De IND, politie, KMar en ZHP starten een terugkeerprocedure op die gericht is op de terugkeer naar het land van herkomst van de vreemdeling, nadat zij de vreemdeling een terugkeerbesluit hebben uitgereikt.
De IND moet een nieuw terugkeerbesluit verstrekken aan de vreemdeling aan wie de vertrektermijn wordt onthouden en een inreisverbod wordt opgelegd en die voldoet aan alle volgende voorwaarden:
de vreemdeling heeft eerder een terugkeerbesluit ontvangen; |
de vreemdeling heeft niet voldaan aan de terugkeerverplichting en vertrektermijn voortvloeiend uit het terugkeerbesluit; |
de vreemdeling dient een opvolgende aanvraag voor het verlenen van een verblijfsvergunning in; |
de aanvraag van de vreemdeling voor het verlenen van een verblijfsvergunning wordt door de IND afgewezen. |
De IND of de ambtenaar belast met grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen moet aan een vreemdeling een nieuw terugkeerbesluit uitreiken als de vreemdeling voldoet aan alle volgende voorwaarden:
de vreemdeling heeft voldaan aan zijn terugkeerverplichting; |
de vreemdeling komt opnieuw Nederland binnen; |
de verblijfsrechtelijke positie van de vreemdeling geeft daartoe aanleiding. Dit geldt in ieder geval in de volgende situaties:
- | een aanvraag van de vreemdeling tot het verlenen van een verblijfsvergunning wordt afgewezen; |
- | de vreemdeling wordt als illegaal aangetroffen; |
- | de verblijfsvergunning van de vreemdeling wordt ingetrokken; |
- | de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning van de vreemdeling wordt niet verlengd. |
|
Aan een vreemdeling met verblijfsrecht in een andere lidstaat van de Unie wordt geen inreisverbod verstrekt. Voordat een vreemdeling met verblijfsrecht in een andere lidstaat van de Unie een terugkeerbesluit uitgereikt krijgt dat tevens een inreisverbod inhoudt, moet de ambtenaar belast met grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen via Bureau Sirene contact opnemen met de lidstaat door wie de verblijfsvergunning is afgegeven om nadere informatie te verkrijgen over de aard van het verblijf in die lidstaat. Als de lidstaat van de Unie waar de vreemdeling een verblijfsvergunning heeft over gaat tot intrekking van de verblijfsvergunning van de vreemdeling, moet de ambtenaar belast met grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen de vreemdeling een inreisverbod opleggen. Als het verstrekken van het terugkeerbesluit strijd oplevert met internationale verplichtingen (het verbod op refoulement), verstrekt de ambtenaar belast met grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen geen terugkeerbesluit.
In afwijking van de richtlijn 2008/115 wordt een vreemdeling die voldoet aan alle volgende kenmerken door de DT&V begeleid in de terugkeer naar de lidstaat die hem een verblijfsvergunning heeft verleend:
de vreemdeling is afkomstig uit een derde land; |
de vreemdeling heeft geen verblijf in Nederland; |
de vreemdeling is in het bezit zijn van een door een andere lidstaat afgegeven geldige verblijfsvergunning of andere toestemming tot verblijf; |
de vreemdeling is na het ontvangen van een terugkeerbesluit alsnog bereid en in staat terug te keren naar de lidstaat die hem een verblijfsvergunning heeft verleend. |
De ambtenaar belast met het toezicht op vreemdelingen mag de vreemdeling op grond van artikel 4.38 Vb vorderen om te verschijnen om gegevens te verstrekken die noodzakelijk zijn voor de voorbereiding van het vertrek uit Nederland. De ambtenaar belast met het toezicht op vreemdelingen moet de vreemdeling uitleggen welke gegevens de vreemdeling moet verstrekken om het vertrek van de vreemdeling uit Nederland mogelijk te maken. De ambtenaar belast met het toezicht op vreemdelingen registreert de vordering tot het verstrekken van gegevens in de vreemdelingenadministratie.