvak van zes maanden vangt aan op het moment van eerste binnenkomst van de vreemdeling in het Schengengebied (eventueel) met het op dat moment geldige visum.

De termijn van drie maanden wordt berekend door op de datum van inreis in Nederland vast te stellen of de vreemdeling in de voorafgaande zes maanden in het Schengengebied heeft verbleven. Indien dat niet het geval is kan de volle termijn van drie maanden worden benut vanaf de datum van inreis in Nederland. Indien de vreemdeling in de voorafgaande zes maanden reeds in het Schengengebied heeft verbleven wordt aan de hand van de datum van inreis in het Schengengebied berekend hoeveel dagen van de in totaal drie maanden vrije termijn resteert, ook al ligt deze datum van inreis vóór de zes maanden vanaf datum binnenkomst. Na deze eerste termijn van zes maanden, gaat er dan een nieuwe termijn van zes maanden lopen waarbinnen een derdelander drie maanden in het Schengengebied mag verblijven. De eerder binnen de tweede termijn verbleven periode wordt dan afgetrokken van de drie maanden vrije termijn. Bij de berekening van de vrije termijn zijn inreisstempels in één van de Schengenlanden leidend.

Ad a Een beoogd verblijf van ten hoogste drie maanden

Categorieén van vreemdelingen: duur vrije termijn niet-visumplichtigen: drie maanden (zie artikel 3.3, eerste lid, aanhef, onder c en d, Vb);

  • visumplichtigen (C-visum): voor de duur aangegeven in het visum (ten hoogste drie maanden);

  • houders van een luchthaventransitvisum (A-visum): geen;

  • houders van een visum geldig voor meerdere reizen: voor de duur aangegeven in het visum waarbij voor elke binnenkomst geldt dat deze ten hoogste drie maanden per zes maanden bedraagt (zie artikel 2, tweede lid, Visumcode;

  • houders van een bijzonder doorlaatbewijs: voor de duur aangegeven in het bewijs (zie model M6).

    Zie voor de geldigheidsduur van visa A2/4.3.3.1

    Op grond van artikel 3.3, derde lid, Vb kan de vrije termijn van niet-visumplichtige vreemdelingen in geval van bijzondere omstandigheden worden verlengd tot zes maanden. De Minister voor I&A is hiertoe bevoegd. Hierbij kan worden gedacht aan situaties van overmacht, zoals ernstige ziekte van familieleden of van de vreemdeling zelf of een zeer gewichtige zakelijk belang, waardoor een verblijf ná de drie maanden van de vrije termijn gewenst is. Ook op grond van het criterium wezenlijk Nederlands belang, zoals dat bij verlenging van de geldigheidsduur van visa staat beschreven (zie A2/4.3.6.2), kan tot verlenging van de vrije termijn tot zes maanden worden overgegaan.

    Om deze verlenging van de vrije termijn zichtbaar te maken wordt gebruik gemaakt van de sticker verblijfsaantekening algemeen, die in het paspoort wordt aangebracht. Voor deze verlenging van de vrije termijn worden geen kosten in rekening gebracht.

    Ad b Beoogd verblijf van langer dan drie maanden

    Vreemdelingen die een verblijf in Nederland beogen van langer dan drie maanden moeten in beginsel in het bezit zijn van een geldige mvv. Bij ontbreken van de vereiste mvv komt de vreemdeling in beginsel niet voor een verblijfsvergunning in aanmerking (zie artikel 16, eerste lid, onder a, Vw).

    De vrije termijn van vreemdelingen die voor een verblijf van langer dan drie maanden naar Nederland zijn gekomen, bedraagt acht dagen (zie artikel 3.3, eerste lid, aanhef en onder e, Vb).

    Voor niet-visumplichtige vreemdelingen en houders van een reisvisum die aanvankelijk naar Nederland zijn gekomen voor een verblijf van ten hoogste drie maanden, verstrijkt de vrije termijn uiterlijk op de achtste dag nadat zich omstandigheden hebben voorgedaan waaruit kan worden afgeleid dat zij het voornemen hebben langer dan drie maanden in Nederland te verblijven (zie artikel 3.3, tweede lid, Vb). Dit voornemen kan bijvoorbeeld blijken uit het indienen van een aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning, het huren van woonruimte of het aanvaarden van werk voor langer dan drie maanden.

    Vc 2013
    A1/6Vrije termijn

    top

    Vc 2013 - A1 / 6. Vrije termijn

    De ambtenaar belast met de grensbewaking of de ambtenaar belast met het toezicht op vreemdelingen berekent de termijn van 90 dagen aan de hand van het tijdvak van 180 dagen te rekenen vanaf datum eerste binnenkomst. In dit tijdvak van 180 dagen - en elk van de hierop volgende tijdvakken van 180 dagen - mag de vreemdeling niet meer dan 90 dagen in het Schengengebied verblijven.

    Bij de berekening van de vrije termijn zijn inreisstempels van de Schengenlanden leidend.

    De IND verlengt op grond van artikel 3.3, derde lid, Vb de vrije termijn van niet-visumplichtige vreemdelingen in geval van bijzondere omstandigheden tot maximaal zes maanden (180 dagen). De vreemdeling moet bij het verzoek om verlenging van de vrije termijn een beroep doen op tenminste één van de volgende situaties:

  • overmacht;

  • ernstige ziekte van familieleden van de vreemdeling;

  • ernstige ziekte van de vreemdeling;

  • een zeer gewichtig zakelijk belang.

  • Daarnaast verlengt de IND in geval sprake is van een wezenlijk Nederlands belang de vrije termijn tot maximaal zes maanden (180 dagen). Het betreft hier zeer bijzondere gevallen waarbij in ieder geval de volgende nationale belangen in het geding zijn:

  • het internationaal aanzien van Nederland;

  • economische belangen van Nederland;

  • culturele belangen van Nederland.

  • De IND maakt, om deze verlenging van de vrije termijn zichtbaar te maken, gebruik van de sticker verblijfsaantekening algemeen, die in het geldige document voor grensoverschrijding wordt aangebracht. Een verzoek om verlenging van de vrije termijn is voor de vreemdeling gratis.

    Aan een vreemdeling die gevaar oplevert voor de openbare orde, de nationale veiligheid of de volksgezondheid is geen verblijf tijdens de vrije termijn toegestaan. Onder gevaar voor de openbare orde zijn mede begrepen gevaar voor de openbare rust, de goede zeden en de internationale betrekkingen. Voor een toelichting op deze voorwaarde wordt verwezen naar A1/3 Vc.

    Van gevaar voor de openbare orde is sprake zijn als de vreemdeling in het OPS staat gesignaleerd als:

  • 'ongewenste vreemdeling'; of

  • 'ongewenstverklaarde vreemdeling'.

  • Tevens kan een vreemdeling voor weigering van toegang tot Nederland dan wel het Schengengebied in het (N)SIS geregistreerd staan. Ook kan er sprake zijn van een inreisverbod.

    top
    top