TERUG naar Overzicht van Vc 2000 en Vc 2013
In onderstaande tabel staat in de linker kolom de tekst van de bepaling zoals die momenteel luidt in Vc 2013.
In de rechter kolom staat de oorspronkelijke tekst zoals die (in verschillende bepalingen) in de Vc 2000 voorkwam.
Vc 2013

Vc 2013 - A1 / 4.12. Passagierende zeelieden

Het hoofd van de grensdoorlaatpost stelt een aantekening op de bemanningslijst achter de naam van de zeeman wanneer een zeeman niet of niet langer aan de in de SGC neergelegde voorwaarden voor passagieren voldoet. Het hoofd van de grensdoorlaatpost mag de zeeman bij gevaar voor de openbare orde, de nationale veiligheid of de volksgezondheid met toepassing van artikel 50 Vw overbrengen naar de vreemdelingenpolitie. Het hoofd van de grensdoorlaatpost brengt de zeeman in ieder geval in de volgende situaties daar naar toe:

  • de zeeman staat gesignaleerd als ongewenst vreemdeling of als ongewenst verklaarde vreemdeling op grond van artikel 67 Vw, of er is sprake van een inreisverbod;

  • de zeeman is achtergebleven na vertrek van het zeeschip, dan wel is afgemonsterd, zonder te voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst en verblijf in Nederland.

  • De ambtenaar belast met de grensbewaking hoeft geen machtiging te vragen voor het verlenen van een visum aan een zeeman die toegang wil tot andere plaatsen dan de gemeente, waarin de haven gelegen is waar zijn zeeschip is afgemeerd of de daaraan grenzende gemeenten.

    Vc 2000
    A2/6.2.7.1Specifieke voorschriften voor zeelieden

    top

    Vc 2000 Deel A - 2 / 6.2.7.1. Specifieke voorschriften voor zeelieden

    Op grond van de Wet op de uitgebreide identificatieplicht is een politieambtenaar bevoegd tot het vorderen van een identiteitsbewijs voor zover dat redelijkerwijs noodzakelijk is voor zijn taakuitoefening. In dat geval dienen ook passagierende zeelieden een identiteitsbewijs ter inzage aan te bieden. Een geldig grensoverschrijdingsdocument is in dat geval voldoende. Zeelieden kunnen eveneens aan een grensbewakingscontrole worden onderworpen voordat zij het vaartuig, verlaten dan wel betreden.

    Wanneer een zeeman niet of niet langer aan de in de SGC neergelegde voorwaarden voor passagieren voldoet, stelt het hoofd van de doorlaatpost daaromtrent een aantekening op de bemanningslijst achter de naam van de zeeman. Bij gevaar voor de openbare orde kan het hoofd van de doorlaatpost/het hoofd van dienst volstaan de vreemdeling de verplichting op te leggen aan boord van het schip te blijven. Zonodig kan hij de zeeman in dit geval ook met toepassing van artikel 50 Vw overbrengen naar de vreemdelingenpolitie. Dit laatste geschiedt steeds:

  • wanneer de zeeman staat gesignaleerd als ongewenst vreemdeling of als ongewenst verklaarde vreemdeling op grond van artikel 67 Vw; of

  • wanneer de zeeman is achtergebleven na vertrek van het schip, dan wel is afgemonsterd, zonder te voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst en verblijf in Nederland.

    De ambtenaar belast met grensbewaking hoeft geen machtiging te vragen voor het verlenen van een visum aan zeelieden die toegang willen tot andere dan de gemeenten waarin de haven gelegen is waar hun schip is afgemeerd of de daaraan grenzenden gemeenten. Zoals is aangegeven in A2/4.3.8, bestaat met betrekking tot het verlenen van visa aan de grens aan transiterende zeelieden een separate regeling (zie artikel 36 Visumcode).Behalve de daar genoemde voorwaarden gelden voor zelfstandige verlening van een visum in dit geval bovendien de volgende voorwaarden:

  • de betreffende zeeman moet deel uit blijven maken van de bemanning van het schip waarop hij het Schengengebied is binnen gekomen;

  • de betrokken rederij of agent moet zich garant stellen door ondertekening van een verklaring zoals opgenomen in bijlage 6a en 6b VV.

    top
    top
    top
    top
    top
    top
    top